IEF 22011
25 april 2024
Artikel

Seminar Uitingsvrijheid op donderdag 16 mei 2024

 
IEF 22010
25 april 2024
Artikel

Isabelle Wolterink (EP&C) nieuwe voorzitter Orde van Octrooigemachtigden

 
IEF 22008
25 april 2024
Uitspraak

Publicaties in krant over politicus zijn niet onrechtmatig

 
IEF 14388

Rapper veroordeeld voor doodsbedreiging Wilders

Rechtbank Den Haag 7 november 2014, IEF 14387 (Doodsbedreiging Wilders via YouTube)
Mediarecht. Vrijheid van meningsuiting. Strafrecht. Vaststaat dat het opzet van verdachte op bedreiging gericht is geweest, nu hij bij de politie heeft verklaard dat hij Wilders heeft willen waarschuwen. De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De vrijheid van meningsuiting vormt geen schuilplaats voor degene die een ander met de dood bedreigt, ook niet als dit op een meer of minder artistieke wijze gebeurt.

De rechtbank onderschrijft het standpunt van de raadsman dat de persoon die in de clip Wilders moet voorstellen uitermate sullig is neergezet. Sulligheid maakt van deze persoon echter nog geen karikatuur en van de bedreiging geen scherts.

3.4. Het oordeel van de rechtbank
Op grond van bestendige jurisprudentie is voor een veroordeling wegens bedreiging als bedoeld in artikel 285 van het Wetboek van Strafrecht vereist dat de bedreigde daadwerkelijk op de hoogte is geraakt van de bedreiging, dat de bedreiging van dien aard en onder zodanige omstandigheden is geschied dat bij de bedreigde in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen en dat het opzet van de verdachte daar ook op gericht is geweest.
Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard dat de videoclip een “open einde” heeft, waarbij het aan de kijker of luisteraar is om dit in te vullen. De rechtbank kan dit niet serieus nemen. Iedere kijker/luisteraar zal immers de conclusie trekken dat Wilders vanwege zijn uitspraken over de Islam aan het einde van de clip wordt geëxecuteerd, ook al is alleen het geluid daarvan hoorbaar.
Verdachte heeft ter zitting gesteld dat hij persoonlijk Wilders nooit iets zal aandoen. De rechtbank overweegt dienaangaande dat voor een strafbare bedreiging niet vereist is dat de bedreiger van plan is uitvoering te geven aan hetgeen waarmee hij dreigt.
De verdachte heeft ook gesteld dat hij in de rap met zoveel woorden heeft aangegeven: “Dit is geen bedreiging of een poging tot je dood”, waardoor, aldus verdachte, bij Wilders niet in redelijkheid de vrees kon ontstaan dat hij het leven zou kunnen verliezen. De rechtbank kan verdachte ook hierin niet volgen. De door verdachte in dit verband aangehaalde zin wordt immers direct gevolgd door de zin “maar spotten met geloof dan vraag je toch om moord” en (even later) de zin “Geertje de islam is 2,1 miljard, DKDB helpt niet, als ze jou komen halen.”. Hiermee wordt onmiskenbaar de suggestie gewekt dat Wilders vanwege zijn uitspraken over de Islam, ondanks de voortdurende strenge bescherming van persoonsbeveiligers, zal (kunnen) worden vermoord door één of meer van de 2,1 miljard moslims in de wereld. Indien verdachte heeft bedoeld te stellen Wilders hiervoor te hebben willen waarschuwen, overweegt de rechtbank dat een waarschuwing ook (of zelfs juist) een bedreigende boodschap kan bevatten.
Verdachte heeft nog aangevoerd dat hij de rap heeft gebruikt om op artistieke wijze uiting te geven aan zijn opvattingen. Indien verdachte bedoeld heeft zich hiermee te beroepen op de hem toekomende vrijheid van meningsuiting, welke ruimer zou zijn als het gaat om uitingen van kunst, faalt ook dit verweer. De vrijheid van meningsuiting vormt geen schuilplaats voor degene die een ander met de dood bedreigt11, ook niet als dit op een meer of minder artistieke wijze gebeurt.
De rechtbank onderschrijft het standpunt van de raadsman dat de persoon die in de clip Wilders moet voorstellen uitermate sullig is neergezet. Sulligheid maakt van deze persoon echter nog geen karikatuur en van de bedreiging geen scherts. De rechtbank passeert dan ook het verweer van de raadsman op dit punt.
Er kan dus geen twijfel bestaan over het bedreigende karakter van de (combinatie van de) videoclip en de rap, waardoor bij de heer Wilders, die, blijkens zijn aangifte, daarvan ook op de hoogte is geraakt, de redelijke vrees kon ontstaan dat hij het leven zou verliezen.
Voorts staat vast dat het opzet van verdachte hierop gericht is geweest, nu hij bij de politie heeft verklaard dat hij Wilders heeft willen waarschuwen.
De rechtbank acht derhalve wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan een bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht.
IEF 14387

