DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 25 juli 2016
IEF 16139

Bijdrage ingezonden door Paul Geerts, RUG.

Paul Geerts' noot onder Basil/Burgers

P.G.F.A. Geerts, noot onder Rb. Den Haag 16 december 2015 (Basil/Burgers); IEF 16139; eerder verschenen in IER 2016/34, p. 244-253.
Voor ons ligt het (tweede) tussenvonnis van de Rechtbank Den Haag in de bodemzaak tussen Basil BV en Burgers Lederwarenfabriek Wijchen BV. 1 Beide partijen hebben al eerder in kort geding tegenover elkaar gestaan en dat heeft interessante jurisprudentie opgeleverd. Ja, inmiddels zelfs een arrest van de Hoge Raad. 2 Dit arrest van de Hoge Raad zal in dit tijdschrift vast nog besproken worden. Zelf heb ik in mijn noot onder het Karen Millen-arrest (HvJ 19 juni 2014, IER 2014/61) kort stilgestaan bij het in cassatie bestreden arrest van het Hof Den Haag. 3 In die noot is de nadruk gelegd op rechtsoverweging 3.24 waarin het hof in twijfel trekt of er naast de bescherming die de Gemeenschapsverordening biedt, nog wel ruimte is voor aanvullende, verder strekkende, bescherming van het uiterlijk van een gebruiksvoorwerp op grond van het leerstuk van de slaafse nabootsing. Ik merk kort op dat ik die twijfel van het hof niet deel en deze kwestie hier verder laat rusten. Voor een uitvoerige bespreking van deze kwestie verwijs ik naar de gIElen-bundel. 4(...)

9. Voor vormgevers/producenten die hun producten voor een redelijk/behoorlijk lange periode tegen ongeoorloofde productnabootsing willen beschermen, bevat de Burgers/Basil-zaak een belangrijke les: indien er gerede twijfel bestaat of het uiterlijk van het product wel auteursrechtelijk beschermd is, dan doet men er verstandig aan om voor het uiterlijk van het product een ingeschreven modelrecht (met een maximale beschermingsduur van vijfentwintig jaar) aan te vragen. De Burgers/Basil-zaak leert immers dat het absoluut geen vanzelfsprekendheid is dat op de langdurige art. 6:162-bescherming teruggevallen kan worden. Het kan namelijk zo zijn dat het product geen eigen plaats in de markt inneemt en dus niet in aanmerking komt voor die art. 6:162-bescherming. Die kans is vooral aanwezig daar waar sprake is van een druk of dicht Umfeld. Weliswaar kan dan mogelijk nog een beroep gedaan worden op het niet-ingeschreven Gemeenschapsmodel, maar die driejarige beschermingstermijn is slechts van korte duur. Na drie jaar staat men net zoals Basil met lege handen. Dat is zuur, vooral als blijkt dat het product commercieel nog jaren mee kan.