DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 8 januari 2018
IEF 17399

Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.

Bas Kist - Oppassen met Royal

Bedrijven die gebruikmaken van het woord Royal in hun handelsnaam moeten oppassen: als zij geen toestemming hebben het predicaat Koninklijk te gebruiken, maar wel een koninklijke indruk wekken, lopen ze het risico dat zij hun naam moeten wijzigen.

Dat blijkt uit een uitspraak van de kantonrechter in Den Haag [IEF 17389] in een zaak die was aangespannen door de stichting Sigillis Regiis Praesidio. Die stichting was door toenmalig koningin Beatrix in 2002 in het leven geroepen om de intellectuele eigendomsrechten van het Koninklijk Huis te beschermen. De kantonrechter in Den Haag bepaalde onlangs dat het bedrijf Royal Dutch Holding een misleidende handelsnaam voert. De koning heeft dat bedrijf nooit toestemming gegeven het predicaat Koninklijk te gebruiken en moet daarom zijn naam wijzigen.

In de rechtbank voerde Royal Dutch Holding ter verdediging aan dat de bescherming van de aanduiding 'koninklijk' zich niet uitstrekt tot de Engelse vertaling hiervan. Maar volgens de rechter is het gebruik van de Engelse taal in de Nederlandse samenleving inmiddels zo ingeburgerd dat het publiek geen onderscheid meer zal maken tussen 'Koninklijke Nederlandse' en 'Royal Dutch'. Ook grote (Koninklijke) Nederlandse ondernemingen als Shell en KLM presenteren zich in Nederland met de Engelse toevoeging 'Royal Dutch', aldus de rechter.

Sigillis Regiis Praesidio heeft op dit moment geen andere procedures lopen over oneigenlijk gebruik van het bijvoegsel koninklijk. Tobias Cohen Jehoram, advocaat van de stichting, zegt dat bedrijven die ten onrechte het predicaat Koninklijk voeren, eerst beleefd worden 'voorgelicht' door de commissaris van de Koning. Werkt dat niet, dan neemt Sigillis Regiis Praesidio contact op met de 'boven zijn stand levende' onderneming. Meestal wordt er een oplossing gevonden buiten de rechter om. 'Echter, in een enkel geval lukt dat niet en moet het aan de rechter worden voorgelegd', aldus Cohen Jehoram.

In dit geval versterkte de combinatie van het woord Royal met het woord Dutch (als in: Royal Dutch Shell) de indruk dat de koning het bedrijf officieel zijn zegen had gegeven.

Het predicaat Koninklijk is een onderscheiding die kan worden verleend aan verenigingen, stichtingen, instellingen of grote ondernemingen. Er gelden strikte regels voor de toekenning van het predicaat: het bedrijf moet niet alleen zeer belangrijk zijn in zijn vakgebied, maar het moet ook minimaal een eeuw oud zijn en minstens honderd werknemers hebben. Daarnaast moet het bedrijf aantoonbaar stabiel zijn, een goede financiële reputatie hebben en zich bovendien als Nederlandse onderneming presenteren.

De Stichting Sigillis Regiis Praesidio wordt bij alle naamskwesties rond het koningshuis ingeschakeld. En met succes. Zo liet de stichting in 2003 de naam van prinses en toekomstige koningin Amalia als merkrecht registreren. Daarmee nam zij commerciële naamkapers de wind uit de zeilen. De stichting was er overigens vroeg bij: het merk Amalia werd al op 5 december 2003 gedeponeerd, twee dagen vóór de geboorte van prinses Amalia op 7 december. De stichting beschikte dus duidelijk over voorkennis van hogerhand.

Toevoeging: ‘Het merk werd destijds na de geboorte gedeponeerd, maar dat was op een zondag. Daarom werd de depotdatum gesteld op de voorafgaande vrijdag’.

Bas Kist