Ex parte tegen handel in illegale dvd's op Facebook Groups

Vzr. Rechtbank Limburg 23 oktober 2014, IEF 14387 (Stichting BREIN tegen Facebook dvd's)
Uitspraak ingezonden door Bastiaan van Ramshorst, stichting BREIN. Ex parte verzoek. Via Facebook Groups en een eigen website drijft gerekwestreerde een handel in illegaal gekopieerde dvd's. Tegen betaling worden meer dan 3000 filmtitels aangeboden die op bestelling worden gekopieerd en verspreid. Leden van de groep worden bovendien voortdurend op de hoogte gehouden van het nieuwe aanbod, omdat een collage van uploads verschijnt in de 'timeline' van het groepslid. Het verzoek tot staking binnen 24 uur wordt toegewezen, versterkt door een dwangsom.
Lees verder

IEF 14386

Auteursrechtdebat: Downloadverbod en thuiskopieheffing?

Door Jung-Ming Ng, Masterstudent aan VU Amsterdam. Thema: Downloadverbod & thuiskopie. Sinds het arrest ACI/Thuiskopie [IEF 13741] is Nederland de trotse eigenaar van een downloadverbod. Het HvJ EU heeft in ACI/Thuiskopie uitdrukkelijk gekozen voor een downloadverbod, de in Nederland gehanteerde thuiskopieheffing werd hiermee onderuit gehaald. SONT heeft naar aanleiding van deze uitspraak het advies gegeven om de thuiskopieheffing niet te schrappen maar te verlagen. Dit advies is moeilijk te rijmen met het ACI/Thuiskopie-arrest. Het primaire doel van de thuiskopieheffing was om artiesten te compenseren voor het verlies van inkomsten door de thuiskopie-exceptie. Nu het HvJ EU uitdrukkelijk heeft gekozen voor een downloadverbod is het voortbestaan van de thuiskopieheffing niet meer gerechtvaardigd naar mijn mening.

De redenering achter de thuiskopieheffing is dat auteursrechthebbenden gecompenseerd moeten worden voor schade die ontstaat door de thuiskopie-exceptie. Men kan zich afvragen of deze redenering van het kabinet voldoende rekening houdt met legale diensten zoals Spotify en Netflix. Veel mensen kopen tegenwoordig hun content online. Van een thuiskopie met behulp van een langspeelplaat of compact disc waar de Auteurswet van lijkt uit te gaan is geen sprake meer. De Nederlandse ICT-organisaties FIAR CE, Nederland ICT en NLkabel zijn van mening dat de voorgestelde verlaging van de thuiskopieheffing niet voldoende is. Zij stellen een verdere verlaging van de thuiskopieheffing voor en willen tevens een onderzoek naar de werkelijke schade van legaal thuiskopiëren.

In het Verenigd Koninkrijk kwam men tot de conclusie dat de schade door de thuiskopie verwaarloosbaar is, een thuiskopieheffing is derhalve niet nodig [tweakers]. Het angstvallig vasthouden aan de thuiskopieheffing wekt de indruk dat het kabinet het downloaden uit illegale bron gedoogt. Indien men daadwerkelijk uitvoering wil geven aan het downloadverbod dient het kabinet naar mijn mening de thuiskopieheffing in zijn geheel te laten varen.

