Gepubliceerd op vrijdag 9 juni 2017
IEF 16850
Rechtbank Den Haag ||
12 apr 2017
Rechtbank Den Haag 12 apr 2017, IEF 16850; ECLI:NL:RBDHA:2017:3617 (Kwekersrecht paprika's), https://www.ie-forum.nl/artikelen/geen-bewijs-van-gestelde-kwekersrechten-paprikarassen-overlegd

Geen bewijs van gestelde kwekersrechten paprikarassen overlegd

Rechtbank Den Haag 12 april 2017, IEF 16850; ECLI:NL:RBDHA:2017:3617 (Kwekersrecht paprika's) Kwekersrecht. Eiser is veredelaar van plantenzaden, in het bijzonder paprika's. Gedaagde is een teler van groentegewassen. Eiser en gedaagde hebben afspraken gemaakt over het opzetten van een gezamenlijke ontwikkeling van nieuwe paprikarassen en een groothandel in paprikazaden. In reconventie stelt gedaagde dat eiser inbreuk heeft gemaakt op het kwekersrecht. De rechtbank stelt dat er geen sprake is van een inbreuk op het kwekersrecht nu er geen bewijzen van de gestelde kwekersrechten zijn. Verder is gesteld noch gebleken dat er nog andere leveringen of andere aan de kweker/rechthebbende voorbehouden handelingen hebben plaatsgevonden.

4.10. De rechtbank overweegt hierover het volgende. Ter zitting is door [de B.V.] erkend dat de kostenpost als gevolg van de levering van verkeerd zaad aan Akira Seeds conform de 25/75 regeling in 2012 is afgerekend. Verder heeft [de B.V.] verklaard (a) dat Akira Seeds als dealer stelde dat de telers moesten worden gecompenseerd en (b) dat [de B.V.] dat heeft gedaan door tot en met augustus 2013 gratis zaad te leveren aan Akira Seeds. [A] verklaarde ter zitting nog dat hij dat zo inderdaad met [B] had afgesproken. De rechtbank maakt uit deze gang van zaken op dat onderhavige leveringen aan Akira Seeds in goed overleg tussen [de B.V.] en [A] hebben plaatsgevonden. Aldus kan niet worden vastgesteld dat [A] in strijd met gemaakte afspraken of zonder toestemming van [de B.V.] heeft gehandeld en [de B.V.] als gevolg hiervan schade heeft geleden.
De stelling dat door toedoen van [A] 40 kg zaad ontbrak en dat die 40 kg buiten [de B.V.] om aan Akira Seeds is geleverd, heeft [de B.V.] onvoldoende onderbouwd. Gelet op de betwisting door [A] had het op de weg van [de B.V.] gelegen haar stelling nader te onderbouwen. Dat heeft zij nagelaten. Aan bewijslevering komt de rechtbank niet toe.
    4.11. Verder heeft [A] gemotiveerd betwist inbreuk te hebben gemaakt op het door [de B.V.] gestelde kwekersrecht. De rechtbank overweegt in dit verband het volgende. [de B.V.] heeft geen bewijzen overgelegd van geldende kwekersrechten in de hier relevante territoria. Verder is gesteld noch gebleken dat naast de hiervoor behandelde nog andere leveringen of andere aan de kweker/rechthebbende voorbehouden handelingen hebben plaatsgevonden. Aldus kan niet worden vastgesteld dat [A] inbreuk maakt of heeft gemaakt op aan [de B.V.] toekomende kwekersrechten.
    4.12. Op grond van het bovenstaande concludeert de rechtbank dat [A] niet tekort geschoten is in de nakoming van verplichtingen noch onrechtmatig heeft gehandeld jegens [de B.V.] . De vorderingen sub I en II worden daarom afgewezen.