IEF 21970
28 maart 2024
Uitspraak

Onrechtmatig gebruik voetbalspeler voor advertentie Adidas

 
IEF 21969
28 maart 2024
Uitspraak

Conclusie A-G: schending van uitingsvrijheid kan tenuitvoerlegging vonnis in de weg zitten

 
IEF 21973
28 maart 2024
Uitspraak

Automattic moet verbeurde dwangsommen betalen

 
IEF 21934

Boeteclausules over gebruik domeinnaam over en weer toewijsbaar

Rechtbank Overijssel 27 feb 2024, IEF 21934; ECLI:NL:RBOVE:2024:1070 (De Arbeidsmediators tegen gedaagden), https://www.ie-forum.nl/artikelen/boeteclausules-over-gebruik-domeinnaam-over-en-weer-toewijsbaar

Tussen partijen heeft een geschil bestaan over het gebruik van de handelsnaam ‘Dé ArbeidsMediator’. Partijen hebben in oktober 2022 ter beëindiging van dat geschil een overeenkomst gesloten waarin is bepaald dat de Domeinnaam nog voor een periode van 6 maanden mag gebruiken. Na verloop van deze 6 maanden zal de Domeinnaam worden overgedragen door Partij B aan Partij A. Partij A zegt hierbij toe dat de Domeinnaam voor een periode van 2 jaar vanaf datum overeenstemming niet door haar gebruikt zal worden en gedurende deze periode enkel ter registratie zal worden aangehouden. Partijen vorderen over en weer contractuele boetes vanwege het niet nakomen van een vaststellingsovereenkomst. De kantonrechter merkt ten eerste op dat niet in de vaststellingsovereenkomst staat dat Partij B de Domeinnaam binnen de periode van zes maanden aan De Arbeidsmediators diende over te dragen. Echter staat wel in de overeenkomst vermeld dat Partij B de Domeinnaam nog voor een periode van zes maanden mag gebruiken. Nu vaststaat dat de Domeinnaam na afloop van de periode van zes maanden is blijven doorlinken naar Partij B, schendt Partij B de vaststellingsovereenkomst en wordt de vordering in conventie toegewezen. Ook de Arbeidsmediators schendt de vaststellingsovereenkomst nu vaststaat dat de Domeinnaam vanaf 30 juni 2023 tot 5 september 2023 was doorgelinkt naar de website van De Arbeidsmediators. Ook de vordering in reconventie wordt toegewezen.

IEF 21931

Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Annemijn Schipper, Taylor Wessing.

Gele stiksel van Dr. Martens schoenen niet onderscheidend voor alle schoenen

BenGH 6 feb 2024, IEF 21931; C 2022/15 (Van Haren Schoenen tegen Airwair International Limited), https://www.ie-forum.nl/artikelen/gele-stiksel-van-dr-martens-schoenen-niet-onderscheidend-voor-alle-schoenen

BenGH 6 februari 2024, IEF 21931, IEFbe 3721; C 2022/15 (Van Haren Schoenen tegen Airwair International Limited). Deze zaak betreft een geschil over de geldigheid van een merkregistratie door Airwair, de fabrikant van Dr. Martens schoenen, bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Dit merk betrof een positie merk dat bestond uit een specifieke gele stiksel op een zwarte zoolrand (trépointe), geregistreerd voor "veterlaarzen" in klasse 25. Van Haren daagde de geldigheid van dit merk aan op basis van gebrek aan onderscheidend vermogen, algemeenheid van de benaming, en het uitsluitend bestaan uit een vorm die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch resultaat of die een aanzienlijke waarde aan de producten geeft.

IEF 21928

Inspraakreactie leidt tot auteursrechtinbreuk door gemeente

Rechtbanken 28 feb 2024, IEF 21928; ECLI:NL:RBZWB:2024:1486 (Eister tegen Gemeente Oosterhout), https://www.ie-forum.nl/artikelen/inspraakreactie-leidt-tot-auteursrechtinbreuk-door-gemeente

Rb. Zeeland-West-Brabant, IEF 21928; ECLI:NL:RBZWB:2024:1486 (Eiser tegen Gemeente Oosterhout). Gemeente Oosterhout maakt gebruik van een website waarop een foto van een windturbine te zien is. De foto is als onderdeel van een inspraakreactie door een inwoner aangeleverd. Eiser is auteursrechthebbende van deze foto en vordert € 525,- schadevergoeding wegens auteursrechtinbreuk. Gemeente Oosterhout voert als verweer aan dat de inspreker zelf verantwoordelijk is en dat de reactie een-op-een overgenomen is met inachtneming van het transparantiebeginsel. Zij verwijst in dit verband naar artikel 22 lid 2 jo. artikel 10 lid 1 sub 9 Aw en voert tevens aan dat de foto op zichzelf geen cruciaal element is in de betreffende inspraakreactie. 