Vooralsnog lijkt het kabinet vast te willen houden aan het systeem van de thuiskopieheffing om auteursrechthebbenden te compenseren. Een alternatief voor de thuiskopieheffing zou het systeem dat wordt gehanteerd in Noorwegen kunnen zijn. In Noorwegen worden auteursrechthebbenden gecompenseerd via de belastingen [nu.nl]. Staatssecretaris Fred Teeven vond dit plan niet wenselijk, omdat men hiermee iedere internetgebruiker treft, iedereen wordt over één kam geschoren hoe hij het internet ook gebruikt. Dit vind ik geen steekhoudend argument. De thuiskopieheffing treft immers ook iedereen die een harde schijf of een ander opslag medium koopt. Zelfs mensen die hun smartphone slechts gebruiken om te bellen en überhaupt niks downloaden, zijn gehouden een thuiskopieheffing te betalen.

Mijn voorkeur gaat uit naar het systeem van Noorwegen. Hierbij wordt een staatsfonds opgericht, die auteursrechthebbenden compenseert voor schade die ontstaat door de thuiskopie-exceptie. Het uit te keren bedrag wordt vastgesteld aan de hand van zogenaamde ‘usage studies’. Door een voorbeeld te nemen aan Noorwegen kan het kabinet de thuiskopieheffing definitief laten vallen en gehoor geven aan de ACI/Thuiskopie-uitspraak van het HvJ EU.

Jung-Ming Ng

IEF 14385

DUPHAR ondanks verlopen merkrecht nog steeds beschermd

BBIE 28 oktober 2014, IEF 14385 (Duphar healthcare)
Bijdrage ingezonden door Corina Post, CPostC.
Duphalac en Duphar Healthcare als verwarrend beoordeelt. Mijn oud-Solvay-Duphar hart begint sneller te slaan bij het lezen van het vonnis in de zaak waarin de merken DUPHALAC en DUPHASTON ten strijde trokken tegen het merk DUPHAR HEALTHCARE. DUPHAR HEALTHCARE is ingediend voor “farmaceutische producten en voedingssupplementen voor de mens”. Dit verbaast mij, want bij het horen van “healthcare” denk ik eerder aan een farmaceutisch bedrijf en niet zozeer aan een product. Neemt niet weg dat ik benieuwd ben of het merk DUPHAR HEALTHCARE voor verwarring kan zorgen ten opzichte van de merken DUPHALAC (lactulose drank) en DUPHASTON (dydrogesterone tabletten). Daarnaast stel ik mij de vraag hoe de uitspraak was geweest indien DUPHAR HEALTHCARE voor farmaceutische diensten en bedrijfsvoering was ingediend?

Maar eerst een stukje geschiedenis
In de jaren ’50 zijn de geneesmiddelen DUPHALAC en DUPHASTON door Philips-Duphar op de markt gebracht. In 1980 nam het chemiebedrijf Solvay Philips-Duphar over en gingen de merken volledig over op naam van Duphar, een samentrekking van Dutch Pharmaceuticals. In die tijd zijn er veel verschillende medicijnen met het element DUPHA op de markt gebracht. Nadat het bedrijf in 1991 werd omgedoopt in Solvay Duphar, kwam het besef dat het niet in het belang van het bedrijf was om de bedrijfsnaam DUPHAR in de merknamen terug te laten komen. Een paar divisies werden verkocht en daarmee gingen een aantal DUPHA* merken over. Toen het bedrijf in 1997 bij een volgende naamswijziging de naam Solvay Pharmaceuticals kreeg, werd de interesse in de merkregistratie DUPHAR steeds minder en in 2011 verliep de laatste merkregistratie. Uiteindelijk nam Abbott in 2010 Solvay Pharmaceuticals over van het chemiebedrijf Solvay.

