Gepubliceerd op vrijdag 14 september 2007
IEF 4671
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Biochemische octrooizaak

Theo Blomme (ir.), Freshfields Bruckhaus Deringer: Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 augustus 2007, HA ZA 06-2131. Ajinomoto Co. Inc. c.s. tegen Global Bio-Chem Technology Group Company Ltd c.s. Korte bespreking van een biochemische octrooizaak met enkele interessante juridische aspecten.

“Omdat de volledige aaneengesloten DNA-sequentie van de gebruikte bacterie niet in het eindproduct aanwezig was, viel het voor eiseres Ajinomoto niet mee om inbreuk op haar octrooien aan te tonen. Dat bewijs werd geleverd door middel van gensequentie-analyses van DNA restanten die nog in de aangetroffen L-lysine aanwezig waren. De rechtbank gaat voorbij aan het verweer van GBT dat dit bewijs niet sluitend zou zijn omdat daaruit niet de volledige geclaimde (gemodificeerde) gensequentie zou blijken. Het geleverde bewijs maakt één en ander namelijk zeer aannemelijk en een andersluidende verklaring ontbreekt.”

Lees de bespreking hier. Vonnis Rechtbank Den Haag hier.

Freshfields Bruckhaus Deringer trad in deze zaak op voor Ajinomoto Co. Inc.