Gepubliceerd op woensdag 24 september 2014
IEF 14227
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

AUTEURSRECHTDEBAT: Downloadverbod én thuiskopieheffing: een opmerkelijke draai van de staatssecretaris

Door Ebo Keuning, post-initiële/post-graduate master IE, Universiteit van Alicante. Thema: Downloadverbod & thuiskopie. “Als downloaden uit evident illegale bron niet langer onder de thuiskopie-exceptie valt, is er geen aanleiding meer voor een stelsel met thuiskopieheffingen. […] Een heffingenstelsel zou dan slechts leiden tot dubbele of onnodige betaling door de consument.”

Zelfs vóór de eerste internaut day betaalden wij al een thuiskopieheffing. Auteursrechthebbenden leden schade doordat de Nederlandse consument films, tv- en radioprogramma’s opnam, en video- en cassettebanden kopieerde – die schade moest worden gecompenseerd. De internetrevolutie maakte piraterij nóg interessanter, zo ontstond de geliefde en gehate downloadcultuur. Nederland greep artikel 5, lid 2, sub b van de Auteursrechtrichtlijn aan voor een polderoplossing waarin de downloadende consument en de gevestigde belangen van de thuiskopieregeling werden gespaard.

Sindsdien benadrukte Nederland consequent en expliciet dat het geen downloadverbod kende. De thuiskopieregeling was succesvol opgerekt van het kopiëren van cassettebandjes naar het downloaden van films via The Pirate Bay. Kopers van vergoedingsplichtige voorwerpen compenseerden collectief de schade van auteursrechthebbenden. Vriend en vijand van downloaden waren het eens dat de thuiskopieheffing daarmee onlosmakelijk was verbonden. Getuige het openingscitaat onderschreef de staatssecretaris dat standpunt nog in 2011.

In april zette het Hof van Justitie een streep door ons downloadbeleid. De staatssecretaris bevestigde direct het downloadverbod, een week later schreef hij de Tweede Kamer dat de thuiskopieheffing in stand blijft. Daarvoor dienen de AMvB te worden herschreven en de SONT-tarieven opnieuw te worden berekend. Zo werd de koppeling tussen downloaden uit ongeoorloofde bron en de thuiskopieheffing wel erg gemakkelijk verbroken. Kennelijk greep het kabinet haar kans om belangenclubs hun downloadverbod te geven én de gevestigde belangen van Stichting de Thuiskopie veilig te stellen.

Dat is opmerkelijk, een pure thuiskopieerheffing wordt steeds moeilijker te rechtvaardigen door het wegvallen van een overtuigend verband tussen het bezit van vergoedingsplichtige voorwerpen en kopiëren zonder toestemming. In tegenstelling tot analoge opslagmedia hebben hedendaagse producten legio legale gebruiksmogelijkheden. Rechthebbenden geven bovendien in hun licentievoorwaarden steeds vaker toestemming voor het maken van eigen kopieën (iTunes legt de verantwoordelijkheid voor het maken van een back-up bij de consument), maken kopieën technisch onmogelijk of maken kopiëren overbodig dankzij streaming. En wat te denken van werken gepubliceerd onder Creative Commons-licenties of de eigen foto’s?

Gezien de groeiende weerstand tegen de uitwassen van het auteursrecht is het nauwelijks denkbaar dat deze gang van zaken maatschappelijk draagvlak geniet. Het downloadverbod leek al langer onvermijdelijk. Maar het in stand houden van de thuiskopieheffing getuigt van miskenning van legitieme bezwaren tegen de regeling en staat haaks op eerder gewekte verwachtingen.

Het Hof van Justitie oordeelde niet alleen over illegaal downloaden, maar gaf ook expliciet te kennen dat de Nederlandse thuiskopieregeling incompatibel is met de Auteursrechtrichtlijn – m.i. voldoende aanleiding de heffing op te schorten en in het politieke debat te pleiten voor afschaffing. De staatssecretaris heeft dit nagelaten en daarmee zijn kans verspeeld om beleid te maken van zijn eerdere standpunt. Het resultaat? Wij betalen fors voor de beperkte schade van enkele private partijen, dat leidt – volgens de staatssecretaris – tot “dubbele of onnodige betaling door de consument.

Ebo Keuning

pdf-versie