Gepubliceerd op vrijdag 24 februari 2017
IEF 16612
Kantonrechter ||
25 jan 2017
Kantonrechter 25 jan 2017, IEF 16612; ECLI:NL:RBMNE:2017:284 (Foto's voor promotie feest), https://www.ie-forum.nl/artikelen/zestal-foto-s-ter-promotie-van-feest

Zestal foto's ter promotie van feest

Ktr. Rechtbank Midden-Nederland 25 januari 2017, IEF 16612 ; ECLI:NL:RBMNE:2017:284 (Foto's ter promotie van feest) Auteursrecht. Vast staat dat de auteursrechtelijk beschermde foto’s zonder toestemming van eiser-fotograaf zijn bewerkt en vervolgens in een online geplaatste advertentie en flyer en in een gedrukte flyer openbaar zijn gemaakt ter promotie van het feest ’X, editie X, zonder vermelding van de maker. Alleen gedaagde sub 2 wordt veroordeeld tot betaling van €3.000,00, ook moet ze de bron van de foto's bekendmaken en de omvang en verspreiding van de gedrukte flyers bekendmaken. De vordering in de vrijwaringszaak wordt afgewezen, omdat die vrijwaring tussen gedaagde sub 1 en gedaagde in de vrijwaringszaak zou zijn. Gedaagde in de vrijwaringszaak zou verantwoordelijk zijn voor de promotie.

3.2. [eiser in de hoofdzaak] legt aan zijn vordering - kort gezegd - het volgende ten grondslag. [eiser in de hoofdzaak] stelt dat [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak / eiser in de vrijwaringszaak] en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak / gedaagde in de vrijwaringszaak] inbreuk hebben gemaakt op zijn auteurs- en persoonlijkheidsrechten door de foto’s zonder toestemming en naamsvermelding in bewerkte vorm in een advertentie en flyer te gebruiken en deze openbaar te maken en dat hij door dit onrechtmatige handelen schade heeft geleden bestaande uit gederfde licentie-inkomsten en overige (immateriële) schade. [eiser in de hoofdzaak] houdt de (rechts)persoon die handelt onder de naam [naam 2] aansprakelijk voor de gepleegde inbreuken, zijnde niet (alleen) [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak / gedaagde in de vrijwaringszaak] , maar (ook) [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak / eiser in de vrijwaringszaak] . [eiser in de hoofdzaak] stelt dat online minstens 23 inbreuken zijn gepleegd: 8 inbreuken door het gebruik van vier van de foto’s in een advertentie die op twee websites openbaar is gemaakt en 15 inbreuken door het gebruik van drie van de foto’s in een flyer, die ten minste 5 keer online is geplaatst. [eiser in de hoofdzaak] heeft geen informatie over de verspreiding van de gedrukte flyer. [eiser in de hoofdzaak] stelt dat hij voor het gebruik van de foto’s in dit formaat op een website met een .nl extensie een licentievergoeding zou hebben gehanteerd van minimaal € 218,00 per foto per openbaarmaking per maand, welk tarief is gebaseerd op de tarieven van de Stichting Foto Anoniem, versie 2010. [eiser in de hoofdzaak] begroot de gederfde licentievergoeding voor het gebruik van de zes foto’s op vier websites (in totaal 23 inbreuken) op € 5.014,00. De hoogte van de geleden immateriële schade begroot [eiser in de hoofdzaak] aan de hand van analoge toepassing van de door hem gehanteerde algemene voorwaarden van de Nederlandse Fotografenfederatie in totaal op € 20.056,00, zijnde driemaal de gebruikelijke licentievergoeding vanwege het ontbreken van toestemming voor het gebruik (artikel 17.2) en eenmaal de gebruikelijke licentievergoeding vanwege het ontbreken van de naamsvermelding (artikel 18.2). [eiser in de hoofdzaak] heeft ervoor gekozen zijn vordering tot vergoeding van de door hem geleden schade voor het zonder toestemming en zonder naamsvermelding online openbaar maken van de foto’s te beperken tot een bedrag van € 3.000,00. [eiser in de hoofdzaak] vordert verder bekendmaking van de bron van de foto’s en van de omvang en de verspreiding van de gedrukte flyer ex artikel 28 lid 9 Auteurswet, alsmede schadevergoeding voor de inbreuk door de gedrukt flyer op basis van gederfde licentievergoeding, te bepalen aan de hand van de tarievenlijst van de Stichting Foto Anoniem, versie 2010. [eiser in de hoofdzaak] vordert ten slotte veroordeling van [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak / eiser in de vrijwaringszaak] en [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak / gedaagde in de vrijwaringszaak] in de daadwerkelijk gemaakte proceskosten ex artikel 1019h Rv, dan wel in de proceskosten en in de buitengerechtelijke kosten ex artikel 6:96 lid 2 sub c BW, alsmede in de nakosten ex artikel 237 lid 4 Rv, te vermeerderen met de wettelijke rente.

in de vrijwaringszaak
4.15. Nu de in de hoofdzaak tegen [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak / eiser in de vrijwaringszaak] ingestelde vorderingen zijn afgewezen en [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak / eiser in de vrijwaringszaak] derhalve niet is veroordeeld tot het doen van enige betaling aan [eiser in de hoofdzaak] , dient de vordering van [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak / eiser in de vrijwaringszaak] in de vrijwaringszaak te worden afgewezen.

4.16. [gedaagde sub 1 in de hoofdzaak / eiser in de vrijwaringszaak] moet als de in het ongelijk gestelde partij worden aangemerkt en in de proceskosten worden verwezen. De kosten aan de zijde van [gedaagde sub 2 in de hoofdzaak / gedaagde in de vrijwaringszaak] worden begroot op nihil.