DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 19 oktober 2017
IEF 17204
Rechtbank Overijssel ||
17 okt 2017
Rechtbank Overijssel 17 okt 2017, IEF 17204; ECLI:NL:RBOVE:2017:3908 (Eiseres tegen Gemeente Twenterand), https://www.ie-forum.nl/artikelen/uitnodiging-tot-maken-standbeeld-biedt-geen-grond-voor-vergoeding-gemaakte-kosten

Uitnodiging tot maken standbeeld biedt geen grond voor vergoeding gemaakte kosten

Rechtbank Overijssel 17 oktober 2017, IEF 17204; ECLI:NL:RBOVE:2017:3908 (Eiseres tegen Gemeente Twenterand). Contractenrecht. In 2014 is een Oorlogsmonument in Vriezenveen gestolen. De gemeente heeft in de plaatselijke krant een oproep geplaatst waarin zij aangeeft een kunstenaar te zoeken voor het maken van een nieuw oorlogsmonument. Eiseres is kunstenares en heeft een schetsontwerp gemaakt in de vorm van een maquette. De gemeente berichtte dat eiseres haar ontwerp mocht toelichten, maar uiteindelijk is eiseres niet verkozen tot degene aan wie de opdracht is verstrekt. Eiseres heeft nog wel een kostenvergoeding gevraagd, maar deze is door de gemeente geweigerd. Eiseres vordert alsnog betaling. Kernvraag is hier of er sprake is van een opdracht ex art. 7:400 lid 1 BW of van uitnodiging tot het doen van een aanbod. De rechter oordeelt dat er geen sprake is van een opdracht en derhalve ontbeert de vordering juridische grondslag.

4.2 De kantonrechter is op de hierna te vermelden gronden van oordeel dat geen sprake is geweest van een door de gemeente aan [eiseres] gegeven opdracht tot het maken van een schetsontwerp. Daartoe dient het volgende.
De brief van 19 januari 2015 van de gemeente aan de beoogde kunstenaars staat niet op zichzelf, maar is onderdeel geweest van de procedure die de gemeente heeft gevolgd om te komen tot de keuze van een beeldend kunstenaar voor het vervaardigen van een nieuw Oorlogsmonument. De door de gemeente gevolgde werkwijze heeft in feite het karakter gehad van een ontwerpwedstrijd waarbij volgens een bepaalde selectieprocedure tot het winnende ontwerp is gekomen. Na een algemene oproep in De Twenterand Courant dat een kunstenaar werd gezocht voor het maken van een nieuw Oorlogsmonument in de gemeente, heeft een aantal kunstenaars, waaronder [eiseres] , zich bij de gemeente als gegadigde gemeld. Vervolgens heeft de gemeente - naar de kantonrechter begrijpt – aan 15 kunstenaars de brief van 19 januari 2015 gezonden met daarin de uitnodiging voor het maken van een concept of plan. Aan de hand van de in de brief vermelde criteria zijn de kunstenaars, waaronder [eiseres] , aan het werk gegaan, waarna zij hun concept of plan bij de gemeente hebben ingeleverd. Vervolgens heeft de selectiecommissie vijf ontwerpen, waaronder het ontwerp van [eiseres] , uitgekozen en deze kunstenaars uitgenodigd om hun ontwerp te komen toelichten. Aan de hand van de door de kunstenaars vervaardigde en toegelichte ontwerpen heeft de selectiecommissie het winnende ontwerp gekozen en is aan de winnende kunstenaar de opdracht tot het maken van het nieuwe Oorlogsmonument verstrekt

4.3. Gelet op de onderdelen van de selectieprocedure in onderling verband en samenhang bezien en mede gelet op de bewoordingen in voormelde brief, is de kantonrechter van oordeel dat het in de brief vervatte verzoek aan de geselecteerde kunstenaars tot het maken van een concept of plan redelijkerwijs niet kan worden uitgelegd als opdracht in de zin van artikel 7:400 lid 1 BW, doch als uitnodiging tot het doen van een aanbod, te weten het maken van een concept of plan (‘schetsontwerp’) voor het nieuwe monument. Het voorgaande geldt te meer nu in de brieven van 19 januari en 5 maart 2015 niet over een vergoeding van kosten voor het enkel maken van een concept, plan of schetsontwerp wordt gerept. Vaststaat voorts dat [eiseres] op geen enkel moment in de procedure, met name niet nadat zij de uitnodiging tot het maken van een concept of plan had ontvangen, vragen aan de gemeente heeft gesteld over vergoeding van kosten indien zij de opdracht tot het maken van het nieuwe Oorlogsmonument niet zou krijgen. Evenmin is gesteld noch gebleken dat [eiseres] alvorens te voldoen aan het verzoek tot het maken van een concept, plan of schetsontwerp voorwaarden aan de gemeente over vergoeding van kosten heeft gesteld. Het door [eiseres] vervaardigde - naar de kantonrechter heeft begrepen op de tweede plaats geëindigde - schetsontwerp was dan ook niet het resultaat van een door de gemeente gegeven opdracht, doch het aanbod (‘offerte’) dat [eiseres] aan de gemeente deed met het oogmerk dat de selectiecommissie haar ontwerp als winnaar zou aanwijzen, waarmee zij de opdracht tot het maken van het nieuwe Oorlogsmonument zou verwerven. Dat [eiseres] in haar begroting een post ‘schetsontwerp’ van € 2.500,- ex BTW heeft opgenomen, maakt dat niet anders. Deze post maakt immers onderdeel uit van haar aanbod en mist zelfstandige betekenis nu de gemeente haar aanbod niet heeft aanvaard. De kantonrechter begrijpt dat [eiseres] de nodige inspanningen heeft verricht om tot haar ontwerp te komen, doch in gevallen als deze dienen de daarmee gepaard gaande kosten - behoudens andersluidende afspraak waarvan niet is gebleken - te worden aangemerkt als zogenoemde acquisitiekosten. Gelet op het voorgaande ontbeert de vordering van [eiseres] tot betaling van € 2.650,- een juridische grondslag, zodat deze moet worden afgewezen.

Foto van het nieuwe standbeeld/gekozen ontwerp: Creative Commons CC-BY Stichting comite 4 mei Vriezenveen-Westerhaar