DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 15 mei 2017
IEF 16789

Bijdrage ingezonden door Monica Leenders, Boels Zanders.

Monica Leenders - Auteursrecht als middel om verbouwing te voorkomen

Het Nationaal Natuurhistorisch Museum Naturalis te Leiden is in 1998 gebouwd, naar het ontwerp van architect Fons Verheijen. Al na 15 jaar bleek dit gebouw niet meer te voldoen door de fors gestegen bezoekersaantallen. Naturalis kon, zo bleek al na 15 jaar, de fors gestegen bezoekersaantallen niet aan en dreigde aan het eigen succes ten onder te gaan. In 2013 werd dan ook een Europese aanbesteding werd uitgeschreven met als inzet een grootscheepse verbouwing en uitbreiding. Ook de oorspronkelijk architect Verheijen tekende in maar verloor: het winnende ontwerp staat op naam van Neutelings Riedijk Architecten. Uiteindelijk werd gekozen voor een plan waarbij een nieuw museum zou worden gebouwd naast het bestaande gebouw. De oude ruimte zou worden omgebouwd tot depot en onderzoeksruimte.

Ontwerp (bron: Neutelings Riedijk Architecten)

huidige bouw (bron: Google Streetview)

Procedures
Verheijen startte een bodemprocedure waarin hij zich verzette tegen de verbouwing op grond van zijn auteursrecht en meer in het bijzonder zijn persoonlijkheidsrechten op basis van artikel 25 lid 1 sub c en d Auteurswet. Op basis van persoonlijkheidsrechten kan een maker van een werk, dus ook de architect als ontwerper van een gebouw, voorkomen dat een werk wordt gewijzigd, verminkt of wordt openbaargemaakt zonder vermelding van zijn naam. In februari noemde Verheijen in gesprek met NRC het gebouw “het belangrijkste uit mijn oeuvre”. De rechtbank oordeelde in januari 2017 in een tussenvonnis inderdaad dat Naturalis met de verbouwing inbreuk maakt op het ‘droit au respect’ van Verheijen, zijn persoonlijkheidsrecht om op te komen tegen wijziging en verminking van zijn werk.

Tegelijkertijd zag Verheijen met lede ogen aan dat de verbouwing van Naturalis gestaag vorderde en daarmee zijn oorspronkelijke werk steeds verder aantastte. Dit was reden voor Verheijen om een kort geding te starten en zo een bouwstop te bewerkstelligen. En met succes. Op 7 maart 2017 legde de voorzieningenrechter een bouwstop op met onmiddellijke ingang tot het moment dat einduitspraak was gedaan in de bodemprocedure.

Schikking
Het werd Naturalis daarmee wel pijnlijk duidelijk dat de vordering van Verheijen voor nogal wat vertraging (en dus kosten) zorgde. Naturalis was tijdens de verbouwing, die door de bouwstop langer dreigde te duren, wel gedeeltelijk toegankelijk. In plaats van de juridische strijd tot het bittere eind uit te vechten, met alle vertraging van dien, hebben partijen op 20 maart 2017 een regeling getroffen (gezamenlijke verklaring). Verheijen is bereid afstand te doen van zijn rechten en zal de verbouwing niet langer in de weg staan. De prijs die Naturalis daarvoor moet betalen is aanzienlijk: EUR 1,5 miljoen aan een door Verheijen op te richten architectuurstichting en betaling van alle proces- en advocaatkosten en een tegemoetkoming aan Verheijen. De hoogte van de proceskosten en de tegemoetkoming zijn niet bekendgemaakt.

Juridische houdbaarheid
Interessant zijn de overwegingen van zowel de rechter bij de bodemprocedure als de voorzieningenrechter in kort geding. Beiden nemen relatief snel aan dat sprake is van schending van de persoonlijkheidsrechten van de architect, dit terwijl Naturalis in deze ook een groot belang lijkt te hebben bij de verbouwing. Het bezoekersaantal is gestegen van 150.000 bezoekers per jaar naar 410.000 mensen. Daar is het gebouw niet op berekend waardoor Naturalis op bepaalde plekken maar een maximaal aantal bezoekers kan toelaten. Bovendien zijn er onvoldoende faciliteiten voor onderzoek waar men gebruik van wil maken en kunnen grote collecties niet worden getoond.

Met andere woorden, het is de vraag of de rechter het belang van de architect gerechtvaardigd laat prevaleren boven de belangen van Naturalis. De architect heeft bij de bouw van het project natuurlijk al betaald gekregen voor zijn werk, en kan daar nu nog een ruime betaling aan toevoegen door dwars voor een verbouwing te gaan liggen. Is de architect een slechte verliezer in de nieuwe aanbesteding of deed hij een gerechtvaardigd beroep op verworven rechten? Helaas zullen we niet te weten komen of dit oordeel ook de toets in hoger beroep kon doorstaan.

In deze ligt wellicht een taak verscholen voor onze wetgever. In theorie kan iedere verbouwing door een architect (of zijn nabestaanden) worden tegenhouden gedurende de duur van het auteursrecht. 70 jaar na de dood van de architect vervalt het auteursrecht, dus een ontwikkelaar heeft nog lange tijd te vrezen dat men zich verzet tegen een verbouwing. Het is de vraag of dit gevolg van de persoonlijkheidsrechten wel in lijn ligt met de creatieve ontwikkelingsgedachte van het auteursrecht. Het werk is immers al gecreëerd en daarvoor is de architect ook beloond. Het gaat nu nog slechts om zijn visitekaartje dan wel zijn nalatenschap. Het zou dan voor de hand liggen om ten aanzien van persoonlijkheidsrechten bij gebouwen, te bepalen dat wel afstand kan worden gedaan danwel deze rechten in tijd te beperken tot bijvoorbeeld 20 jaar.

Voorkomen beter dan genezen?
Had Naturalis deze procedures en schikking kunnen voorkomen? Waarschijnlijk niet. Hoewel men wel afspraken kan maken over overdracht van auteursrechten, waardoor Naturalis rechthebbende op het ontwerp had kunnen worden, kunnen niet alle persoonlijkheidsrechten worden uitgesloten of overgedragen. Het recht van de architect om op te komen tegen verminking van het werk kan niet worden uitgesloten. Wel kan afstand worden gedaan van het recht om een beroep te doen op wijziging van het werk. De scheidslijn tussen wijziging en verminking is dus essentieel en zal afhangen van de omstandigheden van het geval. Niettemin is het te allen tijde verstandig als ontwikkelende partij ervoor te zorgen dat het auteursrecht wordt overgedragen en dat voor zover mogelijk afstand wordt gedaan van persoonlijkheidsrechten. Daarmee komt de lat voor de architect om een beroep te doen op zijn persoonlijkheidsrechten, hoger te liggen.

Naturalis had in dit geval nog een andere mogelijkheid. In 2004 heeft de Hoge Raad al uitgemaakt dat vernietiging van een gebouw niet kan worden tegengegaan met een beroep op persoonlijkheidsrechten. Het is wel de vraag of dit kostentechnisch wel een oplossing zou zijn voor Naturalis. Opmerkelijk is het wel dat vernietiging geen inbreuk oplevert, maar een minder ingrijpende wijziging zoals verbouwing wel. Onder vernietiging wordt tevens verstaan de situatie dat alle karakteristieke elementen van de voorgevel worden gesloopt of weggewerkt.