Gepubliceerd op donderdag 9 november 2017
IEF 17260
Rechtbank Overijssel ||
30 okt 2017
Rechtbank Overijssel 30 okt 2017, IEF 17260; ECLI:NL:RBOVE:2017:4030 (Vervalste fietsonderdelen), https://www.ie-forum.nl/artikelen/voorwaardelijke-cel-en-taakstraf-voor-inbreuk-op-wielermerken

Voorwaardelijke cel- en taakstraf voor inbreuk op wielermerken

Rechtbank Overijssel 30 oktober 2017, IEF 17260; ECLI:NL:RBOVE:2017:4030 (Vervalste fietsonderdelen). Een man voert vervalste fietsonderdelen in met de bedoeling om deze te verkopen. Het gaat om producten van bekende wielermerken als FFWD Fast Forward, Pinarello, Most, Dura Ace en Easton. De kwaliteit van de gebruikte materialen was ver beneden de kwaliteit van de originele producten. Het betreffen aldus waren waarop een merk, waarop een ander recht heeft, is nagebootst. De verklaring van verdachte dat hij niet op de hoogte was van de merkvervalsing wordt als ongeloofwaardig terzijde geschoven. Op basis van het bewijs wordt bewezen geacht dat verdachte wist dat hij met de door hem ingevoerde en voorhanden zijnde fietsonderdelen inbreuk maakte op merkenrechten.

De rechtbank stelt op basis van de bevindingen van de deskundige van de Douane vast dat de door de Douane/kantoor Schiphol Cargo in beslag genomen fietsonderdelen waren voorzien van de hierboven genoemde beschermde merken, dat deze fietsonderdelen slechts een geringe afwijking vertoonden, dat de kwaliteit van de gebruikte materialen ver beneden de kwaliteit van de originele producten was en dat geen van de producten in een originele verpakking zat. Dit brengt de rechtbank – mede gezien de aangiften van de heren [naam 1] , [naam 2] en [naam 3] en de verklaring van de getuige [getuige] – tot het oordeel dat deze fietsonderdelen niet in opdracht van, noch met toestemming van de rechthebbenden zijn vervaardigd en aldus zijn aan te merken als waren waarop een merk, waarop een ander recht heeft, is nagebootst, als bedoeld in artikel 337 lid 1, letter d Wetboek van Strafrecht (Sr).

Op basis van de bevindingen van de verbalisanten [verbalisant] en [verbalisant] komt de rechtbank tot hetzelfde oordeel met betrekking tot de tijdens de doorzoekingen in de woning van verdachte aangetroffen (fiets)onderdelen.

Om binnen het bereik van artikel 337 Sr te vallen moet de inbreukmaker wetenschap hebben van het feit dat inbreuk wordt gemaakt op een merkenrecht. Het opzet dient gericht te zijn op elk van de onderdelen, waarbij voorwaardelijk opzet voldoende is.

De rechtbank stelt op basis van de feiten en omstandigheden zoals hiervoor weergegeven vast dat verdachte voorafgaande aan de invoer van de in de tenlasteleggingen genoemde (fiets)onderdelen meermalen op de hoogte is gesteld van het feit dat de fietsonderdelen die hij op Marktplaats te koop aanbood namaak onderdelen betroffen. Zowel de heer [naam 1] van FFWD (per e-mail op 17 maart 2014) als de advocaat van FFWD (per brief op respectievelijk 3 juni 2014 en 18 juni 2014) hebben verdachte hierop gewezen. Daarnaast is verdachte door Marktplaats in kennis gesteld van het feit dat de fietsonderdelen die hij op Marktplaats aanbood namaak FFWD-onderdelen betroffen. Reden ook voor [naam 1] en de advocaat van FFWD om verdachte te sommeren de handel te staken en reden voor Marktplaats om verschillende advertenties van verdachte te verwijderen.

Voorts stelt de rechtbank vast dat [naam 2] van Shimano in mei 2014 telefonisch contact heeft gehad met verdachte, die zich voordeed als de heer [getuige] , tijdens welk telefoongesprek verdachte door [naam 2] is medegedeeld dat hij op internet namaak Shimano Dura Ace wielen aanbood. Tot slot is verdachte meermalen door zijn partner [getuige] gevraagd naar de legaliteit van de door hem ingevoerde en op internet aangeboden fietsonderdelen en heeft verdachte tegen haar gezegd dat hij tegen klanten zei dat de fietsonderdelen niet origineel waren.

De verklaring van verdachte dat hij niet op de hoogte was van de merkvervalsing stelt de rechtbank op basis van de hiervoor uiteengezette bewijsmiddelen als ongeloofwaardig terzijde.

De verklaring van verdachte dat hij na zijn aanhouding is overgegaan op de handel in merkloze goederen, wordt weersproken door de leesbare tekst op de fietsonderdelen van de door verdachte in de periode van 1 oktober 2015 tot en met 3 juni 2016 op internet geplaatste advertenties en het proces-verbaal van de pseudokoop waarin verdachte de aangeboden set heeft aangeduid als zijnde van het merk Fast Forward.

De rechtbank acht op basis van vorenstaande overwegingen bewezen dat verdachte wist dat hij met de door hem ingevoerde en voorhanden zijnde fietsonderdelen inbreuk maakte op merkenrechten.