Auteursrecht  

IEF 22043

Beroep op citaatrecht en persexceptie bij 'embedded linken' gaat niet op

Rechtbanken 1 mei 2024, IEF 22043; ECLI:NL:RBGEL:2024:2555 (SP Networks c.s. tegen Onwise c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/beroep-op-citaatrecht-en-persexceptie-bij-embedded-linken-gaat-niet-op

Rb. Gelderland 1 mei 2024, IEF 22043; ECLI:NL:RBGEL:2024:2555 (SP Networks c.s. tegen Onwise c.s.). SP Networks is een foto- en videopersbureau en handelt tevens onder de handelsnaam: Regio15. Gedaagde is actief als persfotograaf. Gedaagde is bovendien in loondienst bij Onwise, een bedrijf dat actief is op het gebied van internet marketing. Eiser is ook persfotograaf en actief binnen het samenwerkingsverband District8.net. De bij SP Networks aangesloten persfotografen leggen 112-incidenten vast. Onwise beheert de website denhaag-regionaal.nl, waar nieuwsberichten over de regio Haaglanden worden geplaatst. De website gebruikt een geautomatiseerd systeem dat nieuwsberichten van andere websites overneemt, ook wel 'embedded hyperlinks' genoemd. Bij een dergelijke embedded hyperlink wordt een foto getoond op de website die gebruikmaakt van die hyperlink, echter de foto wordt feitelijk ‘ingeladen’ vanaf de webserver van een andere website. SP Networks heeft geconstateerd dat foto's van hun persfotografen op deze site zijn gebruikt en heeft Onwise gesommeerd het gebruik te staken. Onwise heeft het gebruik gestaakt, een bedrag betaald aan SP Networks en het systeem aangepast zodat content over 112-incidenten niet meer wordt weergegeven. SP Networks vordert verklaring voor recht dat Onwise inbreuk heeft gemaakt op de auteurs-en persoonlijkheidsrechten van SP Networks.

IEF 22042

Uitspraak ingezonden door Arnout Groen (AC&R), Thijs van Aerde (Houthoff) en Kamiel Koelman (koelman legal)

A-G adviseert om prejudiciële vragen te stellen inzake online publicatie Anne Frank dagboek

Hoge Raad 5 apr 2024, IEF 22042; ECLI:NL:PHR:2024:384 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/a-g-adviseert-om-prejudiciele-vragen-te-stellen-inzake-online-publicatie-anne-frank-dagboek

Parket bij de Hoge Raad 5 april 2024, IEF 22042; ECLI:NL:PHR:2024:384 (Anne Frank Fonds tegen Anne Frank Stichting c.s.). In dit kort geding eist het Anne Frank Fonds (hierna: Fonds) dat de publicatie van Anne Frank's dagboekmanuscripten op een website wordt gestaakt of dat de site wordt geblokkeerd voor het Nederlandse publiek, inclusief via VPN of proxy. De kernvraag is of deze publicatie op de website als een mededeling aan het Nederlandse publiek geldt volgens het auteursrecht. De voorzieningenrechter en het hof oordeelden van niet [zie IEF 21285], vanwege effectieve geoblokkeringsmaatregelen. Het Fonds betwist dit oordeel en de proceskostenveroordeling, en vraagt om prejudiciële verwijzing als hun argumenten niet slagen. De cruciale vraag is de gerichtheid van de website op Nederland, wat complex blijkt. De Belgische appelrechter heeft in een parallelle bodemzaak inmiddels geschorst in afwachting of de Hoge Raad in het onderhavige kort geding prejudiciële vragen gaat stellen of niet. Omdat de praktijk erop zit te wachten en één van de partijen het ook bepleit in deze zaak, verwacht de A-G dat gebruik gemaakt zal worden van de bevoegdheid om ook in dit kort geding alvast prejudiciële vragen te stellen. De conclusie van A-G Van Peursem bepleit dan ook – gezien de onzekerheid en het grensoverschrijdende belang van de zaak – het stellen van prejudiciële vragen hierover. Ook zou daarbij kunnen worden overwogen of de 'gerichtheids'-rechtspraak uit het merkenrecht, auteursrechtelijk distributierecht en databankenrecht relevant is in deze context en hoe dit zich verhoudt tot de vraag of geoblocking als een 'mededeling aan het publiek' moet worden beschouwd. Wat betreft de aanspraak op artikel 1019h Rv volgt de A-G de Endstra-norm en concludeert hij dat de tijdigheid en specificiteit van de kostenopgave voldoende moeten zijn, zodat de tegenpartij zich behoorlijk kan verweren.

