Gepubliceerd op vrijdag 20 juni 2014
IEF 13964
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

AUTEURSRECHTDEBAT: 'Handhaving tegen illegaal downloaden richt zich op sites en tussenpersonen en niet op consumenten'

Tim Kuik, ‘Handhaving tegen illegaal downloaden richt zich op sites en tussenpersonen en niet op consumenten', Auteursrechtdebat 20 juni 2014, IEF 13964. Thema: Downloadverbod & thuiskopie. Door Tim Kuik, Stichting Brein. Wat opvalt bij discussies over handhaving van een 'downloadverbod' is dat die meestal over handhaving of heksenjacht tegen de consument gaan. In Nederland is dat wat onzinnig, omdat er in de praktijk niet tegen consumenten wordt gehandhaafd. Dat kon al wel voor p2p- gebruikers (van bijvoorbeeld BitTorrent), omdat die als ze downloaden tegelijkertijd ook uploaden en dat was altijd al verboden. Overigens was het downloaden van illegaal aangeboden software en games ook altijd al verboden en illegale downloaders daarvan werden ook niet aangepakt. Voordat het internet bestond, werden kopers van illegale cd's en dvd's trouwens ook niet aangepakt (de marktkramen wèl, vaak ook in samenwerking met de marktorganisatie).

De consensus binnen de media-industrie in Nederland is dat je consumenten het best kunt bedienen met legaal aanbod, ook online, en dat gebeurt dan ook steeds vaker, steeds beter, steeds sneller.

Handhaving van het 'downloadverbod' richt zich dus op de partijen die betrokken zijn bij de organisatie van illegaal gebruik. In de eerste plaats de sites die het faciliteren van illegaal downloaden als businessmodel hanteren. Omdat die sites vaak anoniem beheerd worden, richt handhaving zich ook op tussenpersonen die diensten aan dergelijke sites leveren zoals hosting providers, betaaldiensten, advertentienetwerken en access providers. Het gaat bij die tussenpersonen eerder om verantwoordelijkheid te helpen bij tegengaan van inbreuken en illegaal gebruik dan om aansprakelijkheid voor de schade.

In combinatie met legaal online aanbod kan dergelijke handhaving tegen illegale sites goed werken. Het doel is het constant verstoren van het illegale aanbod waardoor meer consumenten voor legaal aanbod zullen kiezen. Natuurlijk zal er een harde kern gebruikers zijn die nooit voor content wil betalen en altijd bezig zal blijven met illegaal aanbod. Het is mogelijk die groep beperkt te houden en er, mede door handhaving tegen illegaal aanbod, voor te zorgen dat legaal aanbod wordt geprefereerd door de consument die gemakkelijk online toegang tot content wil hebben.

Daarbij is het van belang dat de consument zich bewust is van zijn keuzes. Een mooie gelegenheid tot voorlichting is het moment dat een consument van illegaal aanbod gebruik wil gaan maken. Ervaring in Denemarken wijst uit dat 70% van bezoekers aan legale online platforms van geblokkeerde illegale platforms af komen. Zij worden op de landing page van zulke sites naar legaal aanbod verwezen in het kader van een "Share With Care" samenwerkingsprogramma tussen ISP's en rechthebbenden. Dat komt natuurlijk anders over dan zoiets als "deze site moet helaas geblokkeerd/gecensureerd worden op vordering van BREIN, uw ISP is in hoger beroep om uw toegang tot illegaal aanbod te herstellen".

In verscheidene landen waar het aanpakken van illegale downloaders wel aan de orde was, lijkt men ook tot het inzicht te komen dat voorlichting van consumenten is te prefereren boven bestraffing. In de Verenigde Staten zijn ISP's en rechthebbenden in onderling overleg overgestapt naar een "Copyright Alert" systeem van voorlichtende waarschuwingen en in het Verenigd Koninkrijk staat hetzelfde te gebeuren. Zelfs het Franse systeem, waar de uiteindelijke consequentie na drie waarschuwingen een boete kan zijn, is in de praktijk voornamelijk voorlichtend. Een eerste waarschuwing leidt in maar zo’n 10% van de gevallen tot een tweede waarschuwing, derde waarschuwingen liggen onder de 1% en er zijn slechts een handvol gevallen die tot een boete hebben geleid.

Tim Kuik