Verlopen merk niet noodzakelijk vrij voor registratie
Het Belgische bedrijf Melphar BVBA had onlangs goed in de gaten gehouden dat het merk DUPHAR al meer dan vijf jaar niet meer wordt gebruikt en de merkregistratie langer dan twee jaar is verlopen. Bovendien vindt Melphar dat DUPHASTON en DUPHALAC niet overeenstemmen met DUPHAR, en voor het bedrijf dus redenen genoeg om zelf de merknaam DUPHAR HEALTHCARE in te dienen. Abbott is het hier niet mee eens en diende een oppositie in.

Ik vraag me af of Abbott niet zwaarder geschut had moeten inzetten, want gaan ze het wel redden in deze oppositie op het normaal onderscheidend vermogen van hun merken? Er zijn namelijk rechtsmiddelen om een grotere onderscheidingskracht in te roepen zoals het aantonen van bekendheid. Echter, de bewijsvoering hiervoor is kostbaar en minder eenvoudig voor farmaceutische producten. Een ander middel is het opvoeren van DUPHA als seriemerk maar dit is geen optie meer omdat veel DUPHA merken in het verleden tezamen met enkele divisies, zijn verkocht.

DUPHA merken hebben nawerking op verlopen bedrijfsmerk DUPHAR
Het woord was nu aan het Benelux Merkenbureau en dat oordeelde dat de waren van het merk DUPHALAC en het teken DUPHAR HEALTHCARE zijn ingeschreven cq. Zijn ingediend, identiek dan wel soortgelijk zijn. Daarbij bekijkt het Bureau wat de eventuele beschrijvende bestanddelen van het merk en teken zijn. Het element HEALTHCARE betekent gezondheidszorg en beschrijft direct de waren waarvoor het is ingediend. Aan het merk DUPHALAC wordt geen vaste betekenis toegekend ondanks de mogelijke betekenis van het element LAC (lactulose).

Het dominante bestanddeel van het teken DUPHAR HEALTHCARE. Bij de vergelijking van dit element met het merk DUPHALAC is ht Bureau van mening dat er sprake is van een zekere mate van visuele en een geringe mate van auditieve overeenkomst. Van doorslaggevend belang hierbij is het feit dat beide merken beginnen met DUPHA, dat dit element dominant is en het publiek bovendien meer belang hecht aan het eerste deel van het merk. Het Bureau is dan ook van oordeel dat het publiek kan denken dat de merken DUPHALAC en DUPHAR HEALTHCARE van een dezelfde of economisch verbonden onderneming zijn. Aangezien verwarring is vastgesteld, hoeft de overeenstemming met het andere ingeroepen recht DUPHASTON niet verder onderzocht te worden.

Blijft over de vraag hoe het Bureau geoordeeld zou hebben indien DUPHAR HEALTHCARE alleen voor “farmaceutische diensten” was ingediend. De waren onder het merk DUPHALAC zijn dan niet langer identiek maar nog wel soortgelijk aan de diensten onder DUPHAR HEALTHCARE. Het gaat er om of het publiek een bepaalde verwantschap tussen de beide merken ziet waardoor de indruk wordt gewekt dat de merken DUPHALAC en DUPHASTON afkomstig zijn van het bedrijf DUPHAR HEALTHCARE, oftewel: is er sprake van herkomstverwarring? Die kans acht ik eveneens aanwezig, gelet op de voorgaande beoordeling van de mate van visuele en auditieve overeenkomsten tussen de merken. Uit deze zaak blijkt dat een vervallen merk nog steeds bescherming geniet door merken die bestanddelen van dat vervallen merk bevatten.

Corina Post

IEF 14384

Bibliotheekwet aangenomen, regelt digitalisering

De Eerste Kamer heeft vandaag het wetsontwerp Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob), de bibliotheekwet, aangenomen. Vanaf 1 januari 2015 is deze van kracht. De bibliotheekwet regelt de digitalisering van de openbare bibliotheek en zorgt voor structurele financiering daarvan door de Rijksoverheid. In deze wet is vastgelegd dat iedere Nederlander toegang moet hebben tot een openbare bibliotheek, zowel in fysieke als digitale vorm.

Ook zijn de functies en voorwaarden vastgelegd waaraan een openbare bibliotheek moet voldoen. De digitalisering van de openbare bibliotheken wordt centraal belegd bij Koninklijke Bibliotheek (KB). Naast deze taak krijgt de KB de zorg voor de stelselbewaking en –coördinatie van openbare bibliotheken en de verantwoordelijkheid voor het stelsel van voorzieningen voor mensen met een leesbeperking.

