IEF 21951
19 maart 2024
Uitspraak

Conclusie Europese A-G inzake mededeling aan het publiek

 
IEF 21950
18 maart 2024
Artikel

Uitnodiging: Young AIPPI bezoekt REACT

 
IEF 21949
18 maart 2024
Uitspraak

MTS maakt inbreuk op het octrooi van Essity

 
IEF 21929

Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam en Jacintha van Dorp, Van Kaam.

Uitzending AVROTROS over HEM niet onrechtmatig

Rechtbank Midden-Nederland 6 mrt 2024, IEF 21929; ECLI:NL:RBMNE:2024:1315 (HEM tegen Avrotros), https://www.ie-forum.nl/artikelen/uitzending-avrotros-over-hem-niet-onrechtmatig

Rb. Midden Nederland 6 maart 2024, IEF 21929, IT 4487; ECLI:NL:RBMNE:2024:1315 (HEM tegen Avrotros). Het tv-programma Radar heeft meermaals aandacht besteed aan Allround Hollands Energie B.V., ook bekend als Hollandse Energie Maatschappij of HEM, onder andere via online nieuwsberichten en drie uitzendingen. In onderhavige procedure staan twee uitzendingen en vier nieuwsberichten centraal. Aanleiding voor de publicaties zijn de meer dan 200 klachten die de redactie ontvangt. Die klachten hebben onder meer betrekking op het niet verstrekken van essentiële informatie, het hanteren van enorm hoge opzegboetes, het verstrekken van onjuiste informatie, het hanteren van verschillende versies van een contract, de onbereikbaarheid van de klantenservice, de agressieve bejegening, het niet terugbetalen van te veel betaalde voorschotten en het fors verhogen van voorschotbedragen bij een contract met een vast tarief. HEM vindt de publicaties van AVROTROS onrechtmatig en vordert onder andere verwijdering en een rectificatie. De rechtbank oordeelt dat geen sprake is van onrechtmatige publicaties en wijst de vorderingen af. 

IEF 21936

Nationale rechter doet geen uitspraak over geldigheid besluit EC

Rechtbanken 29 feb 2024, IEF 21936; ECLI:NL:RBMNE:2024:1403 (Biogen tegen Glenmark), https://www.ie-forum.nl/artikelen/nationale-rechter-doet-geen-uitspraak-over-geldigheid-besluit-ec

Rb. Midden-Nederland 29 februari 2024, IEF 21936; ECLI:NL:RBMNE:2024:1403 (Biogen tegen Glenmark). Biogen Internationale GMBH (hierna: Biogen) vordert bij provisionele voorzieningen Glenmark Pharmaceuticals B.V. (hierna: Glenmark) te verbieden haar handelsvergunning voor de geneesmiddelen Dimethylfumaraat Glenmark (120 mg en 240 mg) in handel te brengen in Nederland. Dit baseert Biogen op het Uitvoeringsbesluit van de Europese Commissie waarin de beschermingstermijn van Biogen met een jaar is verlengd. De rechtbank oordeelt dat de spoedeisende belangen van Biogen bij haar vorderingen is gegeven. Tussen partijen bestaat een meningsverschil over de geldigheid van het besluit van de Europese Commissie, in het bijzonder over de termijnverlenging van de marktbescherming die Biogen geniet. De rechtbank oordeelt dat betreffend Commissiebesluit bindend is en zij geen uitspraak zal doen over de geldigheid ervan. Door verscheidene partijen is een (nog lopende) nietigheidsprocedure gestart bij het Gerecht (Europese Unie), waarbij ook een verzoek tot schorsing is gedaan. Dit verzoek is in hoger beroep ook terechtgekomen bij het Hof van Justitie van de Europese Unie. Beide instanties hebben dit verzoek afgewezen. De nationale (voorzieningen)rechter dient deze uitspraken te eerbiedigen. De vorderingen van Biogen worden toegewezen.

IEF 21927

AIPPI - Eerste stellingen IE Symposium bekend

In de middag van het IE Symposium, staan drie levendige sessies op het programma met als onderwerpen “Belang van EOB-uitspraken voor de Nederlandse octrooirechtspraak”, “Territorialiteit in het auteursrecht” en “Reparatie in het merken- en modellenrecht”. De stellingen van sessie III Reparatie in het merken- en modellenrecht zijn bekend. De sessie word geleid door Fleur Folmer, Brinkhof en de deelnemers zijn Jan Jacobi, Barents Krans en Lotte Anemaet, VU Amsterdam.

