IEF 21970
28 maart 2024
Uitspraak

Onrechtmatig gebruik voetbalspeler voor advertentie Adidas

 
IEF 21969
28 maart 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: schending van uitingsvrijheid kan tenuitvoerlegging vonnis in de weg zitten

 
IEF 21973
28 maart 2024
Uitspraak

Automattic moet verbeurde dwangsommen betalen

 
IEF 13401

Inspiratie door de vormgeving van een verregende motorrijbroek

Hof van Beroep Antwerpen 16 december 2013, Rolnr. 2011/AR/2013 (H&M tegen G-Star)
Uitspraak ingezonden door Eric De Gryse, Tineke Van Hoey, Fernand de Visscher, Simont Braun.
Vergelijkbare procedure IEF 12104. Geen auteursrecht. Geen oneerlijke marktpraktijken (93, 95 WMPC en 10bis 3 Verdrag van Parijs). Door de Rechtbank van Koophandel te Antwerpen [hier] werd een stakingsbevel gegeven voor de verdere verhandeling van de onrechtmatige auteursrechtelijke reproducties van de ELWOOD-spijkerbroek. Anders oordeelt het hof over de combinatie van functionele en niet-functionele kenmerken. Ontwerper (Pierre Morisset) verklaarde zelf dat de jeans is geïnspireerd op de broek van een motorrijder na een twee uur durende rit doro de regen. De vormgeving van een motorrijbroek bestaat reeds geruime tijd. De voorgehouden combinatie van element, zijn kenmerken die eigen zijn aan de motorrijbroek. De ELWOOD-jeans komt dan geen auteursrechtelijke bescherming toe.

Het hof is van oordeel dat er geen begeleidende omstandigheden worden aangehaald die mogelijk indruisen met de eerlijke handelsgebruiken. Er is geen onrechtmatige verwarringstichting aangetoond: de gemiddelde consument zal zich neit vergissen tussen het product aangeboden in kwaliteitswinkels en het product aangeboden in de goedkopere winkelketens van de appellante. Het etiket verhindert ook de mogelijke verwarring.

Geïntimeerden worden veroordeeld in de kosten, vastgesteld op rechtsplegingsvergoeding in eerste aanleg van €11.000 en in hoger beroep nogmaals €11.000.

IEF 13400

Internet Scriptieprijs 2013 - nog een week om in te zenden

Stuur je scriptie in en win € 1.500,=!
Dit jaar organiseren advocatenkantoor Brinkhof en internet provider XS4ALL de zevende editie van de Internet Scriptieprijs voor de beste juridische masterscriptie op het gebied van internet en recht. De Internetscriptieprijs 2013 wordt mede mogelijk gemaakt en professioneel uitgegeven door juridische uitgeverij deLex, en online gepubliceerd op www.internetscriptieprijs.nl.

Meedoen? Stuur je scriptie uiterlijk 15 januari 2014 in, bij voorkeur als doorzoekbaar Pdf-bestand, via www.internetscriptieprijs.nl, vergezeld van een kopie van het tentamenbriefje. De uitreiking van de prijs vindt plaats op een juridisch symposium op donderdagmiddag 20 februari 2014 in Felix Meritis in Amsterdam. Tijdens het symposium komen interessante sprekers aan het woord en krijgen de inzenders van de drie beste scripties de gelegenheid om hun scriptie toe te lichten.

Met de Internet Scriptieprijs willen Brinkhof en XS4ALL rechtenstudenten uitdagen om zich te specialiseren in dit rechtsgebied van de toekomst en een podium creeren voor excellente studenten. De winnende scriptie wordt beloond met een geldbedrag van € 1.500,- en een mobiel internetabonnement van XS4ALL. De winnende scriptie wordt bovendien professioneel uitgegeven door juridische uitgeverij deLex en online gepubliceerd op www.internetscriptieprijs.nl. Om een idee te geven, afgelopen edities zijn gewonnen door scripties over de verwerking van persoonsgegevens door mobiele apps, geneesmiddelenverkoop op internet, de vermogensrechtelijke status van virtuele spelobjecten, de bewaarplicht voor verkeersgegevens, internettoegang als universele dienst en domeinnaamrecht.