IEF 21930

Internetconsultatie wetsvoorstel beter werkende data-economie

Het gebruik van digitale gegevens is onmisbaar in de economie en maatschappij. Grensoverschrijdende regelgeving die zorgt voor een betere verdeling van de grote waarde van data, is daarom essentieel voor bedrijven en consumenten. De EU Data Act is een belangrijke stap om de data-economie als geheel beter te laten werken. Minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) consulteert vanaf vandaag de concept Nederlandse uitvoeringswetgeving van de Data Act. Deze geldt straks vanaf september 2025.

IEF 21929

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam.

Uitzending AVROTROS over HEM niet onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 6 mrt 2024, IEF 21929; ECLI:NL:RBMNE:2024:1315 (HEM tegen Avrotros), https://www.ie-forum.nl/artikelen/uitzending-avrotros-over-hem-niet-onrechtmatig

Rb. Midden Nederland 6 maart 2024, IEF 21929, IT 4487; ECLI:NL:RBMNE:2024:1315 (HEM tegen Avrotros). Het tv-programma Radar heeft meermaals aandacht besteed aan Allround Hollands Energie B.V., ook bekend als Hollandse Energie Maatschappij of HEM, onder andere via online nieuwsberichten en drie uitzendingen. In onderhavige procedure staan twee uitzendingen en vier nieuwsberichten centraal. Aanleiding voor de publicaties zijn de meer dan 200 klachten die de redactie ontvangt. Die klachten hebben onder meer betrekking op het niet verstrekken van essentiële informatie, het hanteren van enorm hoge opzegboetes, het verstrekken van onjuiste informatie, het hanteren van verschillende versies van een contract, de onbereikbaarheid van de klantenservice, de agressieve bejegening, het niet terugbetalen van te veel betaalde voorschotten en het fors verhogen van voorschotbedragen bij een contract met een vast tarief. HEM vindt de publicaties van AVROTROS onrechtmatig en vordert onder andere verwijdering en een rectificatie. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van onrechtmatige publicaties en wijst de vorderingen af. 

IEF 21936

Nationale rechter doet geen uitspraak over geldigheid besluit EC

Rechtbanken 29 feb 2024, IEF 21936; ECLI:NL:RBMNE:2024:1403 (Biogen tegen Glenmark), https://www.ie-forum.nl/artikelen/nationale-rechter-doet-geen-uitspraak-over-geldigheid-besluit-ec

Rb. Midden-Nederland 29 februari 2024, IEF 21936; ECLI:NL:RBMNE:2024:1403 (Biogen tegen Glenmark). Biogen Internationale GMBH (hierna: Biogen) vordert bij provisionele voorzieningen Glenmark Pharmaceuticals B.V. (hierna: Glenmark) te verbieden haar handelsvergunning voor de geneesmiddelen Dimethylfumaraat Glenmark (120 mg en 240 mg) in handel te brengen in Nederland. Dit baseert Biogen op het Uitvoeringsbesluit van de Europese Commissie waarin de beschermingstermijn van Biogen met een jaar is verlengd. De rechtbank oordeelt dat de spoedeisende belangen van Biogen bij haar vorderingen is gegeven. Tussen partijen bestaat een meningsverschil over de geldigheid van het besluit van de Europese Commissie, in het bijzonder over de termijnverlenging van de marktbescherming die Biogen geniet. De rechtbank oordeelt dat betreffend Commissiebesluit bindend is en zij geen uitspraak zal doen over de geldigheid ervan. Door verscheidene partijen is een (nog lopende) nietigheidsprocedure gestart bij het Gerecht (Europese Unie), waarbij ook een verzoek tot schorsing is gedaan. Dit verzoek is in hoger beroep ook terechtgekomen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Beide instanties hebben dit verzoek afgewezen. De nationale (voorzieningen)rechter dient deze uitspraken te eerbiedigen. De vorderingen van Biogen worden toegewezen.

