Gepubliceerd op dinsdag 21 juli 2015
IEF 15132
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Uitzendverbod herhaalde uitzending 'Op de Vlucht' afgewezen

Vzr. Rechtbank Midden-Nederland 10 juli 2015, IEF 15132; ECLI:NL:RBMNE:2015:5311 (G tegen RTL en Simpel Media)
Uitspraak ingezonden door Bertil van Kaam, Van Kaam. Mediarecht. In het programma 'Op de vlucht' gaat John van den Heuvel wereldwijd op zoek naar voortvluchtige veroordeelden en verdachten van zeer ernstige misdrijven. VdH heeft G opgezocht in Thailand, beelden van de zoektocht naar, de confrontatie met, de arrestatie, uitzetting en veroordeling van G zijn gebruikt voor de eerste uitzending. G vordert uitzendverbod. In de epiloog wordt de uitspraak in hoger beroep met een een hogere straf als nieuw en vermeldenswaardig feit opgevoerd. G wordt geblurd in beeld gebracht en het slachtoffer heeft verklaard geen bezwaar te hebben tegen de uitzending. De vordering wordt afgewezen.

3.2. Ter onderbouwing van zijn vordering heeft [eiser] het navolgende gesteld. Uitzending van de aflevering “Op de vlucht”, alsmede de spotjes/vooraankondigingen maken inbreuk op zijn persoonlijke levenssfeer van hem en zijn gezin. [eiser] wordt in de uitzending aangeduig als [eiser] . en komt daarnaast herkenbaar in beeld, mede gelet op de omstandigheid dat de karakteristieke stem van [eiser] zeer duidelijk en meermaals is te horen. [eiser] vreest voor zijn eigen lichamelijke/geestelijke integriteit als gevolg van de uitzendingen in verband met zijn verblijf in een Penitentiaire Inrichting. Zoals algemeen bekend (kunnen) gedragen medegedetineerden zich ten aanzien van zedenveroordeelden agressief, hetgeen [eiser] ook reeds heeft ondervonden. Het (eventuele) beroep van RTL c.s. op vrijheid van meningsuiting en vrije nieuwsgaring slaagt in dit geval niet, omdat het gaat om een herhaling van een reeds eerder uitgezonden aflevering en er geen nieuwe informatie voorhanden is. Het herhalen van de aflevering, alsmede de epiloog hebben geen, althans onvoldoende, waarde voor een maatschappelijk debat en stellen ook geen misstanden aan de kaak. Het persoonlijk belang van [eiser] , waaronder het belang van zijn familie die eveneens lijden onder de media-aandacht, weegt in een dergelijk geval zwaarder. Tot slot stelt [eiser] dat het contact tussen [eiser] en het slachtoffer dat er op dit moment is via slachtofferhulp onder druk komt te staan door de uitzending.

4.7. De voorzieningenrechter neemt bij de afweging van de betrokken belangen in aanmerking dat het gaat om een herhaling van de uitzending van vorig jaar. De uitzending maakt onderdeel uit en is een van de afleveringen van de serie “Op de vlucht”. Aan de (herhaalde) aflevering is een epiloog toegevoegd waarin wordt weergegeven wat de huidige stand van zaken is en welke ontwikkelingen zich hebben voorgedaan na de uitzending van vorig jaar. De aflevering waarin [eiser] centraal staat gaat over de door [eiser] gepleegde ontucht met de dochter van zijn toenmalige vriendin die destijds slechts 11 jaar oud was, als gevolg waarvan de dochter zwanger is geraakt en is bevallen van een zoon en de vlucht naar Thailand ten einde een strafrechtelijke vervolging te ontlopen. Het gaat derhalve om een zeer ernstig misdrijf dat [eiser] heeft begaan en zijn laakbare vlucht naar Thailand. Deze misstand heeft de samenleving ernstig geschokt en is bijzonder vanwege haar aangrijpende en opzienbarende inhoud. [eiser] mag dan ook verwachten en moet dulden dat daar in de media ten volle en herhaaldelijk aandacht aan wordt besteed. Daarbij komt dat in hoger beroep door het Hof Arnhem-Leeuwarden een substantieel hogere straf is opgelegd dan in eerste aanleg door de rechtbank (zeven jaren in plaats van vijf jaren). De uitspraak van het Hof Arnhem-Leeuwarden vormt een nieuw en vermeldenswaardig feit dat in de oorspronkelijke uitzending (van 2014) niet is opgenomen. Daarnaast staat buiten twijfel dat hetgeen in de uitzending wordt weergegeven voldoende steun vindt in het beschikbare feitenmateriaal en is van lichtvaardige verdachtmakingen van [eiser] derhalve geen sprake. [eiser] wordt tevens niet herkenbaar in beeld gebracht (zijn gezicht wordt geblurd) en zijn achternaam wordt op de in de journalistiek gebruikelijke wijze niet (volledig) genoemd. Aan [eiser] kan worden toegegeven dat het enkele onherkenbaar maken van het gelaat en het niet noemen van zijn achternaam er niet aan af hoeft te doen dat hij nog steeds herkenbaar zal kunnen zijn door een combinatie van het gebruik van zijn voornaam en zijn stemgeluid, maar [eiser] heeft niet (voldoende) gemotiveerd onderbouwd dat eventuele bedreigingen waarmee hij (mogelijk) geconfronteerd zal worden binnen de penitentiaire inrichting specifiek een gevolg zijn van de (herhaalde) uitzending en de vooraankondigingen. Tot slot acht de voorzieningenrechter van belang dat [eiser] in het verleden zelf ook actief de media heeft gezocht om zijn verhaal te kunnen vertellen.

4.9. Het belang van RTL c.s. bij de (herhaalde) uitzending weegt gelet op het voorgaande naar het oordeel van de voorzieningenrechter op dit moment en onder deze omstandigheden dan ook zwaarder dan de (eventuele) inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van [eiser] .

4.10. De stelling van [eiser] dat zijn familie lijdt onder de media-aandacht wordt gepasseerd nu gesteld noch gebleken is dat [eiser] als vertegenwoordiger van zijn familie op mag treden in deze procedure. Ook zijn stelling dat het contact met het slachtoffer, dat inmiddels via slachtofferhulp tot stand is gekomen, door de herhaalde uitzending onder druk komt te staan, wordt gepasseerd nu RTL c.s. ter zitting heeft verklaard dat het slachtoffer en haar moeder geen bezwaar hebben tegen de uitzending.

Lees de uitspraak (pdf/html)