IEF 22036

Eisers hebben geen auteurs- en persoonlijkheidsrechten op The Rock

Rechtbanken 12 apr 2024, IEF 22036; ECLI:NL:RBAMS:2024:2240 (Eisers tegen Westinvest), https://www.ie-forum.nl/artikelen/eisers-hebben-geen-auteurs-en-persoonlijkheidsrechten-op-the-rock

Vzr. Rb. Amsterdam 12 april 2024, IEF 22036; ECLI:NL:RBAMS:2024:2240 (Eisers tegen Westinvest). Kort geding. Eiser 2 is architect en is bestuurder en enig aandeelhouder van Eiser 1. Dit bedrijf houdt zich onder meer bezig met het geven van adviezen op het gebied van architectuur en stedenbouw. Westinvest is een Duitse vastgoedbelegger. Op 30 maart 2012 is Westinvest eigenaar geworden van het kantoorgebouw The Rock aan de Zuidas te Amsterdam dat op dat moment werd verhuurd aan advocatenkantoor De Brauw Blackstone Westbroek. Deze huurovereenkomst is inmiddels tot een einde gekomen en de door Westinvest ingeschakelde makelaar heeft aan Eiser 2 geïnformeerd over aankomende aanpassingen aan het gebouw. Eiser 2 meent echter dat er met de voorgenomen werkzaamheden inbreuk gemaakt wordt op zijn auteursrechten en persoonlijkheidsrechten, nu hij moet worden aangemekrt als de architect van het iconische The Rock gebouw. Eiser 2 vordert in dit kort geding een staking van alle werkzaamheden tot er een beslissing in de bodemprocedure genomen wordt. Westinvest voert als verweer dat eisers niet-ontvankelijk zijn in hun vorderingen, nu zij niet kunnen worden aangemerkt als de maker van The Rock in de zin van de Aw. Hierdoor zou eisers geen beroep toekomen op de door hen ingeroepen exploitatie- en persoonlijkheidsrechten. Dit verweer slaagt. Westinvest heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat een andere (inmiddels failliete) rechtspersoon de ontwerper is van The Rock. Dit blijkt onder andere uit de opdrachtbevestiging en de website van dit bedrijf. Eisers kunnen dus niet als houders van de exploitatie- en persoonlijkheidsrechten worden aangemerkt. Hierop stuit toewijzing van alle vorderingen af, en hoeven de werkzaamheden rondom The Rock niet stilgelegd te worden. 

IEF 22032

Uitspraak ingezonden door Joris Vos en Herwin Roerdink, Vondst Advocaten.

L1 maakt geen inbreuk op het merkenrecht van De Limburger

Rechtbanken 2 mei 2024, IEF 22032; ECLI:NL:RBLIM:2024:2312 (De Limburger tegen L1), https://www.ie-forum.nl/artikelen/l1-maakt-geen-inbreuk-op-het-merkenrecht-van-de-limburger

Rb. Limburg 2 mei 2024, IEF 22032; ECLI:NL:RBLIM:2024:2312 (De Limburger tegen L1). Mediahuis Limburg (hierna: De Limburger) is uitgever van onder meer de krant De Limburger. Stichting Omroep Limburg (hierna: L1) en De Limburger zijn een samenwerkingsverband aangegaan voor het opzetten van een nieuwssite (1Limburg.nl). Deze samenwerking is in 2019 beëindigd aan de hand van een vaststellingsovereenkomst. L1 heeft ervoor gekozen verder te gaan met een nieuwsapp. De Limburger stelt dat het nieuwe logo dat L1 gebruikt voor haar nieuwsapp te veel lijkt op het logo dat De Limburger gebruikt voor haar eigen nieuwsapp en hiermee in strijd is met artikel 2.20 lid 2 sub b BVIE. Bovendien stelt de Limburger dat L1 ook inbreuk maakt op de merkrechten van De Limburger in de zin van artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE. Ook zou L1 in strijd handelen met de auteursrechten van De Limburger en de vaststellingsovereenkomst. De Limburger vordert bij deze kortgedingprocedure het gebruik van betreffend logo door L1 te staken en gestaakt te houden.