Eerstekamer.nl: De kern van dit wetsvoorstel is het instellen van één netwerk van bibliotheekorganisaties, het aanwijzen van de Koninklijke Bibliotheek (KB) als nationale bibliotheek in het netwerk, een aantal zaken rondom de fysieke bibliotheek alsmede de instelling en opbouw van een landelijke digitale bibliotheek.

Artikel 22. Intellectuele eigendomsrechten
1. Bij het uitvoeren van de taken, bedoeld in artikel 9, streeft de Koninklijke Bibliotheek er naar de eigendom of een overdraagbaar gebruiksrecht te verkrijgen van bij die uitvoering gevestigde intellectuele eigendomsrechten.
2. Op verzoek van Onze Minister werkt de Koninklijke Bibliotheek mee aan het tot stand komen van een overeenkomst tot het overdragen aan de Staat der Nederlanden van de rechten, bedoeld in het eerste lid. Voor zover wettelijk mogelijk, doet zij afstand van persoonlijkheidsrechten als bedoeld in de Auteurswet die haar of haar personeel toebehoren.

Wijziging Auteurswet:
Artikel 15c, derde lid, van de Auteurswet komt te luiden:
3. Publiek toegankelijke bibliotheekvoorzieningen, die in overwegende mate door gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba worden gesubsidieerd of in stand gehouden, zijn voor het uitlenen van op basis van artikel 15i omgezette werken aan bij die voorzieningen ingeschreven personen met een handicap, vrijgesteld van betaling van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

Wet naburige rechten:
De artikelen 2, vijfde lid, 6, vijfde lid, 7a, vijfde lid, en 8, vijfde lid, van de  Wet op de naburige rechten komen te luiden:
5. Publiek toegankelijke bibliotheekvoorzieningen, die in overwegende mate door gemeenten, provincies, het rijk of het openbaar lichaam Bonaire, Sint Eustatius of Saba worden gesubsidieerd of in stand gehouden, zijn voor het uitlenen van op basis van artikel 10, onderdeel i, omgezette materialen aan bij die voorzieningen ingeschreven personen met een handicap, vrijgesteld van betaling van de vergoeding, bedoeld in het derde lid.

IEF 14383

Conclusie AG: zaak Spanje tegen unitair octrooi moet worden afgewezen

Conclusie AG 18 november 2014, IEF 14383 zaak C-146/13 (Spain tegen Parlement en Raad)
Uit het persbericht: Advocate General Yves Bot: Spain’s actions against the European regulations implementing enhanced cooperation in the area of the creation of unitary patent protection must be dismissed. The unitary protection conferred provides a genuine benefit in terms of uniformity and integration, whilst the choice of languages reduces translation costs considerably and safeguards better the principle of legal certainty.

IEF 14382

Hof bevestigt afwijzing inbreuk op rivastigminepleisters

Hof Den Haag 18 november 2014, IEF 14382 (Novartis tegen Alvogen e.a.)
Uitspraak ingezonden door Marleen van den Horst, Claudia Zeri, Barents Krans en René Raggers, EP&C. Hoger beroep tegen kort geding [IEF 13378]. Novartis is houdster van octrooi EP 2 292 219 voor een pleister voor vertraagde afgifte van rivastigmine, een geneesmiddel tegen dementie/Alzheimer. Eerdere afwijzing in kort geding van inbreukverbod wordt door het hof bevestigd. Het Hof oordeelt dat er een gerede kans bestaat dat het octrooi gelezen in de ruime zin als door Novartis gewenst een in te stellen nietigheidsprocedure of de oppositieprocedure niet zal overleven wegens ongeoorloofd toegevoegde materie.

