Gepubliceerd op vrijdag 5 oktober 2012
IEF 11834
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Webadres met privénaam medicus voor beschuldigingen onrechtmatig

Hof Arnhem 18 september 2012, LJN BX9224 ([A] tegen [B] en Stichting Slachtoffers Iatrogene Nalatigheid-Nederland)

Domeinnaamrecht. Handelsnaamrecht. "Privépersoon". In navolging van IEF 9803 en IEF 8954, en IEF 9902 waarin onder meer is geoordeeld dat naar het voorlopige oordeel van de voorzieningenrechter een persoon in de uitoefening van een hoge (medische) functie ten aanzien van het openlijk uiten van kritiek meer zal moeten dulden dan als privépersoon.

Het registreren van de domeinnamen www.[domeinnaam 1] en [domeinnaam 2] en het lanceren van de onderhavige websites, met als kennelijk doel om onder een groot publiek, waaronder – zo valt uit de keuze van de naam van de website af te leiden – met name relaties en patiënten van [A], lichtvaardige, ongefundeerde en ernstige beschuldigingen ten aanzien van [A] bekend te maken, is voorshands eveneens onrechtmatig.

Vanwege de onrechtmatige inhoud is er sprake van onrechtmatige publicatie op websites, waaronder sites waar in de domeinnaam de naam van de wederpartij wordt vermeld. Geïntimeerden worden gelast om gebruik van de domeinnaam te staken en gestaakt te houden, alsmede alle mogelijke denkbare variaties hierop, al dan niet in combinatie met zijn functie als arts of een van zijn nevenfuncties. Tevens dient de domeinnaam te worden overgedragen. En tevens om gedurende minimaal een half jaar bovenaan de startpagina van de website van de stichting een rectificatie te publiceren op een voor de bezoekers van de website overduidelijke wijze.

4.16  [geïntimeerden] hebben de beschuldigingen nu geplaatst op de website [domeinnaam 2]. Vaststaat dat deze website bij gebruik van de diverse internet-zoekmachines bovenaan de lijst met ‘hits’ verschijnt wanneer de achternaam van [A] wordt ingetypt. Zowel privé- als zakelijke relaties van [A], en (eventuele toekomstige) patiënten worden bij een eerste zoektocht naar informatie over dan wel gegevens van [A] derhalve met deze beschuldigingen geconfronteerd. Het is dan ook aannemelijk dat [A] aanzienlijke hinder ondervindt van de door [geïntimeerden] in de lucht gehouden website [domeinnaam 2] met de daarop geuite ongefundeerde en diffamerende beschuldigingen en de beide andere websites (www.[domeinnaam 1] en www.sin-nl.org) die verwijzen naar de website [domeinnaam 2].

4.18  Naar het voorlopig oordeel van het hof maakt het voorgaande, in samenhang bezien, – waarbij het hof met name gewicht toekent aan de ernst van de ongefundeerde beschuldigingen, het gebrek aan feitelijke onderbouwing, en het feit dat de beschuldigingen staan op websites onder de domeinnaam waarin [A]’ achternaam voorkomt – dat het belang van [A] bij verwijdering van de beschuldigingen zwaarder weegt dan het belang van [B] om aandacht te vragen voor (het verzwijgen van) medische fouten.

4.19  In het verlengde hiervan acht het hof het registreren van de domeinnamen www.[domeinnaam 1] en [domeinnaam 2] en het lanceren van de onderhavige websites, met als kennelijk doel om onder een groot publiek, waaronder – zo valt uit de keuze van de naam van de website af te leiden – met name relaties en patiënten van [A], lichtvaardige, ongefundeerde en ernstige beschuldigingen ten aanzien van [A] bekend te maken, voorshands eveneens onrechtmatig. De websites zijn enkel gewijd aan verdachtmakingen jegens [A] en niet is gesteld noch aannemelijk is geworden dat [geïntimeerden] de websites voor enig ander doel wensen te gebruiken en dat de relaties en patiënten van [A] daarbij niet zullen worden blootgesteld aan lichtvaardige en ongefundeerde verdachtmakingen die afbreuk doen aan zijn integriteit, geloofwaardigheid, eer en goede naam.

4.20  Ook wanneer ervan moet worden uitgegaan dat de stichting thans rechthebbende op de beide domeinnamen is, maakt dat het voorgaande niet anders ten opzichte van [B]. Vaststaat dat [B] de domeinnamen steeds heeft geregistreerd: www.[domeinnaam 1] aanvankelijk op haar eigen naam, maar later overgedragen aan de stichting, en [domeinnaam 2] door haar als enig bestuurder van de stichting, zodat zij uit dien hoofde als enige bij machte is om de websites te doen verwijderen. Ook [B] valt persoonlijk een ernstig verwijt te maken van het voortduren van het onrechtmatig gebruik van de beide domeinnamen en websites. In wezen gebruikt zij de stichting om de consequenties van het vonnis van 23 juni 2010 te ontgaan.

Op andere blogs:
Internetrechtspraak (Hof Arnhem (Iatrogene Nalatigheid))
DomJur 2012-894