IEF 13399

Algemeen inbreukverbod omdat Samsung voortdurende nieuwe smartphones op de markt brengt

Hof Den Haag 31 december 2013, zaaknr. 200.096.074/01 (Apple tegen Samsung)
Uitspraak ingezonden door Rutger Kleemans en Arvid van Oorschot, Freshfields Bruckhaus Deringer.
Tussenarrest inzake Apple-Samsung. Hoger beroep na kort geding [IEF 10106], waarin inbreukverboden uitsluitend op grond van octrooi EP 868 van Apple zijn toegewezen jegens enkele smartphone modellen van Samsung.

Het staat niet onbetwist vast dat de verkoop van de Samsung Galaxy Ace Plus is gestaakt. Het ontbreken van spoedeisend belang ten tijde van het arrest van het hof doet er niet aan af dat partijen nog wel belang kunnen hebben bij een oordeel of het vonnis van de voorzieningenrechter juist was gewezen.

Het hof dient in beginsel zijn arrest af te stemmen op het bodemvonnis. De door Samsung aangevoerde verweren kunnen niet slagen, nu niet aannemelijk is geworden dat in dit geval, tot executiegeschillen leidende, onduidelijkheid bestaat over de door het hof in het voetspoor van de bodemrechter aangenomen beschermingsomvang van EP 868 en Apple een zwaarder wegend belang heeft bij een algemeen verbod aangezien Samsung voortdurende nieuwe smartphones op de markt brengt. Een algemeen inbreukverbod voor komt voor toewijzing in aanmerking.

20. Het hof, dat als rechter in kort geding moet beslissen op een vordering tot het geven van een voorlopige voorziening nadat de bodemrechter vonnis in de hoofdzaak heeft gewezen, dient in beginsel zijn arrest af te stemmen op het oordeel van de bodemrechter, ongeacht of dit oordeel is gegeven in een tussenvonnis of een eindvonnis, in de overwegingen of in het dictum van het vonnis, en ongeacht of het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan. Onder omstandigheden kan er plaats zijn voor het aanvaarden van een uitzondering op dit beginsel, hetgeen het geval zal kunnen zijn indien het vonnis van de bodemrechter klaarblijkelijk op een misslag berust en de zaak dermate spoedeisend is dat de beslissing op een tegen dat vonnis aangewend rechtsmiddel niet kan worden afgewacht, alsook indien sprake is van een zodanige wijziging dat moet worden aangenomen dat de bodemrechter ingeval hij daarvan op de hoogte zou zijn gesteld, tot een andere beslissing zou zijn gekomen. (vergelijk HR 19 mei 2000, LJN AA5870, NJ 2001, 407 en 7 januari 2011, LJN BP0015, NJ 2011, 304). Apple noch Samsung heeft gesteld dat sprake is van een misslag of zodanige omstandigheden. Bij haar akte producties en eiswijziging heeft Apple zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
IEF 13398

Personalia: Daniel Haije partner bij Hoogenraad Haak

Uit het persbericht: Advocaat Daniël Haije is per 1 januari 2014 partner bij Hoogenraad & Haak, advertising + IP advocaten. Daniël was al sinds 2009 als medewerker aan het kantoor verbonden.

Ebba Hoogenraad: “Wij zijn blij dat Daniël als partner is toegetreden. Hij is een echte specialist die lastige problemen gemakkelijk kan uitleggen. Daniël versterkt onze praktijk op het raakvlak van reclame en intellectuele eigendom en voegt daar zijn focus op reputatiemanagement aan toe.”

Daniël Haije: “Er is een groeiende vraag naar juridisch advies over commerciële communicatie, intellectuele eigendom en reputatie. Ik merk dat ik ondernemingen concreet verder kan helpen. Hoogenraad & Haak past mij als een oude spijkerbroek – zo’n topexemplaar waar je ook nog eens apetrots op bent.”

