Gepubliceerd op dinsdag 16 juli 2019
IEF 18596
Rechtbank Amsterdam ||
12 jul 2019
Rechtbank Amsterdam 12 jul 2019, IEF 18596; ECLI:NL:RBAMS:2019:5017 (de Staat tegen Podium), https://www.ie-forum.nl/artikelen/verbod-publicatie-boek-door-levensgevaar-bron-aivd

Verbod publicatie boek door levensgevaar bron AIVD

Rechtbank Amsterdam 12 juli 2019, IEF 18596; ECLI:NL:RBAMS:2019:5017 (de Staat tegen Podium) Publicatie. Vrijheid van meningsuiting. In september zou het boek “Het is oorlog maar niemand die het ziet” worden gepubliceerd door uitgeverij Podium. Het wordt de journalist verboden een aantal gegevens op te nemen in dat boek. De Staat heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat door publicatie daarvan een bron van de AIVD in levensgevaar kan komen. Onder die omstandigheden is de beperking op de vrijheid van meningsuiting gerechtvaardigd. De Staat vordert verbod op openbaarmaking door middel van publicatie van het boek op welke manier dan ook. De vordering wordt toegewezen.

4.1. Toewijzing van het door de Staat gevorderde publicatieverbod zou een beperking inhouden van het in artikel 10 lid 1 EVRM neergelegde grondrecht van [gedaagde sub 1] en Podium op vrijheid van meningsuiting. Dit recht kan slechts worden beperkt, indien is voldaan aan de vereisten gesteld in lid 2 van dat artikel, dat als volgt luidt: 
Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk zijn in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te waarborgen.

4.2. Een beperking is bij wet voorzien, als publicatie onrechtmatig is in de zin van artikel 6:162 van het Burgerlijk Wetboek (BW). Om uit te maken of dat het geval is, moeten de belangen van partijen tegen elkaar worden afgewogen. Het belang van [gedaagde sub 1] en Podium is dat zij zich in het openbaar kritisch, informerend, opiniërend en waarschuwend moeten kunnen uitlaten over misstanden die de samenleving raken. Het belang van de Staat is gelegen in de bescherming van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, het beschermen van de gezondheid en het voorkomen van de verspreiding van vertrouwelijke mededelingen. Bij deze belangenafweging moeten alle omstandigheden van het geval in aanmerking worden genomen.

4.3. De Staat wil bepaalde passages laten verbieden voordat het boek is gepubliceerd. Dat komt neer op preventieve censuur. Een dergelijk verbod kan alleen worden gegeven als de publicatie tot onherstelbare schade zal leiden en, indien die publicatie pas achteraf onrechtmatig zou worden geacht, de nadelige gevolgen van de openbaarmaking niet meer kunnen worden hersteld door middel van een op dat moment uit te spreken veroordeling tot rectificatie of vergoeding van schade.

4.7. Dit betekent dat het belang van [gedaagde sub 1] en Podium om het boek door vermelding van deze gegevens zoveel mogelijk zeggingskracht en geloofwaardigheid te geven moet wijken voor het belang van de Staat om te waken voor de veiligheid van deze bron. Vordering I is dan ook toewijsbaar, waarbij de dwangsom zal worden teruggebracht tot normale proporties.