IEF 22029

Uitspraak ingezonden door Thijs van Aerde, Houthoff, en Arnout Groen, AC&R

Disney mag overeenkomsten Buma/Stemra met andere aanbieders niet inzien

Rechtbanken 2 mei 2024, IEF 22029; C/13/733040 / HA RK 23/141 (Disney tegen Buma/Stemra), https://www.ie-forum.nl/artikelen/disney-mag-overeenkomsten-buma-stemra-met-andere-aanbieders-niet-inzien

Rb. Amsterdam 2 mei 2024, IEF 22029, IT 4546; C/13/733040 / HA RK 23/141 (Disney tegen Buma/Stemra). Disney maakt op haar platform Disney+, een subscription video on demand (hierna: SVOD)-dienst, gebruik van muziek die behoort tot het door Buma/Stemra beheerde repertoire. Voor dit gebruik hebben partijen een licentieovereenkomst gesloten. Disney stelt dat zij sterke indicaties heeft dat het tarief dat door Buma/Stemra wordt gehanteerd niet is gebaseerd op objectieve en niet-discriminerende criteria. Dit zou in strijd zijn met artikel 21 van de Wet toezicht en geschillenbeslechting collectieve beheersorganisaties auteurs- en naburige rechten (hierna: Wet Toezicht), artikel 102 van het VWEU en artikel 4 van de Mededingingswet. In verband daarmee verzoekt Disney bij de rechtbank op grond van artikel 843a Rv verstrekking van, primair, de meest recente overeenkomsten die Buma/Stemra met andere SVOD-aanbieders (waaronder Netflix en Apple) en, subsidiair, de geanonimiseerde versie van deze documenten. Uiterst subsidiair vordert Disney een door een onafhankelijk registeraccountant gecontroleerd en gewaarmerkt afschrift van informatie over de door Buma/Stemra toegepaste licentietarieven. Buma/Stemra betwist deze stellingen en betoogt dat het verzoek van Disney neerkomt op een “fishing expedition”.

IEF 22025

Vorderingen afgewezen wegens gebrek aan spoedeisend belang

Rechtbanken 18 apr 2024, IEF 22025; ECLI:NL:RBLIM:2024:1919 (Arriba tegen Mercurex), https://www.ie-forum.nl/artikelen/vorderingen-afgewezen-wegens-gebrek-aan-spoedeisend-belang

Rb. Limburg 18 april 2024, IEF 22025; ECLI:NL:RBLIM:2024:1919 (Arriba tegen Mercurex). Mercurex vervaardigt in opdracht foto- en videomateriaal. Arriba is een onderneming op het gebied van (sport)voedingssupplementen. Mercurex heeft in opdracht van Arriba foto- en videomateriaal vervaardigd. Partijen hebben vervolgens in een akte regels omtrent de overdracht en levering van de auteursrechten vastgelegd. Nadat Mercurex content van de werken op haar social media had geplaatst, heeft Arriba haar gesommeerd om deze content te verwijderen. Mercurex heeft de content verwijderd, maar de door Arriba verstuurde onthoudingsverklaring niet ondertekend. Arriba vordert bij de voorzieningenrechter een bevel jegens Mercurex zich te onthouden van de inbreuk. De rechter komt echter tot het oordeel dat niet aannemelijk is gemaakt dat de door Arriba eenzijdig geformuleerde schadevergoedingsplicht rechtens afdwingbaar is en in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat deze (grotendeels) zal worden toegewezen. De vorderingen worden afgewezen bij gebreke van een voldoende spoedeisend belang. De proceskosten begroot de voorzieningenrechter op grond van 237 Rv en niet op grond van artikel 1019h Rv, omdat Mercurrex werkelijk gemaakte (IE-)kosten niet heeft onderbouwd.