IEF 13397

Extra winstafdracht Sjopspel na deskundigenonderzoek

Hof Amsterdam 23 juli 2013, ECLI:NL:GHAMS:2013:2243 (Super De Boer - Sjopspel winstafdracht)
Vervolg op HR 8 december 2006 [IEF 3052]. Vordering tot winstafdracht op grond van artikel 27a Aw 1912. Na deskundigenonderzoek begroot het hof de winst die is behaald met het "sjopspel". De winst is groter dan de geleden schade. Volgt veroordeling tot winstafdracht.

Het hof brengt in herinnering dat tussen partijen inmiddels is vastgesteld dat De Boer inbreuk heeft gemaakt op het auteursrecht van appellant op het zogenoemde “Shoppingspel” door in haar winkels via een spaaractie het “Sjopspel” aan haar klanten ter beschikking te stellen en dat appellant als gevolg daarvan tot een bedrag groot € 28.508,92 schade heeft geleden. Appellant vordert op de voet van het bepaalde in artikel 27a Auteurswet dat De Boer wordt veroordeeld om aan hem winst af te dragen. Volgens appellant is die winst hoger dan de door hem geleden schade.

De gemiddelde grootte van de door de deskundigen gevonden extra winst kan bij een aantal afgezette (45.100) spellen als aannemelijk worden aangemerkt, zijnde een bedrag groot € 86.840,-. Het hof veroordeelt De Boer tot betaling van een bedrag groot € 86.840,- , te vermeerderen met compensatoire interessen ter hoogte van de geldende wettelijke rente vanaf 9 april 1997, alsmede met bepaling dat De Boer op het door haar aan appellant verschuldigde € 28.508,92 in mindering mag brengen.

2.9. [appellant] heeft succes met zijn hoger beroep. Bij gebreke van ter zake dienende stellingen kan bewijslevering verder achterwege blijven. Het vonnis van de rechtbank te Assen van 26 juli 1994 moet worden vernietigd.
De door de deskundigen berekende met het Sjopspel behaalde winst is, in zoverre deze door het hof is aanvaard, groter dan de schade die [appellant] heeft geleden. De Boer dient die winst, een bedrag groot
€ 86.840,-, aan [appellant] af te dragen, onder aftrek van het reeds uitgekeerde bedrag aan schadevergoeding. Voor matiging bestaat geen grond.
Er bestaat evenmin toereikende grond voor de veronderstelling dat [appellant] door toekenning van een dergelijk bedrag ten laste van De Boer ongerechtvaardigd zou worden verrijkt.

