Brouwer & Law bevindt zich vanaf nu in het Emma House aan: Emmastraat 40 (1075 HW), Amsterdam. Het kantoor breidt uit met de komst van mr. Marjolijn Ebels. Marjolijn begon haar carrière in 2015 bij advocatenkantoor Van Doorne en is gespecialiseerd in intellectueel eigendom, media- en reclamerecht. Zij volgt een acteeropleiding wanneer zij niet aan het werk is als advocaat en juist dat kan Brouwer & Law waarderen. Marjolijn is verheugd zich toe te leggen op de gespecialiseerde advies- en procespraktijk van Brouwer & Law.
Brouwer & Law verhuist en breidt uit

HvJ EU: geen bescherming voor niet-geografische bestanddelen Balsamico

HvJ EU 4 december 2019, IEF 18866, IEFbe 3002; ECLI:EU:C:2019:1045 (Aceto Balsamico di Modena tegen Balema) Het Consorzio Tutela Aceto Balsamico di Modena – een vereniging van producenten van producten met de benaming „Aceto Balsamico di Modena (BGA)” – heeft het Duitse vennootschap Balema verzocht om de term „balsamico” niet langer te gebruiken [IEF 18035]. Vastgesteld wordt nu dat de bescherming van de benaming „Aceto Balsamico di Modena” zich niet uitstrekt tot het gebruik van de afzonderlijke nietgeografische bestanddelen ervan. De registratie van de betrokken BGA en de daaruit voortvloeiende bescherming hebben betrekking op de benaming „Aceto Balsamico di Modena” in haar geheel, aangezien het deze benaming is die onmiskenbaar naamsbekendheid heeft verworven op de nationale en internationale markt.
Bevoegdheidsincident en incident schorsing uitvoerbaarheid bij voorraad verstekvonnis

Rechtbank Den Haag 25 september 2019, IEF 18863; ECLI:NL:RBDHA:2019:10407 (Hikvision tegen LITB) Volgens Hikvision heeft LITB inbreuk gemaakt op de aan Hikvision toekomende merkrechten en merklicentierechten. Hikvision vorderde een verklaring voor recht dat LITB inbreuk maakt op haar merk-/ merklicentierechten en daarnaast een inbreukverbod in de EU. Bij verstekvonnis zijn beide vorderingen toegewezen. In het verzet in de hoofdzaak vordert LITB onder andere de vernietiging van het verstekvonnis, althans te worden ontheven van de tegen haar uitgesproken veroordelingen, en vaststelling van de niet-ontvankelijkheid van Hikvision in diens vorderingen, althans de afwijzing van de vorderingen van Hikvision, met hoofdelijke veroordeling van Hikvision in de proceskosten. De rechtbank heeft in deze zaak bij tussenvonnis verklaard dat zij onbevoegd is kennis te nemen van de vorderingen van de Chinese dochteronderneming van Hikvision. Voorts schorst zij de executie van het verstekvonnis totdat uitspraak in de hoofdzaak is gedaan.
Uitspraak ingezonden door Reindert van der Zaal, Iman Adeel en Nienke de Visser, Kennedy Van der Laan.
Café mag geen eredivisie-wedstrijden uitzenden zonder licentie

Vrz. Rechtbank Amsterdam 28 november 2019, IEF 18861; ECLI:NL:RBAMS:2019:8879 (Café tegen Eredivisie) Uitzendingen van de Eredivisie zijn auteursrechtelijk beschermd. Eredivisie Media & Marketing exploiteert deze live uitzendingen via een gesloten exploitatiesysteem op de televisiezenders van FOX Sports. Fox Sports biedt licenties aan voor de zakelijke markt. Een café in Amsterdam had zo’n licentieovereenkomst. Nadat er een betalingsachterstand ontstaan was, heeft FOX Sports de licentieovereenkomst stopgezet. Een door Eredivisie ingeschakelde deurwaarder heeft een paar dagen later geconstateerd dat er toch een wedstrijd werd uitgezonden in het café.
Uitspraak ingezonden door Otto Swens, Vondst advocaten.
HvJ EU over verlenging van vergunning voor parallelimport

