Gepubliceerd op maandag 2 mei 2016
IEF 15915
Rechtbank Noord-Holland ||
28 apr 2016
Rechtbank Noord-Holland 28 apr 2016, IEF 15915; ECLI:NL:RBNHO:2016:3280 (Mokesys tegen VDH), https://www.ie-forum.nl/artikelen/vuurvaste-industri-le-oventegels-zijn-technisch-bepaald

Vuurvaste industriële oventegels zijn technisch bepaald

Vzr. Rechtbank Noord-Holland 28 april 2016, IEF 15915; ECLI:NL:RBNHO:2016:3280 (Mokesys tegen VDH)
Auteursrecht. Slaafse nabootsing. Mokesys cs vorderen staking van auteursrechtinbreuk, slaafse nabootsing, en meer subsidiair verbod onrechtmatige concurrentie op gebruik van vuurvaste tegels voor de verwerking in industriële ovens. Gedaagde heeft know how opgedaan tijdens de samenwerking, zo stellen eisers. De sleuf is noodzakelijk voor het ophangen van tegels en de bolling van de tegels is zowel technisch als functioneel. De tegels zijn een optimaal compromis: dik genoeg om pijpen te beschermen en dun genoeg om warmte door te laten. De voorzieningenrechter is van oordeel dat geen van de vorderingen van eisers toewijsbaar zijn.

 

4.29. Ter zitting heeft de heer [A.] namens Mokesys verklaard dat de sleuf in de Mokesys-tegel er toe dient de tegels te kunnen ophangen aan de pijpenwand, terwijl de tegels niet gefixeerd worden, zodat zij (door veranderingen in hitte) kunnen uitzetten en krimpen. Hij heeft voorts verklaard dat de tegenover de sleuf liggende bolling is gemaakt om de tegel te verstevigen. Zou deze bolling er niet zitten dan zou de tegel, door de aanwezigheid van de sleuf, op het punt van de sleuf te dun zijn. Zou niet slechts voor een bolling worden gekozen maar voor een verdikking van de gehele tegel, dan zou de tegel op de niet tegenover de sleuf liggende gedeelten dikker zijn dan nodig voor de beschermingsfunctie, hetgeen afbreuk doet aan de warmtegeleidende functie. De voorzieningenrechter acht het gelet hierop aannemelijk dat de bodemrechter tot het oordeel zal komen dat de sleuf en de bolling noodzakelijk zijn voor het verkrijgen van een technisch effect, althans te zeer het resultaat zijn van een door technische uitgangspunten beperkte keuze.

4.30. Anders dan Mokesys c.s. betoogt betekent het feit dat er volgens [E.] alternatieven denkbaar zijn voor de sleuf en de bolling, niet zonder meer dat moet worden geconcludeerd dat de betreffende elementen niet louter een technisch effect dienen. Er moet sprake zijn van reële alternatieven die geen afbreuk doen aan de technische functie en die niet zinloos of futiel zijn (vgl. Hof ‘s-Gravenhage, 29 maart 2016, ECLI:NL:GDHA:216:928). [gedaagde4] c.s. heeft ter zitting gemotiveerd uiteengezet dat de door [E.] voorgestelde alternatieven er toe leiden dat de tegel op punten dikker is dan nodig, dan wel dat de tegel aan stevigheid inboet. Waar partijen het er over eens zijn dat de meest efficiënte tegel dik genoeg is om de achterliggende pijpen te beschermen en dun genoeg om hitte door te laten, moet het kiezen voor een vorm die de vorm van de sleuf volgt, worden gezien als een keuze voor een zo optimaal mogelijk technisch effect (in de woorden van Mokesys c.s. “een optimaal compromis (…) tussen enerzijds een goed rendement en anderzijds een lange levensduur van de ketel”). Zou een andere vorm zijn gekozen, dan zou dat betekenen dat de tegel ofwel minder zou beschermen, ofwel minder warmte zou doorlaten, en daarmee minder efficiënt zou zijn. Daarmee is voorshands aannemelijk dat de door [E.] genoemde alternatieven geen reële alternatieven zijn.

4.32. Op grond van het hiervoor overwogene komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat geen sprake is van een auteursrechtelijke beschermd werk. De vorderingen, voor zover gebaseerd op een gestelde inbreuk op het auteursrecht, worden om die reden afgewezen.