2.10. [appellant] heeft bij conclusie na enquête houdende verandering en vermeerdering van eis d.d. 9 april 1997 compensatoire interessen gevorderd over het bedrag aan winstafdracht groot
NLG 594.186,- exclusief btw vanaf 1 november 1989, zijnde het midden van de actieperiode. Bij akte rectificatie van 7 mei 1997 heeft [appellant] toegelicht bedoeld te hebben te vorderen compensatoire rente over een bedrag aan winstafdracht groot NLG 637.773,- vanaf 1 november 1989. In het exploit waarbij [appellant] De Boer na verwijzing door de Hoge Raad heeft opgeroepen voor het gerechtshof te Arnhem heeft [appellant] compensatoire rente gevorderd over een bedrag aan winstafdracht groot
NLG 637.773,-. Bij gelegenheid van de ten overstaan van het gerechtshof te Arnhem op 3 mei 2004 gehouden pleidooien heeft [appellant] zijn rentevorderingen (ook die met betrekking tot de door hem gevorderde schadevergoeding) aanvullend toegelicht door te verwijzen naar de specifieke betekenis van dit type rentevordering als schadevordering en ervoor gepleit de compensatoire rente samengesteld te berekenen naar de voet van de wettelijke rente. Het gerechtshof te Arnhem heeft in zijn eindarrest van 19 april 2005 geconstateerd dat De Boer geen verweer heeft gevoerd tegen de over de schadevergoeding gevorderde compensatoire rente en deze vervolgens toegewezen en de vordering tot winstafdracht met inbegrip van de rentevordering afgewezen. In het daarop volgende cassatieberoep is wat betreft de winstafdracht de rentevordering niet afzonderlijk aan de orde gesteld. Ten overstaan van dit hof heeft [appellant] een paar maal wijziging gebracht in de omvang van de winstafdracht waarop hij recht meent te hebben en heeft [appellant] telkens zijn rentevordering gehandhaafd vanaf 1 november 1989. De Boer heeft zich daartegen verweerd met de stelling dat compensatoire rente pas vanaf 7 mei 1997 toewijsbaar is.
Bij deze stand van zaken is de gevolgtrekking gerechtvaardigd dat de vordering van [appellant] die strekt tot vergoeding van compensatoire rente over het bedrag aan winstafdracht toewijsbaar is en wel vanaf 9 april 1997. Dat is immers de dag dat deze vordering voor het eerst door [appellant] in rechte aan de orde werd gesteld. Gesteld noch gebleken is dat [appellant] eerder voldoende kenbaar voor De Boer aanspraak heeft gemaakt op compensatoire rente over het bedrag aan winstafdracht, hetgeen aan toewijzing met ingang van een eerdere datum in de weg staat.
Over het bedrag aan winstafdracht is De Boer aan [appellant] compensatoire interessen verschuldigd ter hoogte van de wettelijke rente. De hoogte van de rentevordering is ontoereikend bestreden met de enkele stelling van De Boer dat er geen enkele reden is om deze rentevoet ex aequo et bono vast te stellen op die van de wettelijke rente.

2.11. Het resterende deel van de vordering van [appellant] zal worden afgewezen.

Het hof:
vernietigt het vonnis van de rechtbank te Assen van 26 juli 1994 en, opnieuw rechtdoende,
veroordeelt De Boer tot betaling aan [appellant] van een bedrag groot € 86.840,- ,
te vermeerderen met compensatoire interessen ter hoogte van de geldende wettelijke rente vanaf 9 april 1997, alsmede met bepaling dat De Boer op het door haar aan [appellant] verschuldigde
€ 28.508,92 in mindering mag brengen;
IEF 13396

Wanprestatie middels keywordmarketing door affiliate

Rechtbank Noord-Holland 13 november 2013, ECLI:NL:RBNHO:2013:11020 (Digital Revolution B.V. tegen Daisycon B.V.)
Als randvermelding. Tussenvonnis ECLI:NL:RBNHO:2013:13120. Keywordmarketing wanprestatie. Reclamerecht. Contractenrecht. Affiliatemarketing door een affiliate uit het bestand van een bureau dat zich bezighoudt met online marketing met keyword "123inkt". Overeenkomsten tussen het bureau en de opdrachtgever én tussen de affiliate en de opdrachtgever. Wanprestatie affiliate door gebruik keywordmarketing. Wanprestatie bureau wegens het niet houden van voldoende toezicht op het gebruik van keywordmarketing door de affiliate. Eigen schuld opdrachtgever. Omvang schade; mindering door erkenning besparingen op advertentiekosten.

2.2. Ten aanzien van Daisycon is in het tussenvonnis overwogen dat op haar, ingevolge de overeenkomst tussen haar en Digital Revolution, de verplichting rustte toezicht te houden op de naleving door de affiliates van de voorwaarden voor deelname aan het affiliateprogramma. Door niet na te gaan of [GEDAAGDE SUB 2] zich ook na maart 2009 heeft gehouden aan de voorwaarde dat hij niet aan keywordmarketing mocht doen, is Daisycon toerekenbaar tekortgeschoten in de nakoming van deze overeenkomst, zodat zij aansprakelijk is voor de schade als gevolg van dit tekortschieten. De rechtbank heeft in het tussenvonnis voorts overwogen dat in de verhouding tussen Digital Revolution en Daisycon eenderde deel van de schade voor rekening van Digital Revolution moet blijven vanwege eigen schuld.