HvJ EU 14 november 2019, IEF 18859, LS&R 1763, IEFbe 3001; ECLI:EU:C:2019:968 (Vaselife en Chrysal tegen Ctgb) Aan Vaselife is een vergunning verleend voor de parallelimport van gewasbeschermingsmiddel Vaselife UB. Het Ctgb heeft het verzoek om de aan Vaselife toegekende vergunning te verlengen, geweigerd. Vervolgens is de toelating overgeschreven op Chrysal. Chrysal heeft bezwaar ingediend tegen het besluit over de verlenging van de vergunning. Dit bezwaar van Chrysal is door het Ctgb gedeeltelijk gegrond verklaard. Tegelijkertijd heeft het Ctgb het verzoek tot verlenging van de vergunning afgewezen. Vaselife heeft hiertegen beroep ingesteld bij het CBb, zie [LS&R 1626]. Het Ctgb heeft het verzoek van Chrysal om de naam van het middel te veranderen in Chrysal BVB, ingewilligd, en de respijtperiode verruimd waardoor ook de bestaande voorraad van het middel Vaselife UB mocht worden afgeleverd en opgebruikt. Hiertegen heeft Chrysal beroep ingesteld bij het CBb. Het CBb heeft vervolgens het HvJ EU verzocht om beantwoording van enkele prejudiciële vragen.
Inbreukverbod afgewezen wegens gebrek aan inventiviteit

Hof Den Haag 27 augustus 2019, IEF 18862, LS&R 1764; ECLI:NL:GHDHA:2019:3155 (Icos tegen Teva) Teva en Icos zijn twee ondernemingen die zich bezighouden met de productie, distributie en verhandeling van geneesmiddelen. Icos is houdster van een octrooirecht van een geneesmiddel voor de behandeling van seksuele disfuncties. De verbinding is 'tadalafil', als opvolger van Viagra, onder de naam Cialis op de markt gebracht voor de behandeling van erectiestoornissen. Op de stof tadalafil rust eveneens octrooirecht waarvan Icos houdster is, voor de behandeling van impotentie. Tijdens de ontwikkeling van tadalafil als geneesmiddel zijn klinische studies uitgevoerd, waarin diverse doseringen zijn getest. Teva heeft vervolgens eveneens een geneesmiddel met tadalafil op de markt gebracht. Icos vordert een inbreukverbod ten aanzien van haar octrooi op de stof tadalafil. Conclusie 10 van het octrooi is niet inventief. Omdat de inventiviteit van de overige conclusies los van conclusie 10 onvoldoende zijn gemotiveerd, volgen deze het lot van conclusie 10 en heeft de rechtbank terecht geoordeeld dat alle conclusies niet inventief zijn. De vorderingen worden afgewezen.
Beëindiging coëxistentie-overeenkomst geldig wegens onrechtmatig gebruik teken

Hof Amsterdam 5 november 2019, IEF 18860; ECLI:NL:GHAMS:2019:3974 (MKB tegen TomTom) MKBO exploiteert een onderneming die de financiële administratie in verband met tanken, parkeren en autowassen voor ondernemers vergemakkelijkt. TomTom houdt zich onder meer bezig met de ontwikkeling en wereldwijde levering van navigatiesystemen en B2B oplossingen op het gebied van mobiliteit. TomTom is houdster van Benelux- en Uniemerken waaronder de genoemde producten en diensten worden aangeboden. MKBO heeft in haar reclames de fictieve persoon Tom Ridder als advertising character geïntroduceerd. Tussen MKBO en TomTom is een coëxistentie-overeenkomst gesloten omtrent het merk 'Tom'. In de onderhavige zaak gaat het om de vraag of deze overeenkomst rechtsgeldig door TomTom is ontbonden, althans beëindigd, door middel van haar brief. MKBO stelt dat dit niet het geval is en vordert nakoming van de overeenkomst en tevens schadevergoeding voor de door haar geleden schade. Volgens TomTom kon aan de overeenkomst slechts het recht van MKBO worden ontleend om het woord Tom te gebruiken in vorm van het Tom logo en dat andersoortig gebruik door MKBO een toerekenbare tekortkoming inhield, hetgeen TomTom het recht gaf om de overeenkomst te beëindigen. Er is in deze zaak geoordeeld ten gunste van TomTom.
Brief ingezonden door David Mulder, Wim Maas en Irenah Klink, Taylor Wessing.
Ingezonden brief Taylor Wessing

