Gepubliceerd op dinsdag 24 februari 2015
IEF 14694
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Reflectie: De onzekerheidseconomie

Bijdrage ingezonden door Erwin Angad-Gaur, voorzitter Sena sectie Performers/secretaris van de Ntb. Verschijnt op 3 maart in Sena Performers Magazine nr. 7, p.12-13. Wat hebben dagen op de hei, prijzige bakkers en hardnekkige topinkomens met elkaar te maken? De gemene deler is onzekerheid; een emotie die ervoor zorgt dat we overbodige dure dingen blijven waarderen.

Ik noem het de onzekerheidseconomie. In inmiddels tien tot vijftien jaar in besturen van rechtenorganisaties word ik er telkens opnieuw mee geconfronteerd: accountants, organisatieadviseurs, cursusleiders, dagvoorzitters, ‘dagen op de hei’, juridische adviezen, PR-adviseurs, werving- en selectiebureaus, commissies van wijze mannen, lobbyisten; allen in te huren tegen forse uurbedragen met inhoudelijk, op een enkele uitzondering na – dat ben ik bereid toe te geven – een toegevoegde waarde van vrijwel nul.

Accountantsverklaringen, voorgeschreven door de wet, met als bijlage een telefoonboek aan redenen waarom zij niet aansprakelijk zijn voor wat zij in hun verklaringen verklaren. Organisatieadviseurs die de organisatie doorlichten, resulterend in een rapport dat iedereen met een gezonde dosis verstand had kunnen schrijven: stating the bloody obvious, enkel om de komende onvermijdelijke en vooral pijnlijke maatregelen te legitimeren.

LEGITIMATIE
Het is de eerste reden voor hun bestaan, hun dure auto’s en dito pakken: zij verschaffen een legitimatie aan besturen en directies om datgene te doen wat zij al lang hadden willen doen. Tegenwerpingen kunnen dankzij hun werk eenvoudig gepareerd worden: kijk maar, het onafhankelijke onderzoek zegt het ook. Daarnaast bieden zij legitimatie naar de buitenwereld: kijk maar, we hebben ook onafhankelijken mee laten kijken; we zijn ontzettend zorgvuldig bezig; het accountantsonderzoek heeft niets raars geconstateerd.

Een tweede reden, misschien even belangrijk, is de eigen angst, de angst voor verantwoordelijkheid, de angst om te kiezen: we huren een professional om ons te adviseren, zodat wij zelf niet langer verantwoordelijk hoeven te zijn. Wie staat het hoogst in aanzien? Wie is het duurste? Die moeten wij hebben. Een inversie van de economie: wie wil concurreren op de onzekerheidsmarkt, mag zijn prijs niet te laag stellen.

DUUR BROOD
Het heeft me vaak doen denken aan het verhaal dat ik tijdens mijn korte studie Economie (die ik niet afrondde) als voorbeeld kreeg: tijdens de depressiejaren financierde de Engelse overheid het brood in de arme wijken (het kan ook in Amerika geweest zijn, reken mij er niet op af). Voor een gering bedrag konden de bewoners van de allerarmste wijken gesubsidieerd brood bemachtigen. Op de kwaliteit werd niet bezuinigd. Het brood werd ingekocht bij dezelfde leverancier, tegen eenzelfde prijs als het brood in de winkels van de rijke buurten. Het onvermijdelijke gebeurde: de armen kochten het goedkope
brood niet. Alles werd in het werk gesteld het dure brood, dat wel van betere kwaliteit moest zijn, bij de bakker in de dure wijken aan te schaffen. Hetzelfde brood, hoewel dat niet gepubliceerd werd.

Het geloof dat duurkoop goede koop is, vooral bij datgene wat voor ons het meest van belang is – ons voedsel, maar ook onze reputatie – is een verbijsterend krachtig misverstand. De maatschappij is er vol van: van het bedrijfsleven tot de overheid. De grotendeels overbodig dure adviseurs en functionarissen lijken nergens weg te slaan. De tegenwerping dat we toch het beste willen, ‘toptalent waar we top voor moeten willen betalen’, lijkt inmiddels van alle tijden. Evenals de tegenwerping ‘maar dat bedrag kun je zo iemand toch niet aanbieden’, die mij ooit voor de voeten werd geworpen in een sollicitatiecommissie in de rechtensector.

Het aardige is: de betreffende functionaris accepteerde het bedrag dat hem op mijn aandringen als eerste bod werd aangeboden zonder enige tegenwerping. Een kleine overwinning te midden van vele nederlagen.

TE VER
De overheid zelf is er rijkelijk hypocriet in geef ik toe: de discussie over topinkomens, bij banken, woningcorporaties en ja, ook bij rechtenorganisaties staat hoog op de agenda en schiet inmiddels zelfs een tikje door. De Wet Normering Topinkomens, ook van toepassing op onder meer Buma en Sena, is goed verdedigbaar en redelijk. De recente aanscherping van Minister Plasterk, nog voordat de oorspronkelijke wet geëvalueerd kon worden en de overgangsregelingen voor bestaand functionarissen zijn ingegaan, gaat ook mij een stap te ver.

De overheid publiceert aan de andere kant onafhankelijk onderzoek na onderzoek, huurt ex-politici in als voorzitters van onafhankelijke onderzoekscommissies, en vraagt wegbezuinigde ambtenaren tegen een drie keer hoger uurbedrag om het werk te doen dat zij vroeger in loondienst
deden. Bezuinigen op de overheid? Zo moeilijk zijn de weg te snijden posten niet te vinden.

Vaak moet ik denken aan Douglas Adams, die in The Hitch Hikers Guide to the Galaxy beschreef hoe de bewoners van een verre planeet zich bevrijdden van een derde van de bevolking – de overbodigen van de economie: ‘Hairdressers, tired TV producers, insurance salesmen, personnel officers, public relation executives, management consultants, you name it. We’re going to colonize another planet.’ De planeet in kwestie, de planeet waarop hun ruimteschip volgens plan zou neerstorten om nimmer terug te keren, bleek de prehistorische aarde.