2.6 (...) - nu Digital Revolution kennelijk uitsluitend gebruik heeft gemaakt van het keyword “123inkt”, kan de advertentie van [GEDAAGDE SUB 2] alleen concurrerend hebben gewerkt voor de zoekopdracht met letterlijk alleen de combinatie “123inkt”. Daisycon gaat ervan uit dat [GEDAAGDE SUB 2] meerdere keywords had ingekocht en acht het niet aannemelijk dat de bezoekers van de advertentie van [GEDAAGDE SUB 2] steeds hebben gezocht op die combinatie. Daisycon betwist dan ook dat iedere door [GEDAAGDE SUB 2] gegenereerde transactie ook zelfstandig door Digital Revolution gegenereerd had kunnen worden, hetgeen een voordeel aan Digital Revolution heeft opgeleverd dat in mindering strekt op de schade;

2.8.
De rechtbank ziet geen grond om terug te komen van de bindende eindbeslissing in het tussenvonnis dat als vaststaand moet worden aangenomen dat alle door [GEDAAGDE SUB 2] gegenereerde transacties zijn toe te schrijven aan het onrechtmatig gebruik van keywords.

2.15.
[GEDAAGDE SUB 2] heeft aangevoerd dat Digital Revolution door zijn handelwijze advertentiekosten heeft bespaard die ingevolge artikel 6:100 BW als genoten voordeel op de schade in mindering strekken. Digital Revolution heeft zich bij akte op het standpunt gesteld dat dit voordeel is te begroten op € 1.907,57 exclusief BTW. [GEDAAGDE SUB 2] stelt dat hij niet kan nagaan of dit bedrag klopt en dat bij het gebruik van meerdere keywords de besparing groter zal zijn geweest. De rechtbank overweegt dat [GEDAAGDE SUB 2] zich erop heeft beroepen dat op de schade een bedrag in mindering dient te worden gebracht vanwege door Digital Revolution genoten voordeel. Het is dus aan [GEDAAGDE SUB 2] om te stellen en bij betwisting te bewijzen dat en in hoeverre sprake is van een grotere besparing dan door Digital Revolution aangegeven. [GEDAAGDE SUB 2] heeft dat nagelaten. De rechtbank zal dan ook uitgaan van het bedrag aan besparingen dat Digital Revolution heeft erkend, te weten het hiervoor genoemde bedrag van € 1.907,57 exclusief BTW.

2.19. (...)  Deze stellingen kunnen echter niet bijdragen aan de conclusie dat de verweten tekortkoming van Daisycon - het niet voldoen aan de verplichting toezicht te houden op de naleving door [GEDAAGDE SUB 2] van het verbod van keywordmarketing - niet aan overmacht te wijten is. De door Daisycon genoemde omstandigheden dienen immers naar verkeersopvatting voor haar rekening en risico te komen. De rechtbank handhaaft dan ook haar oordeel dat Daisycon toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst tussen partijen, zodat zij aansprakelijk is voor de schade als gevolg van dit tekortschieten.

Daisycon heeft naar aanleiding van de door Digital Revolution opgegeven bespaarde advertentiekosten nog betoogd dat Digital Revolution kennelijk alleen gebruik heeft gemaakt van het keyword “123inkt”, zodat de advertentie van [GEDAAGDE SUB 2] alleen concurrerend kan hebben gewerkt indien een bezoeker van [GEDAAGDE SUB 2] precies op die combinatie heeft gezocht. Daisycon gaat ervan uit dat [GEDAAGDE SUB 2] ook andere keywords had ingekocht. Niet elke door [GEDAAGDE SUB 2] gegenereerde transactie had dus ook door Digital Revolution kunnen worden gegenereerd, zodat sprake is van een voordeel voor Digital Revolution dat in mindering strekt op de schade, aldus Daisycon. De rechtbank gaat voorbij aan dit betoog. Zoals is overwogen in 2.15 rust de stelplicht met betrekking tot het verrekenen van voordeel op degene die zich op het bestaan van dit voordeel beroept. Daisycon heeft niet aan haar stelplicht voldaan, nu haar betoog grotendeels berust op speculatie. Bovendien gaat Daisycon eraan voorbij dat de rechtbank in het tussenvonnis al heeft geoordeeld dat als vaststaand moet worden aangenomen dat alle door [GEDAAGDE SUB 2] gegenereerde transacties zijn toe te schrijven aan onrechtmatig gebruik van keywords.