Ingezonden brief Taylor Wessing over de beschikking van 26 november 2019
De relevantie van deze beschikking [IEF 18857] vloeit voort uit het feit dat bij het opvragen van informatie over zaken die door advocaten van andere kantoren worden behandeld, men in de praktijk regelmatig op het probleem stuit dat gerechtelijke instanties deze informatie niet willen verstrekken. Zo wilde de griffie van de Rechtbank Den Haag de door Taylor Wessing op 23 juli 2019 opgevraagde informatie aanvankelijk (ook) niet verschaffen. Ondanks de eerdere andersluidende beslissing van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag van 27 september 2012, ECLI:NL:RBSGR:2012:BY1768, is Taylor Wessing in verzet gekomen tegen deze weigering.
Uitspraak ingezonden door David Mulder, Wim Maas en Irenah Klink, Taylor Wessing.
Voorzieningenrechter doet geen uitspraak omtrent beleid

Vrz. Rechtbank Den Haag 26 november 2019, IEF 18857; (Taylor Wessing tegen Griffier) In een brief aan de griffie verzocht Taylor Wessing de Rechtbank Den Haag om informatie over het beleid inzake het verstrekken van informatie over lopende procedures aan derden en werd de vraag gesteld of tussen twee partijen een procedure aanhangig was. De griffier geeft antwoord.
Nietigverklaring wegens verwarringsgevaar 'mediflor' en 'floramed' gerechtvaardigd

Gerecht EU 20 november 2019, IEF 18855, IEFbe 2999; ECLI:EU:T:2019:794 (Werner tegen EUIPO) Scheffler heeft bij het EUIPO het beeldmerk 'Floramed', geschreven in lichtblauwe letters, laten inschrijven. Merck heeft als interveniënte een verzoek tot vernietiging van de merkinschrijving ingesteld, vanwege het woordmerk 'Mediflor' dat was ingeschreven voor dezelfde waren als het litigieuze beeldmerk. Ondertussen is het beeldmerk overgedragen aan eiser, de heer Werner, en is die overdracht ingeschreven in het EU-merkenregister. Vervolgens willigde de nietigheidsafdeling van het EUIPO het verzoek van Merck tot nietigverklaring in op grond dat er verwarringsgevaar tussen de twee merken zou bestaan. Werner heeft hiertegen beroep ingesteld. Bij beschikking heeft het EUIPO dit beroep afgewezen. In de onderhavige zaak is getoetst of er daadwerkelijk, zoals het EUIPO heeft betoogd, verwarringsgevaar bestaat. Het oordeel komt op het volgende neer: (i) het relevante publiek bestaat uit de gemiddelde consumenten en vakmannen, (ii) de twee producten (floramed en mediflor) zijn deels identiek en deels soortgelijk, onder andere gezien het feit dat de twee producten door dezelfde onderneming worden geproduceerd, op dezelfde manier worden gedistribueerd, tot dezelfde groep consumenten zijn gericht en hetzelfde doel dienen of elkaar aanvullen. Wat de visuele en auditieve kenmerken van de tekens betreft, komt het EUIPO tot de conclusie dat de begrippen 'med' en 'medi' dichter bij elkaar lijken te liggen dan 'flor' en 'flora'. Dit maakt echter niet uit omdat de tegenoverstaande tekens uit dezelfde elementen bestaan, te weten med/medi en flor/flora.
Publicatie van vertalingen is verveelvoudiging van werk van auteur

