DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 11 november 2021
IEF 20320
Rechtbank Midden-Nederland ||
14 okt 2021
Rechtbank Midden-Nederland 14 okt 2021, IEF 20320; ECLI:NL:RBMNE:2021:4360 (Kunstenaar tegen kunsthandelaar), https://www.ie-forum.nl/artikelen/kunstwerken-moeten-terug-naar-kunstenaar

Kunstwerken moeten terug naar kunstenaar

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 15 september 2021, IEF 20320; ECLI:NLRBMNE:2021:4360 (kunstenaar tegen kunsthandelaar) Eiser is kunstenaar en gedaagde is kunsthandelaar. Gedaagde organiseerde een expositie in 2018 waarvoor eiser schilderijen, unieke objecten en het concept van twee installaties heeft geleverd. Gedaagde zou deze werken tentoonstellen en trachten te verkopen. Tijdens de expositie zijn geen werken van eiser verkocht. Eiser vordert dat gedaagde wordt veroordeeld om objecten en kunstwerken af te geven aan eiser. Eiser legt aan zijn vordering ten grondslag dat de overeenkomst tussen partijen is te kwalificeren als een agentuurovereenkomst. Gedaagde vordert eiser tot betaling van € 63.343,62 betreffende verzendkosten (en aanverwante kosten) en schade geleden door tegenwerking van eiser betreffende verkoop van de werken in 2019. De rechtbank oordeelt dat de tussen partij gesloten overeenkomst een agentuurovereenkomst is. Dit betekent dat eiser eigenaar is van de werken en deze aan eiser dienen te worden afgegeven. Gedaagde komt een retentierecht toe betreffende verzendkosten, handelingskosten en verpakkingsmateriaal bedragend € 1411,75.

4.12. De door [eiser] opgevoerde werken moeten terug naar hem. 
In de overeenkomst is hierover door partijen afgesproken, zoals in 2.3 onder D is weergegeven. Uit deze afspraak vloeit zonneklaar voort dat de niet verkochte werken na 1 januari 2019 door [gedaagde] aan [eiser] moeten worden teruggegeven, zodra hij daarom heeft gevraagd. Het is de kantonrechter niet duidelijk geworden wanneer [eiser] dat precies heeft gevraagd, maar uit de correspondentie tussen partijen (productie 9 bij dagvaarding) en de stellingen in de processtukken leidt de kantonrechter af dat het geen geschilpunt is dat deze aanspraak begin 2019 is gemaakt. In beginsel moeten de werken, zoals vermeld in de vordering dus terug naar [eiser] (met uitzondering van “ [kunstwerk 6] ”), tenzij er reden is dat op die werken een retentierecht rust. Dat zal nu onderzocht worden.