4.10. De conclusie luidt zodoende dat er een gerede kans bestaat dat het octrooi gelezen in de ruime zin als door Novartis gewenst een in te stellen nietigheidsprocedure of de oppositieprocedure niet zal overleven. Indien is uit te gaan van een zodanig beperktere lezing van de conclusie dat het octrooi geen gevaar loopt te worden vernietigd op grond van ontoelaatbare toegevoegde materie in de hiervoor bedoelde zin, dan dient die lezing in elk geval te worden beperkt tot de toepassing van de aanvangsdosering rivastigmine (als gedefinieerd in conclusie 1) in een TTS met speciale kleeflaag die zowel een siliconen polymeer als tackifier bevat. Voor zover Alvogen e.a. tegen het aldus beperkt te lezen octrooi nog andere toegevoegde materie- of verdere geldigheidsbezwaren hebben, kunnen deze gelet op het in r.o. 4.11 hierna te geven voorlopig oordeel in het midden blijven.

Inbreuk
4.11. Novartis heeft in het kader van dit kort geding niet aannemelijk gemaakt dat van een kleeflaag met zowel siliconen polymeer als tackifier bij het Permente product sprake is. Alvogen e.a. hebben de inbreuk gemotiveerd betwist en aangegeven dat geen sprake is van een siliconenolie (als tackifier) en dat de kleeflaag van het Permente product voor 100% uit siliconenepolymeer bestaat (zie conclusie van antwoord in hoger beroep, voetnoot 15, p. 38 en pleitnota in eerste aanleg, voetnoot 3, p. 11), derhalve zonder enige tackifier, zo begrijpt het hof. Novartis heeft daartegenover geen analyse van de samenstelling van de Permente pleister gesteld die aannemelijk zou maken dat er wel sprake is van een tackifier. Van inbreuk kan voorshands oordelend dan ook geen sprake zijn.

Buitenlandse uitspraken
4.12. Het hof realiseert zich dat met dit oordeel wordt afgeweken van een aantal uitspraken van buitenlandse rechters. Overwogen wordt dat door een aantal van die rechters geen wezenlijke toets van de geldigheid van het octrooi is uitgevoerd (de Italiaanse en Roemeense rechters) terwijl in het Deense vonnis het hiervoor geschetste verband tussen de TTS met kleeflaag en de hoge aanvangsdosis niet lijkt te zijn gelegd (p. 77 van de Engelse vertaling van dat vonnis). De Oostenrijkse rechter lijkt ook niet stil te hebben gestaan bij toegevoegde materie . Het hof van beroep te Brussel is van oordeel dat (zelfs indien de ruime uitleg van Novartis zou worden gevolgd, zo begrijpt dit hof) de inbreuk onvoldoende is aangetoond, zodat het deze vraag niet behoefde te beantwoorden. De Spaanse rechter kwam evenmin aan deze vraag toe omdat hij geen inbreuk aannam daar hij van oordeel was dat de TTS van conclusie 1 dient te voldoen aan alle kenmerken als in het slot van de conclusie zijn opgenomen. Anders gezegd, de Spaanse rechter zag de conclusie niet als een TTS met aanvangsdosis die wordt bepaald door een “referentiepleister” (TTS#2) maar vond dat deze in wezen beperkt was tot TTS#2. Het Duitse Landesgericht Düsseldorf heeft de inbreukvordering als “einstweilige Verfügung” geweigerd met een zelfde type redenering als dit hof. Ook de Duitse rechter ziet een verband tussen de structuur van de TTS (met kleeflaag) en het doseringsregime, zie p. 18 van die uitspraak, waarin het volgende wordt overwogen ten aanzien van de vakman die WO 407 leest: “Er gelangt aber nicht ohne weitere Uberlegungen zu dem Schluss, dass das Dosierungsschema unabhangig von der Struktur des TTS gewahrleistet werden kann.”.
IEF 14381

Auteursrechtdebat: Blokkeren is een schadelijk middel tegen auteursrechtinbreuken

Door Floris Kreiken, Bits of Freedom. Thema: Blokkade. Auteursrechthandhaving blijft een heet hangijzer. Inbreuken vinden plaats op grote schaal, en de oplossing daarvoor wordt vooral gezocht in handhaving. Omdat handhaving tegen individuele downloaders weinig maatschappelijk draagvlak kent en schadelijk is voor de mensenrechten van die gebruikers, wordt gekeken naar mogelijkheden om aanbieders aan te pakken. Één van de mogelijkheden is het blokkeren van websites. Dat is echter ook een schadelijk middel tegen auteursrecht inbreuken. Het is niet effectief, slecht voor mensenrechten en er zitten allerlei andere nadelen aan blokkades.