Hof Amsterdam 29 oktober 2019, IEF 18854; ECLI:NL:GHAMS:2019:3889 (Auteur tegen uitgever) Appellante is kunsthistorica en gespecialiseerd in (het werk van) Piet Mondriaan. Geïntimeerde geeft kunstboeken uit. Appellante en geïntimeerde zijn een overeenkomst aangegaan op grond waarvan appellante verplicht is tegen vergoeding een bijdrage te leveren aan enkele boeken over Mondriaan. In de overeenkomst is een boetebeding opgenomen, op grond waarvan geïntimeerde voor elke schending van de overeengekomen regelingen omtrent het auteursrecht van appellante en de naamsvermelding een gefixeerde boete is verschuldigd van 10.000 euro onverminderd het recht op schadevergoeding. Appellante heeft een essay geschreven, waarvan onder andere een Duitse en Engelse editie verschenen, zonder dat geïntimeerde de vertaalde versies voorafgaand aan de publicatie aan appellante heeft voorgelegd. Appellante tracht de boetes op grond van haar leveringsvoorwaarden af te dwingen en geïntimeerde aansprakelijk te stellen op grond van diverse schendingen van haar auteursrecht. In de onderhavige uitspraak wordt de vordering uit hoofde van het boetebeding toegewezen, terwijl de schadevergoedingsvordering wordt afgewezen. Dit omdat het publiceren van vertalingen ook onder het verveelvoudigen van het werk valt waarmee appellante niet heeft ingestemd.
Jurisprudentielunch Octrooirecht

Blijf up to date en kom naar de jaarlijkse Jurisprudentielunch Octrooirecht van deLex, op woensdag 11 december. Met het volledige overzicht van relevante uitspraken, aangeboden door Bart van den Broek en Willem Hoyng.
Kijk hier voor meer informatie.
Toch wel een publicatieverbod voor autobiografisch boek

Hof Arnhem-Leeuwarden 5 november 2019, IEF 18853; ECLI:NL:GHARL:2019:9503 (Publicatieverbod boek) Geïntimeerde en appelant zijn van 2000 tot 2010 getrouwd geweest. Geïntimeerde heeft een boek getiteld '#jehebtaltijdeenkeuze#' geschreven over onder andere deze relatie. Appelant heeft geprobeerd een publicatieverbod te bewerkstelligen middels een kort geding (zie ook: IEF 18328). Geoordeeld werd echter dat de publicatie van het boek niet onrechtmatig was. Tegen dit besluit is in hoger beroep gegaan.
Desinformatie en de democratische rechtsstaat

Op 2 december wordt in Utrecht een paneldiscussie gehouden over 'Desinformatie en de democratische rechtsstaat' geleid door prof. dr. Madeleine de Cock Buning van de Universiteit Utrecht. Wetenschappers, wetgevers en professionals uit de praktijk gaan in discussie.
Onderwerpen die aan bod komen zijn onder meer: vertrouwen in de media en journalistiek, hate speech, content moderatie en vrije meningsuiting en het vertrouwen in de rechtsstaat. Deelname is open voor iedereen en gratis. Wel graag even aanmelden via deze link.
Uitspraak ingezonden door Kristof Neefs, Inteo.
Benelux- en Uniemerk nietig vanwege beschrijvend karakter

Nederlandstalige Ondernemingsrechtbank Brussel 31 oktober 2019, IEFbe 2998, IEF 18852; A/18/02147 (Omega Pharma tegen Ceres Pharma) Vonnis inzake Benelux- en Uniemerken. Omega Pharma, het bedrijf achter XL-S Medical, verwijt als eisende partij dat Ceres Pharma inbreuk pleegt op haar merken door het gebruiken van het teken X-Slim en XSlim. Ceres Pharma stelt op haar beurt dat het woord- en beeldmerk XL>S nietig verklaard moet worden vanwege het beschrijvende karakter ervan. Deze tegenvordering van Ceres Pharma wordt gegrond verklaard en heeft tot gevolg dat het woord- en beeldmerk van Omega Pharma “XL>S” nietig is. Omega Pharma heeft naar het oordeel van de rechtbank niet kunnen bewijzen dat er een voldoende mate van bekendheid of inburgering was voor het betreffende merk.
Vacature president Boards of Appeal EUIPO

Het Bureau voor intellectuele eigendom van de Europese Unie (EUIPO) zoekt kandidaten voor de functie van president van de kamers van beroep van het Bureau.
Bevoegdheid rechter bij inbreuk Uniemerk 'waar de inbreuk heeft plaatsgevonden'

