Gepubliceerd op dinsdag 23 mei 2017
IEF 16814
Rechtbank Den Haag ||
12 mei 2017
Rechtbank Den Haag 12 mei 2017, IEF 16814; ECLI:NL:RBDHA:2017:5087 (Philips tegen Ningbo Youhe), https://www.ie-forum.nl/artikelen/nederlandse-rechter-bevoegd-ondanks-woonplaats-gedaagde-in-china

Nederlandse rechter bevoegd ondanks woonplaats gedaagde in China

Rechtbank Den Haag 12 mei 2017, IEF 16814; ECLI:NL:RBDHA:2017:5087 (Philips tegen Ningbo Youhe) Auteursrecht. Gemeenschapsmodelrecht. Verstek. Internationale bevoegdheid jegens Chinese gedaagde. Gedaagde is niet verschenen in de procedure, maar het is voldoende aannemelijk geworden dat gedaagde van de terechtzitting op de hoogte was en dat zij de dagvaarding tijdig heeft ontvangen. Er daarom met toepassing van artikel 15 lid 3 van het Haags Betekeningsverdrag worden overgegaan tot verstekverlening. Nu gedaagde woonplaats heeft in China is de voorzieningenrechter in beginsel slechts bevoegd op grond van artikel 6 sub e Rv (forum locus delicti). Indien zou worden aangenomen dat er in China geen voorziening voorhanden is om de inbreuk tegen te gaan, valt niet in te zien waarom van eiseressen (die onderdeel zijn van een groot concern) niet kan worden gevergd om in de relevante EU-lidstaten een procedure aanhangig te maken. Eiseressen kunnen in Nederland op grond van de Gemeenschapsmodelrechten wel een grensoverschrijdend verbod verkrijgen. Belang om daarnaast een verbod op basisc van auteursrechten en slaafse nabootsing is minder gewichtig. De voorzieningenrechter beveelt gedaagde iedere inbreuk op de gemeenschapsmodelrechten te staken, onder dwangsom van €10.000 per dag(deel) of €200 per verkocht inbreukmakend product, met een maximum van €250.000.

2.14. Eiseressen hebben met verwijzing naar de door hen overgelegde (aangevulde) legal opinion betoogd dat het onmogelijk is om in China op grond van auteursrecht of slaafse nabootsing een verbod te krijgen met werking in de EU. De voorzieningenrechter merkt op dat er in die opinie niet is gewezen op Chinese jurisprudentie of wetsartikelen die specifiek zien op de territorialiteit van een eventueel op te leggen (voorlopige) maatregel. Uit deze legal opinion volgt evenmin zonder meer dat het tevens onmogelijk is om in China een voorziening te verkrijgen – bijvoorbeeld een productie- of exportverbod – waarmee eiseressen feitelijk kunnen bewerkstelligen dat gedaagde geen inbreukmakende producten in de EU verhandelt en/of daar inbreukmakende verpakkingen openbaar maakt. Indien zou worden aangenomen dat een dergelijke voorziening in China niet voorhanden is, dan valt bovendien niet zonder meer in te zien waarom van eiseressen (die onderdeel zijn van een groot concern) niet kan worden gevergd om in de relevante EU-lidstaten een procedure aanhangig te maken. Daar komt bij dat eiseressen in Nederland op grond van de Gemeenschapsmodelrechten van eiseres sub 1 wel een grensoverschrijdend verbod kunnen verkrijgen, zodat het belang om daarnaast een verbod op basis van auteursrechtinbreuk en/of slaafse nabootsing te krijgen van minder gewicht kan worden geacht.

2.15. Het gevorderde komt de voorzieningenrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor, zodat het – op de wijze zoals hierna vermeld – zal worden toegewezen.