1. Blokkeren is niet effectief In 2012 werd Megaupload door de Amerikaanse overheid aangepakt. De 'cyberlocker' (een grote hosting site waarop gebruikers informatie kunnen opslaan en anderen die informatie kunnen downloaden) maakte het delen van auteursrechtelijk beschermd werk mogelijk en werd door de Amerikaanse overheid in één klap uit de lucht gehaald. Er volgde een kleine terugloop in filesharing, maar niet lang daarna was het weer op het oude niveau. Gebruikers die zonder al te veel gedoe films wilden kijken of liedjes wilden luisteren waren allang naar andere platforms gegaan.

En dat is het probleem: websites blokkeren werkt niet. Het Instituut Voor Informatie Recht (IVIR) in Amsterdam liet al zien dat het blokkeren van websites ineffectief is. Na het blokkeren van de Pirate Bay zei maar 5% van de geïnterviewden dat ze minder zouden downloaden uit illegale bron (J.P. Poort & J. Leenheer, File sharing 2@12: Downloading from illegal sources in the Netherlands; Instituut voor informatierecht (2012)). Onderzoekers stelden dat het downloaden door de blokkade zelfs toenam.

Northeastern University stelde ook dat het ineffectief is. Er komt meer online op dan er af gaat, en handhaving wordt een soort kat-en-muisspel (WIRED) Handhavers zijn steeds gebonden aan lange procedures om websites uit de lucht te halen en in die tijd is er een nieuw platform waar iedereen op zit.

2. Blokkeren schaadt rechten en fundamentele vrijheden Tegelijk is websites blokkeren in strijd met de communicatievrijheid. Blokkeren kan verkeerd worden toegepast, of worden misbruikt voor censuur. Dan bepalen private partijen wat jij mag zien, en daar zijn ze notoir slecht in. Bits of Freedom heeft herhaaldelijk laten zien hoe Notice and Takedown door private partijen slecht en té breed wordt toegepast (BoF Providers verwijderen teksten Multatuli en BoF - Onvoorspelbaar en onduidelijk het verwijderingsbeleid van hostingproviders)

Ook de overheid is hier slecht in. Bij Megaupload was het bijvoorbeeld zo dat ook veel niet-schadelijke files ontoegankelijk werden door de sluiting. Bijna elf miljoen uploads bleken niet inbreukmakend. Dat zijn scripties en privé documenten die niet meer konden worden opgehaald. (Scribd - Och Filename Analysis Raid 2013)

In Amerika is het overigens vaker zo dat de overheid ten onrechte sites uit de lucht heeft gehaald. Dajaz1 kreeg liedjes toegestuurd van de artiesten zelf ter promotie, en werd zonder waarschuwing geblokkeerd door de overheid. De site kon niet in beroep en was na een jaar ontoegankelijkheid al haar klanten kwijt. Hetzelfde gebeurde bij andere sites.

Als je websites blokkeren makkelijker zou willen maken om tegemoet te komen aan het huidige kat-en-muisspel, verlaag je de juridische waarborgen en riskeer je veel meer censuur.

3. Websites blokkeren is slecht voor het internet Daarnaast zijn dit soort oplossingen duur voor betrokken partijen. Tussenpersonen die normaal gesproken niet betrokken zijn bij handhaving worden op kosten gejaagd doordat zij opeens voor politieagent moeten spelen. Dat is een flinke investering, zeker voor kleinere platforms. Daarnaast openen websiteblokkades de deur voor andere vormen van censuur. Als de technologische infrastructuur er is, kan hij makkelijk ook voor andere punten worden gebruikt. Dat heet function creep.