2.25.
Gelet op het voorgaande bedraagt de totale schade waarvoor Daisycon aansprakelijk is € 158.136,62. Van deze schade blijft eenderde deel, € 52.712,21, voor rekening van Digital Revolution in verband met eigen schuld, zodat een bedrag resteert van € 105.424,41.

IEF 13395

Regelmatig beschrijvende woorden toevoegen aan handelsnaam De Smaak Van...

Vzr. Rechtbank Overijssel 18 december 2013, ECLI:NL:RBOVE:2013:3541 (La Dolce Vita Services tegen De Smaak Van Twente)
Uitspraak mede ingezonden door Paul Nij Bijvank, Marquant advocaten.
Handelsnaamrecht. Eisers hebben de handelsnaam "De Smaak Van ..." ingeschreven in het handelsregister in 2007 en gebruiken de domeinnaam desmaakvan.com. In 2011 hebben gedaagde de handelsnaam "De smaak van Twente" ingeschreven en gebruikt. Uit stukken blijkt dat regelmatig de woorden "creatieve catering" aan de handelsnaam wordt toegevoegd en daarmee de gebruikte handelsnaam anders is. Die toevoeging wordt door de voorzieningenrechter gezien als een beschrijvende aanduiding.

Er is verwarring te duchten gezien de plaats waar de ondernemingen gevestigd zijn (veelal klanten in Almelo/Enschede, aldus Twente) en de aard van de ondernemingen (culinaire evenementen/ kerstpakketten). Het gebruik van de handelsnaam “De smaak van Twente” is in strijd met het bepaalde in artikel 5 Hnw en staking wordt bevolen.

4.4. De voorzieningenrechter overweegt als volgt. Uit verschillende in het geding gebrachte stukken zoals de uitdraaien van de website van eisers (www.desmaakvan.com), de reclametekst op de bestelbus van eisers (Heeft u De Smaak Van al te pakken) en verschillende offertes van eisers volgt dat eisers als constante naam voor hun onderneming “de Smaak Van …” gebruiken. Aan de naam “De Smaak Van …” wordt regelmatig de woorden “creatieve catering” toegevoegd. Anders dan gedaagden stellen volgt hieruit echter niet dat als handelsnaam “De Smaak Van … creatieve catering” gevoerd wordt. De woorden “creatieve catering”, die telkens in een ander lettertype onder de woorden “De Smaak Van” worden weergegeven, moeten eerder als een beschrijvende aanduiding worden gezien. Op de website wordt bovendien op verschillende plekken de handelsnaam “De Smaak Van …” zonder enige toevoeging gebruikt. Zo wordt er op verschillende plekken gesproken van het team van De Smaak Van. De voorzieningenrechter oordeelt dan ook dat eisers hun onderneming onder de handelsnaam “De Smaak Van …” drijven.