IEF 21926

HvJ EU: KaiKai

HvJ EU 27 feb 2024, IEF 21926; ECLI:EU:C:2024:172 (KaiKai), https://www.ie-forum.nl/artikelen/hvj-eu-kaikai

HvJEU 27 februari 2024, IEF 21926, IEFbe 3720 ;C-328/21 (KaiKai) Op 24 oktober 2018 heeft KaiKai bij het EUIPO een meervoudige aanvraag tot inschrijving van twaalf gemeenschapsmodellen ingediend waarbij zij voor al deze modellen aanspraak maakte op voorrang op grond van internationale aanvraag PCT/EP2017/077469. De onderzoeker van het EUIPO heeft KaiKai meegedeeld dat de betrokken inschrijvingsaanvraag in zijn geheel was aanvaard, maar dat het geclaimde recht van voorrang voor alle betrokken gemeenschapsmodellen werd geweigerd, aangezien de datum van indiening van de krachtens het PCT ingediende internationale aanvraag van 26 oktober 2017 meer dan zes maanden voor de datum van indiening van deze inschrijvingsaanvraag lag. KaiKai heeft bij het EUIPO beroep ingesteld tegen de beslissing van de onderzoeker. De derde kamer van beroep van het EUIPO heeft dit beroep verworpen.

IEF 21925

Biogen-dochters hebben geen belang bij tussenkomst octrooizaak

Rechtbanken 21 feb 2024, IEF 21925; ECLI:NL:RBDHA:2024:2280 (Biogen-dochters tegen Mylan c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/biogen-dochters-hebben-geen-belang-bij-tussenkomst-octrooizaak

Rb. Den Haag 21 februari 2024, IEF 21925; ECLI:NL:RBDHA:2024:2280 (Biogen-dochters tegen Mylan c.s.). In de drie hoofdzaken vordert Biogen Polpharma c.s., Neuraxpharm c.s. en Mylan c.s. te verbieden inbreuk te maken op EP873 en de door Biogen geleden schade te vergoeden. In reconventie vorderen Polpharma c.s., Neuraxpharm c.s. en Mylan c.s. nietigverklaring van het Nederlandse deel van EP 873.

De Biogen-dochters hebben een conclusie van eis in het incident ingediend en daarbij gevorderd in die zaken te mogen tussenkomen om hun eigen schade te vorderen. 

IEF 21917

A-G bevestigt verschil in maatstaf voor toegevoegde materie en voor nawerkbaarheid

Hoge Raad 19 jan 2024, IEF 21917; ECLI:NL:PHR:2024:77 (Novartis tegen Mylan), https://www.ie-forum.nl/artikelen/a-g-bevestigt-verschil-in-maatstaf-voor-toegevoegde-materie-en-voor-nawerkbaarheid

Parket bij de Hoge Raad 19 januari 2024, IEF 21917; ECLI:NL:PHR:2024:77 (Novartis tegen Mylan). In onderhavige zaak gaat het over het Europese octrooi EP 2 959 894 (hierna: het octrooi) dat ziet op een bepaalde dosering van een geneesmiddel voor de behandeling van een vorm van MS (multiple sclerose). Novartis heeft vooraf aan de verlening een kort geding gestart tegen Mylan waarin zij een inbreukverbod vordert. De voorzieningenrechter heeft dit geweigerd [IEF 20791], wegens voorshandse oordeel dat het octrooi het niet zou overleven door gebrek aan inventiviteit. Het Gerechtshof te Den Haag (hierna: het hof) weigert ook [IEF 20873], zij het op de grond dat naar voorlopig oordeel sprake is van toegevoegde materie en dit een inbreukverbod in de weg staat. Het principaal cassatieberoep gaat in de kern over de maatstaf voor toegevoegde materie (art. 123(2) EOV), waarbij het door het hof gemaakte onderscheid tussen die toets en de maatstaf voor nawerkbaarheid (art. 83 EOV) aan de orde komt; in tegenstelling tot de ‘disclosure-test’ voor toegevoegde materie speelt bij nawerkbaarheid plausibiliteit wel een rol. Daar komt Novartis tegen op. Dat geldt ook voor de klachten gericht tegen de door het hof getrokken parallel met T 2842/18 en de klachten tegen een overweging ten overvloede over nieuwheid. Aan het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep van Mylan wordt dan niet toegekomen.

IEF 21923

Uitspraak ingezonden door Luuk Jonker, Machiel Roosendaal en Daan Breuking, Holla legal & tax.

Creeper-model Puma openbaargemaakt door Instagram posts Rihanna

Gerecht EU (voorheen GvEA) 6 mrt 2024, IEF 21923; ECLI:EU:T:2024:147 (Puma tegen EUIPO), https://www.ie-forum.nl/artikelen/creeper-model-puma-openbaargemaakt-door-instagram-posts-rihanna

Gerecht van de Europese Unie 6 maart 2024,IEF 21923,IEFBe 3719; ECLI:EU:T:2024:147 (Puma tegen EUIPO) In deze uitspraak van het Gerecht Eerste Aanleg van het Hof van Justitie kom het model van de Creeper-schoen van Puma SE aan bod. Bij beslissing van 19 maart 2021 heeft de nietigheidsafdeling van het EUIPO de vordering tot nietigverklaring toegewezen, het beroep tegen deze beslissing is door de kamer van beroep in zijn geheel verworpen. De vraagt ligt voor of het model van Puma 12 maanden voor het modeldepot openbaar is gemaakt door het dragen en tonen door Rihanna, zangeres en op dat moment tevens Creative Director van Puma.

