NS verwerkt persoonsgegevens rechtmatig

Raad van State 10 november 2021, IEF 20354, IT 3725; ECLI:NL:RVS:2021:2509 (Appellant tegen AP) Appellant verzocht de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) om handhavend op te treden tegen de NS op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens. De AP deed vervolgens onderzoek naar de NS, maar oordeelde dat er geen overtreding plaatsvond en wees daarom het verzoek af. Appellant ging hiertegen in beroep en kwam uiteindelijk terecht bij de Raad van State. De Raad van State oordeelt dat op het moment dat de reiziger in het openbaar vervoer stapt er een vervoersovereenkomst tot stand komt. De verwerking van persoonsgegevens kan rechtmatig zijn als dat noodzakelijk is voor de uitvoering van een overeenkomst. De Raad van State oordeelt dat dit het geval is. De gegevensverwerking heeft als doel vaststellen dat de NS het contractuele vervoer op een traject heeft verzorgd en de verschuldigde tegenprestatie van de reiziger.