HvJ EU 5 september 2019, IEF 18850, IEFbe 2996; ECLI:EU:C:2019:674 (AMS Neve tegen Heritage Audio) Uitlegging artikel 97, lid 5 van verordening (EG) nr. 207/2009 van de Raad van 26 februari 2009 inzake het (Unie)merk. AMS Neve is gevestigd in het Verenigd Koninkrijk en produceert/verkoopt audioapparatuur. Heritage Audio is gevestigd in Spanje en verkoopt eveneens audioapparatuur. AMS stapt naar de Intelectual Property and Enterprise Court (merkenrechter Verenigd Koninkrijk) met een vordering wegens inbreuk op een Uniemerk waarvan AMS een exclusieve licentie houdt. Zij menen dat Heritage imitaties van de aan AMS toebehorende Uniemerk te koop hebben aangeboden in het Verenigd Koninkrijk. Het Court of Appeal vraagt uitleg omtrent enkele aspecten met betrekking tot haar bevoegdheid inzake. Nu er reclameuittingen hebben plaatsgevonden die zijn gericht op consumenten en handelaren die zich in het Verenigd Koninkrijk bevinden, is derhalve ook de rechter in deze lidstaat bevoegd kennis te nemen.
Vorderingen wegens wanprestatie hebben geen kans op slagen

Rechtbank Rotterdam 17 september 2019, IEF 18849 (A tegen B) Kort geding. A is actief als DJ en producer onder het label Peacock Records. B houdt zich bezig met boekingen en is distributeur van muziek en merchandise. A en B hebben een exclusief artiestencontract ten behoeve van Peacock Records gesloten. In het onderhavige geschil stelt A dat B tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen, voortvloeiende uit het artiestencontract. Vervolgens heeft A de overeenkomst tussen hem en B (gedeeltelijk) ontbonden, B wijst echter de ontbinding van de hand. Tevens heeft A de exclusiviteitsbepalingen en het beding dat ziet op het exclusieve eeuwigdurende exploitatierecht schriftelijk bij brief vernietigd. Het spoedeisend belang van het kort geding is twijfelachtig en de stellingen van partijen zijn slechts gebaseerd op aannames en vermoedens waarvan de gegrondheid niet aannemelijk is gemaakt.
Geen sprake van onbevoegdheid advocaat in tegenhouden publicatie

HR 22 november 2019, IEF 18847; ECLI:NL:HR:2019:1832 (Publicatie dagboek) De moeder van een vermoord persoon verzet zich tegen publicatie van (stukken uit) haar dagboek. De publicaties worden als onrechtmatig aangemerkt. Eiser in cassatie stelt dat het Hof ongelijk heeft in haar standpunt dat de advocaat van de moeder over toereikende procesvolmacht beschikt. Daarnaast wordt de vraag opgeworpen of een rechterlijk gebod is nageleefd en de daarmee samenhangende stelplicht en bewijslast. In navolging van de conclusie van de A-G [IEF 18724], wordt het beroep tot cassatie verworpen. De aangevoerde klachten worden verworpen zonder nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Aanbestedingsprocedure distributiefunctie reizigersinformatiesysteem hoeft niet te worden gestaakt

Rechtbank Midden-Nederland 1 november 2019; IEF 18848, IT 2953, IEFbe 2995; ECLI:NL:RBMNE:2019:5093 (Ferranti tegen Provincie Utrecht) De Provincie Utrecht en NDOV-DOVA U.A. hebben een Europese aanbestedingsprocedure lopen voor de ontwikkeling, beheer en doorontwikkeling van de distributiefunctie van een dynamisch reizigersinformatiesysteem. Dit systeem geeft via websites, apps en displays op stations en haltes informatie over actuele aankomst- en vertrektijden. De aanbesteding is voorlopig gegund aan Strukton Systems. Ferranti Computer Systems, een Belgische kandidaat in de aanbestedingsprocedure, kan zich niet vinden in deze beslissing. Zij menen dat de procedure onrechtmatig is en moet worden gestaakt. Daarnaast vinden zij dat hun inschrijving onjuist is beoordeeld en dat de gunningsbeslissing onvoldoende is gemotiveerd. Verder ziet een deel van de grieven op de verplichte overdracht van intellectuele eigendomsrechten aan DOVA in geval van gunning. Ferranti wordt op alle punten in het ongelijk gesteld. Wat betreft de overdracht van intellectuele eigendomsrechten, kan niet worden gesteld dat deze eis disproportioneel is, nu er geen aanwijzingen zijn dat DOVA de verkregen informatie van plan is te gebruiken voor de ontwikkeling van een concurrerend product.