Het Gerecht oordeelt dat de vaststelling van de kamer van beroep dat het model eerder is openbaar gemaakt, geen beroepsfout bevat. De berichten op Rihanna’s Instagram account die tonen dat zij witte sportschoenen draagt, maken het mogelijk om met het blote oog of door het vergroten van die foto's, alle kenmerken van het eerdere ontwerp vanuit verschillende hoeken te identificeren. De betreffende foto's zijn niet zo wazig of klein dat de details in die foto's niet kunnen worden onderscheiden.

IEF 21922

Vacature: bestuurslid Pictoright

Pictoright zoekt per 1 juli 2024 een juridisch onderlegd bestuurslid. Dit bestuurslid zal tevens fungeren als secretaris van het bestuur.

Pictoright
Pictoright is de collectieve beheersorganisatie voor beeldmakers in Nederland. Bij Pictoright zijn wereldwijd (direct en indirect) meer dan 100.000 beeldmakers aangesloten. Pictoright behartigt voor deze makers hun auteursrechtelijke belangen in Nederland in brede zin. Pictoright staat onder toezicht van het College van Toezicht Auteursrechten, dat op haar beurt rapporteert aan de Minister voor Justitie en Veiligheid.

Het bureau van Pictoright bestaat uit ongeveer 15 FTE. De dagelijkse leiding is in handen van een directeur.

IEF 21921

Verstek in zaak betreffende inbreuk Belvedere-merken

Rechtbank Den Haag 22 nov 2023, IEF 21921; ECLI:NL:RBDHA:2023:18035 (Polmos Zyrardów SP. ZO. O. tegen The Brewing & Distilling Group), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verstek-in-zaak-betreffende-inbreuk-belvedere-merken

Rb. Den Haag 22 november 2023, IEF 21921; ECLI:NL:RBDHA:2023:18035 (Polmos Zyrardów SP. ZO. O. tegen The Brewing & Distilling Group). POLMOS ZYRARDÓW SP. ZO. O. (hierna: eiseres) is merkhoudster van de Belvedere merken. Zij vordert in deze zaak een bevel tot staking van inbreuk van de Belvedere Merken door THE BREWING & DISTILLING GROUP (hierna: gedaagde). Tegen verweerder is verstek verleend. De rechtbank begint met het oordeel dat op grond van artikel 125 lid 5 jo artikel 126 lid 2 UMVo haar bevoegdheid betreffende Uniemerkinbreuk zich beperkt tot het Nederlandse grondgebied. Het gevorderde komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat de vorderingen grotendeels worden toegewezen, maar beperkt het bevel om inbreuk te staken tot Nederlands grondgebied. Wat betreft de vordering tot schadevergoeding van € 50,- per gekocht en geleverd namaakproduct overweegt de rechtbank dat onvoldoende is onderbouwd waarom de schade op dit bedrag begroot kan worden. De schadevergoeding dient nader te worden opgemaakt bij staat. Eiseres vordert daarnaast nettowinstafdracht. Winstafdracht en schadevergoeding kunnen echter alleen cumuleren voor zover de gevorderde schadevergoeding niet bestaat uit gederfde winst. De winstafdracht wordt toegewezen met voorwaarde dat een nader bepaalde schadevergoeding slechts toegewezen wordt als deze de winstafdracht te boven gaat. Wat betreft de proceskosten kan de door eiseres op grond van artikel 1019h Rv gevorderde volledige procekostenveroordeling niet plaatsvinden, omdat niet is gebleken dat kosten aan gedaagde kenbaar zijn gemaakt.

IEF 21920

Opnames Peter R. de Vries mogen onder voorwaarden gepubliceerd worden

Gerechtshoven 29 feb 2024, IEF 21920; ECLI:NL:GHAMS:2024:428 (NVJ c.s. tegen verweerder), https://www.ie-forum.nl/artikelen/opnames-peter-r-de-vries-mogen-onder-voorwaarden-gepubliceerd-worden

Hof Amsterdam 29 januari 2024, IEF 21920; ECLI:NL:GHAMS:2024:428 (NVJ c.s. tegen verweerder). Het Algemeen Dagblad (AD) is in onderhavige zaak van plan een artikel te publiceren en hierbij gebruik te maken van opnamen die Peter R. de Vries vermoedelijk in het geheim heeft gemaakt. De opnames zijn van personen die op basis van de Advocatenwet en de Gedragsregels voor de advocatuur een geheimhoudingsplicht hebben. Eiser vordert een algemeen verbod om de opnamen openbaar te maken. De vordering is door de rechter in eerste aanleg toegewezen. Het hof gaat hier niet mee in en legt een verbod op openbaarmaking van slechts één onderdeel. Van betreffend onderdeel vindt het hof het voldoende aannemelijk dat publicatie van deze gegevens mogelijk ernstige risico's voor de veiligheid van Royce de Vries met zich kunnen meebrengen die niet opwegen tegen het belang van de vrijheid van meningsuiting. Voor de openbaarmaking van de overige onderdelen geldt – met inachtneming van de persvrijheid, het maatschappelijk belang en onvoldoende concrete vrees voor extra risico’s – geen verbod.