Gepubliceerd op maandag 31 oktober 2016
IEF 16343
Hof Den Haag ||
25 okt 2016
Hof Den Haag 25 okt 2016, IEF 16343; (Teva tegen Synthon), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hof-bekrachtigt-vernietiging-copaxone-octrooien

Uitspraak ingezonden door Jan Pot, Mark van Gardingen, Brinkhof.

Hof bekrachtigt vernietiging Copaxone-octrooien

Hof Den Haag 25 oktober 2016, IEF 16343 (Teva tegen Synthon) Octrooirecht. Teva is exclusief licentieneemster van EP 888 en houdster van octrooien EP 703, EP 528 en EP 924 voor de productie van glatirameer acetaat dat op de markt wordt gebracht onder de merknaam "Copaxone". De rechtbank vernietigt het Nederlandse deel van EP 924 en EP 528 wegens gebrek aan inventiviteit, EP 703 was reeds door het EOB herroepen. Het Hof bekrachtigt het vonnis [IEF 14885] en veroordeelt Teva in de proceskosten ad €190.000. Het hof is bewust dat de Engelse rechter ander heeft beslist, maar het hoger beroep daar is nog aanhangig.

4.20 Het verweer van Teva dat het FDA rapport niet tot de stand van de techniek zou behoren wordt verworpen. Teva heeft de mogelijkheid gekregen de destijds door Synthon van de FDA ontvangen microfiches te inspecteren en zij heeft geconstateerd dat de pagina’s met de hiervoor bedoelde passages van het FDA rapport daarop aanwezig zijn. Na betwisting dat Synthon de microfiches voor de prioriteitsdatum zou hebben ontvangen heeft Synthon een schriftelijke verklaring overgelegd van een werknemer inhoudende dat hij de desbetreffende microfiches bij brief van 28 april 1997 door de EDA toegestuurd heeft gekregen. Daarop heeft Teva geen verder verweer gevoerd. Mede gezien ook de verklaring van mevrouw Bobka (prod. S33) dat dit rapport in elk geval op 30 oktober 2000 toegankelijk was voor het publiek en door de onderneming waarvan zij directetie is (F01 Services), is toegezonden aan een derde, moet aangenomen worden dat het FDA rapport op de prioriteitsdatum tot de stand van de techniek behoorde.

4.26 Het hof is zich ervan bewust dat de Engelse rechter in eerste aanleg anders heeft beslist dan de rechtbank en dit hof, doch die verschillende uitkomst kan mogelijk daardoor worden verklaard dat in die procedure andere bewijsmiddelen (in het bijzonder niet het FDA rapport en de in r.o. 4.23 genoemde publicaties en verklaringen) voorlagen en deels ook andere argumenten zijn aangevoerd. In het in Engeland aanhangige hoger beroep is nog geen uitspraak gedaan.