DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 14 augustus 2025
IEF 22856
Rechtbank Amsterdam ||
3 jul 2025
Rechtbank Amsterdam 3 jul 2025, IEF 22856; ECLI:NL:RBAMS:2025:4994 (eiser 1, eiser 2, eiser 3 tegen DTT Multimedia B.V.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/dtt-moet-broncode-afgeven-betalingsverplichting-fase-2-nog-niet-opeisbaar

DTT moet broncode afgeven, betalingsverplichting fase 2 nog niet opeisbaar

Rb. Amsterdam 3 juli 2025, IEF 22856; IT&R 4932; ECLI:NL:RBAMS:2025:4994 (eisers tegen DTT Multimedia B.V.). Eisers, exploitanten van een sporttrainingsapp, hebben met DTT een ontwikkelovereenkomst gesloten voor het bouwen van een nieuwe app in twee fasen. Het totale projectbedrag bedroeg €192.532, met 10% korting onder de voorwaarde dat beide fasen zouden worden afgenomen en fase 2 uiterlijk 31 december 2025 volledig zou zijn betaald. Fase 1 is inmiddels voltooid en betaald, waarna de app in september 2024 live ging. Eisers vorderen in kort geding afgifte van de broncode en bijbehorende documentatie, zodat zij de app door een derde kunnen laten aanpassen. DTT weigert en beroept zich op een contractuele bepaling dat overdracht pas plaatsvindt nadat alle opeisbare vorderingen zijn voldaan. Volgens DTT geldt dit ook voor de nog te betalen fase 2 en heeft zij recht op opschorting. De voorzieningenrechter oordeelt dat eisers bij het sluiten van de overeenkomst opdracht hebben gegeven voor beide fasen. De betaling voor fase 2 is echter pas eind 2025 verschuldigd en dus nog niet opeisbaar. Omdat fase 1 volledig is betaald, is er op dit moment geen openstaande betalingsverplichting die de levering van de broncode in de weg staat. Ook het beroep op opschorting wordt afgewezen, omdat daarvoor eveneens een opeisbare tegenvordering nodig is.

Het beroep van eisers op buitengerechtelijke ontbinding slaagt niet: er is geen sprake van een fatale oplevertermijn en de door eisers aangevoerde communicatie kwalificeert niet als ingebrekestelling. Partijen zijn daarom nog steeds aan de overeenkomst gebonden en zullen moeten overleggen over de uitvoering van fase 2 of beëindiging met wederzijds goedvinden. De voorzieningenrechter veroordeelt DTT om binnen 48 uur na betekening van het vonnis de broncode van de app, inclusief alle beschikbare documentatie, in leesbare en bruikbare vorm aan eisers af te geven, zonder dat een betalingsvoorwaarde op dit moment van toepassing is. De vordering tot oplegging van een dwangsom wordt afgewezen. De proceskosten worden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.

4.6 Dit betekent dat DTT voor 31 december 2025 aanvang dient te nemen met de werkzaamheden van fase 2 en dat [eiser] daarvoor uiterlijk op die datum dient te betalen. Deze vordering is nog niet opeisbaar. Nu [eiser] onweersproken heeft gesteld dat zij voor de werkzaamheden van fase 1 volledig heeft betaald, en uit de Ontwikkelovereenkomst volgt dat de verschuldigde betaling voor fase 2 niet opeisbaar is voor 31 december 2025, is de slotsom dat op dit moment artikel 6.9 AV niet in de weg staat aan de plicht om de broncode op verzoek met [eiser] te delen op grond van artikel 4.1 AV.  

4.7. Ook het beroep van DTT op opschorting / schuldeisersverzuim staat niet aan de contractuele plicht om de broncode op te leveren in de weg. Voor opschorting is immers eveneens een opeisbare tegenvordering nodig, waarvan aan de zijde van DTT op dit moment geen sprake is. De weigering bij voorbaat van [eiser] om fase 2 af te nemen en te betalen staat feitelijk niet aan het delen van de broncode, zoals contractueel overeengekomen, in de weg. Er is dan ook geen sprake van verhindering in het nakomen van het leveren van de broncode die kan worden toegerekend aan het ontbreken van noodzakelijke medewerking door [eiser]