4. De oplossing: maak het gebruikers makkelijk Voor echte oplossingen wordt het tijd dat we de notie van exclusiviteit laten varen en kijken naar legaal aanbod en andere verdienmodellen. Is de entertainmentindustrie écht alleen gered als we websites blokkeren? Het aantal artiesten is divers en neemt vooralsnog toe. Artiesten zijn ook allang niet meer afhankelijk van de exclusieve verkoop van bijvoorbeeld cd’s. Ook in andere sectoren is dat zo. Het bioscoop bezoek neemt toe, en nieuwe platforms als Netflix laten zien dat in een tijd van toegang tot content ook geld te verdienen is voor artiesten.

Het zou goed zijn als we in Europa en Nederland nadenken over oplossingen die inspelen op deze nieuwe realiteit en onze focus verleggen van exclusiviteit naar makkelijk aanbod.

Floris Kreiken

IEF 14380

CvdM Mediamonitor 2014

Uit het persbericht: Het Commissariaat heeft dit onderzoek onder meer uitgevoerd om de effecten te bekijken van de wetswijziging Must Carry die staatssecretaris Dekker per 1 januari heeft doorgevoerd. Met de Must Carry is bepaald dat digitale zenderpakketten uit tenminste 30 zenders moeten bestaan. Daarnaast moeten aanbieders van digitale zenderpakketten de Nederlandse en Vlaamse publieke zenders verplicht doorgegeven.
Lees de Mediamonitor 2014

IEF 14270

Jurisprudentielunch Merken-, Modellen-, Auteursrecht

Laatste plaatsen - Donderdag 20 november 2014, Crowne Plaza, Amsterdam, 12.00 - 15.15 uur
Dé halfjaarlijkse bijeenkomst over merken-, modellen- en auteursrecht. Tobias Cohen Jehoram, Charles Gielen en Joris van Manen bespreken belangrijke en actuele jurisprudentie van het afgelopen half jaar. Van iedere uitspraak wordt de essentie en het belang voor de praktijk besproken. Deze cursus biedt verdieping voor de specialist met voorkennis (3 PO of BMM-punten).
Hier aanmelden

Programma
11.45 – 12.00 uur Ontvangst en intekenen
12.00 – 12.55 uur Merkenrecht, Tobias Cohen Jehoram, De Brauw Blackstone Westbroek / EUR
13.00 – 13.55 uur Modellenrecht, Charles Gielen, NautaDutilh / RUG
14.15 – 15.15 uur Auteursrecht, Joris van Manen, Hoyng Monegier LLP
15.15 uur Einde programma

Met o.a. de volgende uitspraken:
HvJ EU, IEF 14031 (Apple-winkelinrichting)
HvJ EU, IEF 14209 (Hauck/Stokke)
Hof Den Haag, IEF 14059 (Recticel/Swiss Sense)
Gerecht EU, IEF 14184 (gebroken koekje)
Gerecht EU, IEF 14274 (plint)
Hof Den Haag, IEF 14107 (Happy Cocooning)
HR, IEF 14212 (Technische functie in auteursrecht - Rubik's Cube)
HvJ EU, IEF 14169 (Europese parodie - Deckmyn)
HvJ EU, IEF 14192 (Digitalisatie door bibliotheken - TÜ Darmstadt)

Opleiding/accreditaties

3 Punten voor de Permanente Opleiding (Nederlandse Orde van Advocaten)
3 Punten voor de Permanente Vorming (Orde van Vlaamse Balies) ingebracht ex artikel 2 Reglement inzake Permanente Vorming)
3 Punten voor de BMM-opleiding (pilot)

Locatie
Crowne Plaza Amsterdam-South, te Amsterdam.
Klik hier voor een routebeschrijving, parkeersuggestie.

Kosten deelname
€ 350,00 Per persoon
€ 295,00 Sponsors IE-Forum
€ 100,00 Rechterlijke macht/wetenschappelijk personeel (full time)
Genoemde prijzen zijn excl. BTW, uw factuur wordt direct toegezonden als bevestiging. Komt u in aanmerking voor korting, selecteer de juiste prijs in het bestelformulier, uw factuur ontvangt u direct. Inbegrepen zijn de kosten van lunch, koffie, thee en documentatie.

Hier aanmelden