4.8. Partijen verschillen van mening over de mate waarin de aard van de ondernemingen overeen komt. De voorzieningenrechter oordeelt hierover als volgt. Gedaagden hebben zich weliswaar op het standpunt gesteld dat zij zich anders dan eisers in het geheel niet bezig houden met activiteiten die betrekking hebben op catering, maar uit de uitdraaien van de website van gedaagden volgt dat ook gedaagden zich bezig houden met onder andere catering voor bedrijven én particulieren. Ook volgt uit de website van “De Smaak Van …” en uit de website van “De Smaak van Twente” dat beide ondernemingen actief zijn op culinaire evenementen en dat beide ondernemingen relatiegeschenken en kerstpakketten aanbieden. Verder wordt er op de website van “De Smaak van Twente” aangekondigd dat er voor het eind van het jaar een winkel geopend wordt in het centrum van Enschede. “De Smaak Van …” exploiteert een culinaire shop in Almelo. Naar aanleiding van het voorgaande oordeelt de voorzieningenrechter dat aannemelijk is geworden dat de activiteiten van beide ondernemingen in grote mate overeenkomen.

4.9. Ten aanzien van de plaats waar de ondernemingen gevestigd zijn hebben gedaagden aangevoerd dat eisers hun klanten veelal in Almelo hebben en eisers zich richten op klanten op het platteland rondom Enschede, maar ook op klanten in Enschede. Eisers hebben zich op het standpunt gesteld dat beide partijen actief zijn in Twente. De voorzieningenrechter oordeelt dat aannemelijk is geworden dat de activiteiten van eisers zich niet beperken tot een klantenkring in Almelo maar dat deze zich uitstrekt over heel Twente. De voorzieningenrechter komt dus tot het oordeel dat beide partijen actief zijn in Twente.

4.10. Gelet op het vorenstaande is er dan ook gevaar voor verwarring te duchten. Het relevante publiek kan gemakkelijk in de veronderstelling komen dat er een bedrijfsmatige band bestaat tussen de ondernemingen van eisers en gedaagden. Dit leidt tot de conclusie dat het gebruik van de handelsnaam “De smaak van Twente” in strijd is met het bepaalde in artikel 5 Hnw. Overigens is het gebruik van de woorden “de smaak van” niet in strijd met artikel 5 Hnw als deze gebruikt worden voor de beschrijving van een product. Slechts gebruik als handelsnaam wordt in strijd geacht met artikel 5 Hnw. De vorderingen onder 1. en 2. zullen worden toegewezen.

Op andere blogs:
DomJur
SOLV (De Smaak van Twente maakt inbreuk op de handelsnaamrechten van De Smaak Van...)

IEF 13394

BBIE serie november-december 2013

Merkenrecht. We beperken ons tot een tweemaandelijks overzicht van de oppositiebeslissingen van het BBIE. Recentelijk heeft het BBIE een serie van 27 oppositiebeslissingen gepubliceerd die wellicht de moeite waard is om door te nemen. Zie voorgaand bericht in deze serie: BBIE serie september-oktober 2013.

20-12
URANO
URANO
Afgew.
nl
20-12
CU
CU
Afgew.
nl
19-12
P PRODENT
PROPODENT
Gedeelt.
fr
12-12
Ritex
RINEX
Gedeelt.
nl
28-11
bonus net
BONUS FID
Afgew.
fr
21-11
CONCEPT ECO ENERGY
JANY GOFFLOT ECO ENERGY
Afgew.
fr
12-11
YELLOW PAGES
YELLOW MOBILE
Afgew.
nl
12-11
YELLOW PAGES
YELLOW
Afgew.
nl
07-11
KETEN DUURZAAM VARKENSVLEES
KETEN DUURZAAM RUNDVLEES
Afgew.
nl
07-11
MONEYPENNY
Moneypenny Magazine
Gedeelt.
nl
05-11
VENTILO
VENTIUNO
Toegew.
fr