IEF 22023

Conclusie A-G: auteursrecht op computerprogramma behelst niet variabelen in werkgeheugen

HvJ EU 25 apr 2024, IEF 22023; ECLI:EU:C:2024:363 (Sony tegen Datel ), https://www.ie-forum.nl/artikelen/conclusie-a-g-auteursrecht-op-computerprogramma-behelst-niet-variabelen-in-werkgeheugen

Conclusie A-G HvJ EU 25 april 2024, IEF 22023; ECLI:EU:C:2024:363 (Sony tegen Datel). Verzoekster verkoopt in Europa PlayStation-spelconsoles. Verweerders Datel Design and Development Ltd. en Datel Direct Ltd. produceren en verkopen voornamelijk aanvullende software voor spelconsoles. De software van verweerders werkt uitsluitend met de originele spellen van verzoekster. Verzoekster stelt dat verweerders inbreuk maken op haar auteursrecht, omdat de gebruikers van de producten van verweerders de aan haar spellen ten grondslag liggende software hebben veranderd. Verzoekster beroept zich subsidiair op haar rechten uit hoofde van het mededingingsrecht en meer subsidiair op de onrechtmatige daad. De softwareproducten van verweerders werken zo dat enkel de uit het lopende spel gegenereerde gegevens in het werkgeheugen worden gewijzigd. Daarom is het voor de verwijzende rechter van belang om vast te stellen of de inhoud van de variabelen die door het computerprogramma in het werkgeheugen van de spelconsole worden geplaatst en gebruikt, nog steeds binnen de reikwijdte van de bescherming van het recht tot verandering van het computerprogramma valt. De verwijzende rechter twijfelt eraan of het beïnvloeden van de variabele gegevens die tijdens het spel in het werkgeheugen worden gegenereerd, op zichzelf al een inbreuk vormt op het auteursrecht op een computerprogramma.

IEF 22015

BREIN doet met succes beroep op Convenant Blokkeren Websites

Rechtbanken 15 mrt 2024, IEF 22015; ECLI:NL:RBROT:2024:3274 (BREIN tegen M7), https://www.ie-forum.nl/artikelen/brein-doet-met-succes-beroep-op-convenant-blokkeren-websites

Rb. Rotterdam 15 maart 2024, IEF 22015; ECLI:NL:RBROT:2024:3274 (BREIN tegen M7). De Library Genesis Platforms en Anna’s Archive zijn digitale platforms die on demand gratis (ongeautoriseerde) kopieën van (grotendeels) auteursrechtelijke beschermde werken als download beschikbaar stellen. Abonnees van M7 (en andere internetproviders) hebben via deze domeinen toegang tot de diensten van deze platforms. In oktober 2021 is het ‘Convenant Blokkeren Websites’ (hierna: Convenant) ondertekend door onder andere BREIN en M7. Volgens dit Convenant moet BREIN eerst een vastgesteld stappenplan volgen om inbreukmakende websites bij de bron aan te pakken, voordat het een verzoek tot blokkade kan indienen. BREIN heeft dit stappenplan voor elk betrokken domein uitgevoerd, maar dit heeft niet geleid tot het offline halen van de inbreukmakende werken. Daarom vordert BREIN in dit kort geding dat M7 binnen vijf werkdagen na de betekening van het vonnis het aanbieden van diensten die gebruikt worden om inbreuk te maken op de auteursrechten van de vertegenwoordigde rechthebbenden, staakt en ook gestaakt houdt. BREIN heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat de Library Genesis Platforms en Anna’s Archive op grote schaal auteursrechtelijk beschermde werken beschikbaar stellen aan het publiek via het internet, inclusief aan abonnees van M7. M7 wordt gezien als tussenpersoon volgens artikel 26d van de Auteurswet en artikel 15e van de Wet op de naburige rechten, aangezien M7 toegang biedt tot de betreffende websites. BREIN heeft verder voldoende toegelicht dat zij het stappenplan zoals omschreven in het Convenant heeft gevolgd, zonder het gewenste resultaat te bereiken. De voorzieningenrechter heeft de vordering van BREIN toegewezen.