IEF 21927

AIPPI - Eerste stellingen IE Symposium bekend

In de middag van het IE Symposium, staan drie levendige sessies op het programma met als onderwerpen “Belang van EOB-uitspraken voor de Nederlandse octrooirechtspraak”, “Territorialiteit in het auteursrecht” en “Reparatie in het merken- en modellenrecht”. De stellingen van sessie III Reparatie in het merken- en modellenrecht zijn bekend. De sessie word geleid door Fleur Folmer, Brinkhof en de deelnemers zijn Jan Jacobi, Barents Krans en Lotte Anemaet, VU Amsterdam.

IEF 21926

HvJ EU: KaiKai

HvJ EU 27 feb 2024, IEF 21926; ECLI:EU:C:2024:172 (KaiKai), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-kaikai

HvJEU 27 februari 2024, IEF 21926, IEFbe 3720 ;C-328/21 (KaiKai) Op 24 oktober 2018 heeft KaiKai bij het EUIPO een meervoudige aanvraag tot inschrijving van twaalf gemeenschapsmodellen ingediend waarbij zij voor al deze modellen aanspraak maakte op voorrang op grond van internationale aanvraag PCT/EP2017/077469. De onderzoeker van het EUIPO heeft KaiKai meegedeeld dat de betrokken inschrijvingsaanvraag in zijn geheel was aanvaard, maar dat het geclaimde recht van voorrang voor alle betrokken gemeenschapsmodellen werd geweigerd, aangezien de datum van indiening van de krachtens het PCT ingediende internationale aanvraag van 26 oktober 2017 meer dan zes maanden voor de datum van indiening van deze inschrijvingsaanvraag lag. KaiKai heeft bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de onderzoeker. De derde kamer van beroep van het EUIPO heeft dit beroep verworpen.

IEF 21925

Biogen-dochters hebben geen belang bij tussenkomst octrooizaak

Rechtbanken 21 feb 2024, IEF 21925; ECLI:NL:RBDHA:2024:2280 (Biogen-dochters tegen Mylan c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/biogen-dochters-hebben-geen-belang-bij-tussenkomst-octrooizaak

Rb. Den Haag 21 februari 2024, IEF 21925; ECLI:NL:RBDHA:2024:2280 (Biogen-dochters tegen Mylan c.s.). In de drie hoofdzaken vordert Biogen Polpharma c.s., Neuraxpharm c.s. en Mylan c.s. te verbieden inbreuk te maken op EP873 en de door Biogen geleden schade te vergoeden. In reconventie vorderen Polpharma c.s., Neuraxpharm c.s. en Mylan c.s. nietigverklaring van het Nederlandse deel van EP 873.

De Biogen-dochters hebben een conclusie van eis in het incident ingediend en daarbij gevorderd in die zaken te mogen tussenkomen om hun eigen schade te vorderen. 

IEF 21917

A-G bevestigt verschil in maatstaf voor toegevoegde materie en voor nawerkbaarheid

Hoge Raad 19 jan 2024, IEF 21917; ECLI:NL:PHR:2024:77 (Novartis tegen Mylan), https://www.ie-forum.nl/artikelen/a-g-bevestigt-verschil-in-maatstaf-voor-toegevoegde-materie-en-voor-nawerkbaarheid

Parket bij de Hoge Raad 19 januari 2024, IEF 21917; ECLI:NL:PHR:2024:77 (Novartis tegen Mylan). In onderhavige zaak gaat het over het Europese octrooi EP 2 959 894 (hierna: het octrooi) dat ziet op een bepaalde dosering van een geneesmiddel voor de behandeling van een vorm van MS (multiple sclerose). Novartis heeft vooraf aan de verlening een kort geding gestart tegen Mylan waarin zij een inbreukverbod vordert. De voorzieningenrechter heeft dit geweigerd [IEF 20791], wegens voorshandse oordeel dat het octrooi het niet zou overleven door gebrek aan inventiviteit. Het Gerechtshof te Den Haag (hierna: het hof) weigert ook [IEF 20873], zij het op de grond dat naar voorlopig oordeel sprake is van toegevoegde materie en dit een inbreukverbod in de weg staat. Het principaal cassatieberoep gaat in de kern over de maatstaf voor toegevoegde materie (art. 123(2) EOV), waarbij het door het hof gemaakte onderscheid tussen die toets en de maatstaf voor nawerkbaarheid (art. 83 EOV) aan de orde komt; in tegenstelling tot de ‘disclosure-test’ voor toegevoegde materie speelt bij nawerkbaarheid plausibiliteit wel een rol. Daar komt Novartis tegen op. Dat geldt ook voor de klachten gericht tegen de door het hof getrokken parallel met T 2842/18 en de klachten tegen een overweging ten overvloede over nieuwheid. Aan het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep van Mylan wordt dan niet toegekomen.