01-11
SANIHAND
SANI-SANI
Afgew.
nl
01-11
525
525
Afgew.
nl
01-11
Beeldmerk
INAYA
Gedeelt.
nl
01-11
DREAM BOX
DREAMTEAM
Afgew.
nl
01-11
WIL
WIL
Toegew.
nl
01-11
DOLMIO
POMIO
Afgew.
nl
01-11
525
525 VICTORIES
Afgew.
nl
30-10
STRIXX
STRIKKS
Afgew.
nl
29-10
E (beeldmerk)
E (beeldmerk)
Gedeelt.
nl
29-10
E(beeldmerk)
E(beeldmerk)
Gedeelt.
nl
29-10
E(beeldmerk)
E(beeldmerk)
Gedeelt.
nl
29-10
E(beeldmerk)
E(beeldmerk)
Gedeelt.
nl
29-10
E(beeldmerk)
E(beeldmerk)
Gedeelt.
nl
18-10
LAND ROVER
LF LANDFIGHTER
Afgew.
nl
18-10
PLUQ QUALITY MUSHROOMS
PLUK!
Gedeelt.
nl
04-10

SOVEREIGN MILITARY HOSPITALLER ORDER OF ST. JOHN OF JERUSALEM OF RHODES AND OF MALTA

The Knights Hospitallers of the Sovereign Order of Saint John of Jerusalem, Knights of Malta, The Ecumenical Order

Afgew.
nl
IEF 13393

Laat Kamer van Koophandel ondernemers degelijk onderzoek in handelsregister bieden

B. Kist, Laat Kamer van Koophandel ondernemers degelijk onderzoek in handelsregister bieden, Het Financieele Dagblad 7 januari 2014.
Bijdrage ingezonden door Bas Kist, Chiever.
De Kamer van Koophandel (KvK) gaat tijd, geld en energie steken in een nieuwe app. 'De kennis die we hebben, geven we terug aan de ondernemers', aldus KvK-voorzitter Claudia Zuiderwijk in een toelichting op de nog te lanceren app voor ondernemers (FD, 2 januari). Het is een goede zaak dat de KvK kennis terug wil geven, maar belangrijker dan het ontwikkelen van een nieuwe app - en bovendien relatief eenvoudig - is het aanbieden aan ondernemers van een solide onderzoek in het Nederlandse Handelsregister.

(...)
Als de Kamer van Koophandel daadwerkelijk de kennis waarover hij beschikt aan ondernemers wil teruggeven, doet de KvK er goed aan de juiste prioriteiten te stellen. Een handige app is belangrijk, maar ondernemers de mogelijkheid bieden om een degelijk en volledig handelsnaamonderzoek te laten verrichten is dat veel meer.

Bas Kist

IEF 13384

Succesvol beroep op De Minimis-bepaling jegens fotostockaanbieder

Rechtbank Amsterdam 18 december 2013, HA ZA 12-456 (Masterfile tegen ABC Kado c.s.)
Uitspraak ingezonden door Patrick Koerts, Trip advocaten.
Fotostockbureau Masterfile heeft ABCKado.nl aangeschreven om het gebruik van de foto "Bruid en bruidegom kussen" te staken en een vergoeding te betalen. ABC Kado verweert zich door een beroep te doen op het beginsel 'de minimis non curat praetor', het beginsel dat over zaken van een te bescheiden omvang de rechter niet geraadpleegd wordt. Tijdens een familiebezoek in Engeland heeft ABC Kado drie kant-en-klare fotolijstjes gekocht met daarin de gewraakte foto en deze heeft zij bij terugkomst in haar webwinkel te koop gezet.

De rechtbank stelt vast dat in het auteursrecht een opening is geboden voor het maken van een uitzondering door het opnemen van een 'de minimis'-bepaling in artikel 18a Auteurswet en zoekt daarbij aansluiting. Het voornoemd gebruik van de foto is aan te merken als een incidentele verwerking als onderdeel van ondergeschikte betekenis in een ander werk. Er is sprake van een bagatel, Masterfile wordt veroordeeld in de proceskosten.

Omdat Bebo Parket geen verweer heeft gevoerd, zal het jegens haar gevorderde worden toegewezen. Tegen de overige gedaagden is verstek verleend.

Op andere blogs:
DeClercq.com (Een klein beetje auteursrechtinbreuk is geen inbreuk)
Mediareport (Bagatelverweer erkend – rechtbank wijst onzinvordering auteursrechtinbreuk af)