IEF 22007

Stelling dat overeenkomst overdracht van IE-rechten behelst, gaat niet op

Rechtbanken 17 apr 2024, IEF 22007; ECLI:NL:RBOVE:2024:2126 (WFA tegen gedaagden), https://www.ie-forum.nl/artikelen/stelling-dat-overeenkomst-overdracht-van-ie-rechten-behelst-gaat-niet-op

Rb. Overijssel 17 april 2024, IEF 22007; ECLI:NL:RBOVE:2024:2126 (WFA tegen gedaagden). Gedaagde is in 2019 gestart met exploitatie van het TDT-concept, een wieler-gerelateerde mediaconcept. World Football Association (WFA) en gedaagden hebben eind 2020 een samenwerkingsovereenkomst gesloten uit hoofde waarvan gedaagde tegen betaling exclusief voor WFA (video)content zal produceren en publiceren over wielrennen in verschillende disciplines, waarbij het merk Bingoal van WFA als één van de hoofdsponsors wordt aangeduid van het wielerteam van gedaagde. WFA voert aan dat gedaagden tekort zijn geschoten in de nakoming en vordert betaling van het bedrag van € 71.000. WFA stelt onder meer dat zij op grond van artikel 8 van de overeenkomst eigenaar is van de IE-rechten van het TDT-concept, het platform, de auteursrechten (logo’s en de content waarin het TDT-concept wordt en zal worden geëxploiteerd) en de handelsnaam. Zij voert aan dat er sprake is van auteursrechtinbreuk en onrechtmatige daad wegens slaafse nabootsing. Gedaagden betwisten dit en beroepen zich op de bepaling in de overeenkomst waarin staat dat “op geen enkele wijze enig recht op een bestaand of toekomstig intellectueel eigendomsrecht” verworven zal worden. Het zou enkel gaan om een gebruiksrecht. WFA heeft niet meer gemotiveerd op dit verweer gereageerd. Van een feitelijke en/of juridische levering van alle (bestaande en toekomstige) IE-rechten van gedaagde aan WFA in de door WFA bedoelde zin, is daarom volgens de rechtbank geen sprake. De vorderingen van WFA worden afgewezen.

IEF 22006

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Margot van Gerwen, Taylor Wessing.

Loungeset van Borek maakt geen inbreuk op IE-rechten Varico c.s.

Rechtbanken 22 apr 2024, IEF 22006; C/09/662217 / KG ZA 24-174 (Varico c.s. tegen Borek), https://www.ie-forum.nl/artikelen/loungeset-van-borek-maakt-geen-inbreuk-op-ie-rechten-varico-c-s

Rb. Den Haag 22 april 2024, IEF 22006; C/09/662217 / KG ZA 24-174 (Varico c.s. tegen Borek). Varico is rechthebbende op de intellectuele eigendomsrechten die rusten op het Suns tuinmeubilair. Sunsit beschikt over een licentie voor het gebruik van deze rechten. In 2020 heeft Varico de ‘Kota’ en ‘Aspen’ loungesets op de markt gebracht. Het verschil tussen de twee loungesets zit in het gebruikte materiaal voor de randen, aluminium bij de Kota en teakhout bij de Aspen. Borek is een bedrijf dat zich bezighoudt met de ontwikkeling en productie van tuinmeubilair. Voor het seizoen van 2024 biedt Borek een modulaire loungeset aan onder de naam ‘Yoi Vallon’. Net als de Kota en de Aspen bestaat de Yoi Vallon ook uit verschillende elementen die met elkaar gecombineerd kunnen worden. Bij brief van 23 januari 2024 heeft Varico c.s. Borek gesommeerd iedere inbreuk op de auteursrechten en Gemeenschapsmodelrechten met betrekking tot de Kota te staken en gestaakt te houden. In deze kortgedingprocedure vordert Varico c.s. een inbreukverbod. Zij legt hieraan primair ten grondslag dat Borek inbreuk maakt op haar Gemeenschapsmodellen als bedoeld in artikel 19 lid 1 GModVo. Ook voert zij aan dat sprake is van auteursrechtinbreuk en een onrechtmatige daad in de zin van artikel 6:162 BW. Borek betwist dit.