Gepubliceerd op vrijdag 20 september 2013
IEF 13050
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Woorden 'spin' en 'spinning' hebben nauwelijks onderscheidend vermogen

Beschikking Hof Den Haag 17 september 2013, zaaknr. 200.120.870/01 (Mad Dogg Athletics tegen Vereniging van Exclusieve Sportcentra)
Beschikking ingezonden door Helen Maatjes, Intellectueel Eigendom Advocaten. Zie eerder IEF 12066. Merkenrecht. Afwijzing beroep na oppositie. Beroep tegen de afwijzing van de oppositie tegen de inschrijving van het door VES-gedeponeerde woord/beeldmerk SPIN FOR LIFE. De oppositie was gebaseerd op de Europese woordmerken SPIN, SPINNING en SPIN FITNESS van Mad Dogg. Het BBIE heeft deze merken een zeer beperkt onderscheidend vermogen toegeschreven, de toegevoegde beeld- en woordelementen en het kleurgebruik geven voldoende verschillen om de overeenstemmende punten te neutraliseren.

Ondanks de grote mate van soortgelijkheid van de diensten, hebben de woorden 'spin' en 'spinning' nauwelijks onderscheidend vermogen. In het VES-merk maken de woorden 'for life' een aanzienlijk groter deel uit van het merk dan het woord 'spin'. Het Bureau had niet een vergelijking van de waren/diensten achterwege mogen laten, maar dit leidt niet tot vernietiging van de beslissing. Het beroep wordt verworpen.

11. Het hof is met Mad Dogg van oordeel dat in dit geval sprake is van een grote mate van soortgelijkheid van de diensten. Voor de dienst hebben de woorden 'spin' en 'spinning' echter nauwelijks onderscheidingskracht (zie rov 7). Het woord 'spin' vormt daarom niet het onderscheidend element van het VES-merk. Evenmin is het daarin dominerend. De in de SPIN(NING)-merken van Mad Dogg niet voorkomende woorden 'for life' maken een aanzienlijk groter deel uit van het VES-merk dan het woord 'spin'. Tussen de totaalindrukken die (...) worden opgeroepen (...) bestaan om deze redenen grote verschillen. (...)

12. Gezien de uiterst geringe gelijkenis tussen de betrokken merken en het zeer geringe onderscheidend vermogen van de oudere merken, is de hoge mate van gelijksoortigheid van de diensten naar het oordeel van het hof onvoldoende om tot verwarringsgevaar te kunnen concluderen. Hoewel door Mad Dogg terecht naar voren is gebracht dat het Bureau in een geval als het onderhavige, waarin enige gelijkenis tussen de betrokken merken bestaat, een vergelijking van de waren/diensten niet achterwege had mogen laten, kunnen derhalve ook de onder 8 vermelde klachten van Mad Dogg niet tot vernietiging van de beslissing van het Bureau leiden.