Gepubliceerd op maandag 4 mei 2015
IEF 14904
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Prejudiciële vragen over thuiskopieheffing voor niet-privé gebruik

HvJ EU 2 maart 2015, IEF 14904; C-110/15 (Nokia Italia en SIAE)
Prejudiciële vragen gesteld door Consiglio di Stato, Italië. Over het betalen van een thuiskopieheffing voor media en apparaten die niet voor thuiskopie bestemd zijn (bijvoorbeeld professioneel gebruik).

1) „Staat het gemeenschapsrecht, meer bepaald overweging 31 en artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG, in de weg aan een nationale regeling (inzonderheid artikel 71 sexies van de Legge sul diritto d’autore juncto artikel 4 van [de Technische bijlage bij het decreet van] 30 december 2009), volgens welke de vaststelling van de criteria voor de vrijstelling vooraf van de heffing in geval van dragers en inrichtingen die zijn aangeschaft voor duidelijk andere doelen dan het kopiëren voor privégebruik – namelijk uitsluitend voor beroepsmatig gebruik – wordt overgelaten aan particuliere overeenkomsten of ‚vrije onderhandelingen’ (met name wat de in artikel 4 bedoelde ‚toepassingsprotocollen’ betreft) tussen de SIAE en de tot betaling van de compensatie verplichte rechtssubjecten of hun brancheorganisaties, zonder algemene bepalingen en enige garantie van gelijke behandeling?

2) Staat het gemeenschapsrecht, meer bepaald overweging 31 en artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG, in de weg aan een nationale regeling (inzonderheid artikel 71 sexies van de Legge sul diritto d'autore juncto [het decreet van] 30 december 2009 en de voorschriften van de SIAE inzake terugbetaling) volgens welke in geval van dragers en inrichtingen die zijn aangeschaft voor duidelijk andere doelen dan het kopiëren voor privégebruik – namelijk uitsluitend voor beroepsmatig gebruik – uitsluitend om terugbetaling kan worden verzocht door de eindgebruiker en niet door de producent van deze dragers en inrichtingen?

2.    Does Community law, and in particular recital 31 in the preamble to, and Article 5(2)(b) of, Directive 2001/29/EC, preclude national rules (in particular Article 71 sexies of the Italian Law on copyright, in conjunction with the [Decree of] 30 December 2009, and the instructions on reimbursement given by the SIAE, that provide that, in the case of media and devices acquired for purposes clearly unrelated to private copying (that is to say, for professional use only), reimbursement may be requested only by the final user rather than the producer of the media and devices?

Via Minbuza: De zaak betreft de billijke compensatie als schadevergoeding voor bijvoorbeeld het maken van een reproductie voor privégebruik, zonder commercieel oogmerk. In ITA is de compensatie voor kopiëren voor privégebruik in 1992 ingevoerd. In 2001 (RL 2001/29) heeft de gemeenschapswetgever regels opgesteld ter harmonisering van bepaalde aspecten van het auteursrecht, waarbij in bepaalde uitzonderlijke gevallen een ‘billijke compensatie’ moet worden betaald. De ITA regelgeving is daaraan aangepast, waarbij reproductie van fonogrammen en videogrammen voor privégebruik is toegestaan maar werd een compensatieplicht gelegd op de opnameapparatuur. Na een overgangsperiode is sinds een decreet van 30-12-2009 ook voor apparaten die niet specifiek voor reproductie, opname en opslag bestemd zijn, zoals mobiele telefoons, computers e.d., een compensatie verschuldigd.
Verzoekster heeft de nietigheid gevraagd van dit decreet, maar haar verzoek is afgewezen. Tegen dat vonnis is zowel verzoekster als een aantal andere telecombedrijven in beroep gegaan. Zij maken bezwaar tegen de omvang van de betalingsverplichting dan wel de verhoging van de compensatie voor sommige apparaten zonder dat vaststaat dat er sprake is van schade. Maar de rechter verwijst met name naar arrest Padawan waaruit duidelijk dat de loutere mogelijkheid om kopieën te vervaardigen voldoet om een compensatie op te leggen. Dat telefoons niet in de eerste plaats voor kopiëren zijn vervaardigd doet er dan ook niet toe.

De verwijzende ITA rechter (RvS) wijst de argumenten met betrekking tot het multifunctionele (en dus beperkte) gebruik van de apparaten en het verplicht stellen van compensatie zonder schade vast te stellen van de hand. Hij acht het heffingenstelsel in de ITA regeling rechtmatig. Het marginale karakter van de reproductiefunctie wordt in de tarifering in aanmerking genomen. Hij wijst op het geheugen van de huidige mobiele telefoons waarmee grote hoeveelheden auteursrechtelijk beschermd materiaal kan worden gedupliceerd. Partijen wensen voorleggen van vragen aan het HvJEU, een verzoek waaraan de lagere rechter niet meewerkte. De RvS overweegt dat ook de vraag speelt of het decreet van 30 december 2009 geen vrijstelling van de verplichting tot betaling van de compensatie voor het kopiëren van privégebruik verleent voor apparaten die uitsluitend voor beroepsmatig gebruik zijn aangeschaft, aangezien een dergelijke vrijstelling in wezen aan de discretionaire bevoegdheid van de SIAE (auteursrechtenorganisatie) wordt overgelaten. Hij legt dan ook het HvJEU de volgende vragen voor:

1) „Staat het gemeenschapsrecht, meer bepaald overweging 31 en artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG, in de weg aan een nationale regeling (inzonderheid artikel 71 sexies van de Legge sul diritto d’autore juncto artikel 4 van [de Technische bijlage bij het decreet van] 30 december 2009), volgens welke de vaststelling van de criteria voor de vrijstelling vooraf van de heffing in geval van dragers en inrichtingen die zijn aangeschaft voor duidelijk andere doelen dan het kopiëren voor privégebruik – namelijk uitsluitend voor beroepsmatig gebruik – wordt overgelaten aan particuliere overeenkomsten of ‚vrije onderhandelingen’ (met name wat de in artikel 4 bedoelde ‚toepassingsprotocollen’ betreft) tussen de SIAE en de tot betaling van de compensatie verplichte rechtssubjecten of hun brancheorganisaties, zonder algemene bepalingen en enige garantie van gelijke behandeling?

2) Staat het gemeenschapsrecht, meer bepaald overweging 31 en artikel 5, lid 2, onder b), van richtlijn 2001/29/EG, in de weg aan een nationale regeling (inzonderheid artikel 71 sexies van de Legge sul diritto d'autore juncto [het decreet van] 30 december 2009 en de voorschriften van de SIAE inzake terugbetaling) volgens welke in geval van dragers en inrichtingen die zijn aangeschaft voor duidelijk andere doelen dan het kopiëren voor privégebruik – namelijk uitsluitend voor beroepsmatig gebruik – uitsluitend om terugbetaling kan worden verzocht door de eindgebruiker en niet door de producent van deze dragers en inrichtingen?