DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op donderdag 16 juni 2005
IEF 504
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Feit, fictie of ervaring?

Vrijdag de 17de juni 2005, des namiddags om 2.30 uur, zullen de Hooggeleerde Heren mr. J.J.C. Kabel,benoemd tot Hoogleraar in het Informatierecht, in het bijzonder het recht van commerciële informatie en dr. N.A.N.M. van Eijk, benoemd tot Bijzonder Hoogleraar in het Media- en Telecommunicatierecht  hun hoogleraarsambt openlijk aanvaarden.

De Adformatie van deze week wijdt een pagina aan de oratie van Kabel: "Aanleiding is de fictieve consument die het HvJ EG begin jaren negentig bedacht voor de beoordeling van misleiding en verwarring tussen merken... Een maand geleden is die consument verwerkt in de Europese richtlijn 'oneerlijke handelspraktijken' die ook in Nederland moet worden geïmplementeerd...Kabel vreest dat met de komst van de fictieve consument de beoordeling van misleiding soepeler zal worden.

Op het gebied van het merkenrecht zal er met de komst van de Europese richtlijn niet zo veel veranderen, zegt Kabel. 'Omdat het op dat gebied niet zozeer gaat om de consument, maar om de procedure tussen ondernemingen.' Maar voor misleiding daarentegen wordt de lat hoger gelegd. De Europese richtlijn gaat uit van een wakkere slimme consument. Die met vallen en opstaan wijzer moet worden.' Een politieke maatstaf dus, zegt Kabel. 'Als we dat niet doen, werkt die interne markt niet. Dan rem je de flexibele economie'...De adverteerder krijgt nog meer informatieplichten....de rechter stelt dat jij een slimme consument bent, het pak omdraait en op het etiket leest dat er 2 % olijfolie in zit. En daar begrijp jij uit dat ze dus niet in olijfolie gebakken kunnen zijn en dat ze alleen besprenkeld zijn...Als je dat beeld van de geïnformeerde consument gebruikt, zou de adverteerde makkelijker kunnen overdrijven, makkelijker aansluiten bij de trend.”