Gepubliceerd op woensdag 12 december 2007
IEF 5238
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Het overgenomen merk

clyse.gifGerechtshof ’s-Gravenhage, 29 november, rolnr. 05/1609, Canna B.V. tegen Glas (met dank aan Huib Berendschot, AKD Prinsen Van Wijmen).

Hoger beroep in deze zaak. In eerste instantie was het nog CANNA tegen CANNALYSE,  maar door merkovername (van een ex-medewerker van gedaagde) kan eiser zich in dit beroep op het merk CANNALYSE beroepen en ziet zijn vorderingen nu wel toegewezen. Geen overdracht .com domeinnaam, omdat het verbod slechts ziet op de Benelux en de domeinnaam ook gebruikt kan worden op een manier waarmee geen inbreuk in de Benelux wordt gemaakt.

Na het vonnis van de Rechtbank Den Haag van 5 oktober 2005, waarin werd geconcludeerd dat het merk CANNALYSE van gedaagde geen inbreuk maakte  op eisers niet-onderscheidende CANNA, heeft eiser het Beneluxmerk CANNALYSE overgenomen van een derde, een naar het lijkt ex-medewerker van gedaagde. Eiser beroept zich nu in hoger beroep primair op dit merk, Gedaagde heeft geen bezwaar gemaakt tegen de eisvermeerding.

Partijen twisten over de rechtmatigheid van het handelen van de genoemde derde en over wie de merknaam nu eigenlijk heeft bedacht, maar van overtuigend bewijs of reeds genomen juridische stappen door gedaagde tegen deze derde is geen sprake en het hof gaat er derhalve voorshands van uit dat het merk rechtsgeldig is overgedragen. Nu er sprake is van identieke tekens voor identiek waren is inbreuk een gegeven.

“8. Het hof acht aannemelijk dat door het gebruik van het teken CANNALYSE door Glas inbreuk in de zin van artikel 2.20, lid l, sub a, BVIE (artikel 13A, lid 1, sub a, BMW) wordt gemaakt op de rechten van Canna met betrekking tot haar merk CANNALYSE. Het door Gias gebruikte teken CANNALYSE is immers gelijk aan het merk en wordt gebruikt voor een testkit waarmee de werkzame stoffen in cannabis kunnen worden geanalyseerd, derhalve waren waarvoor het merk is gedeponeerd. Glas heeft dat op zichzelf ook niet gemotiveerd betwist. Niet gesteld of aannemelijk is geworden is dat het merk CANNALYSE ieder onderscheidend vermogen mist. Het op die merkrechten van Canna gebaseerde inbreukverbod is derhalve toewijsbaar. Dat geldt in zoverre ook voor de vordering tot veroordeling tot het betalen van dwangsommen. Nu het hier gaat om een Benelux-merk zal het inbreukverbod slechts gelden voor de Benelux.”

De .com domeinnaam van gedaagde hoeft echter niet te worden overgedragen, nu deze ook op niet-inbreukmakende wijze kan worden gebruikt:

“Wat betreft het onder 8 gevorderde bevel tot overdracht van de domeinnaam www.cannalyse.com door Glas aan Canna merkt het hof op dat Glas door toewijzing van het inbreukverbod het teken Cannalyse en dus ook de domeinnaam, niet kan gebruiken in de Benelux. Het hof is voorshands van oordeel dat sprake is van gebruik in de Benelux indien het gebruik daarvan in het bijzonder (mede) op het publiek in de Benelux is gericht, respectievelijk op het Benelux-publiek de indruk moet maken in het bijzonder daarvoor (mede) bestemd te zijn. Deze domeinnaam kan ook gebruikt worden op een manier dat daardoor geen inbreuk in de Benelux wordt gemaakt, zodat Glas bij het behoud daarvan belang kan hebben. In het licht daarvan is het hof voorshands van oordeel dat een afweging van de wederzijdse belangen leidt tot afwijzing van deze vordering.”

Lees het arrest hier.