DOSSIERS
Alle dossiers
Gepubliceerd op maandag 20 maart 2017
IEF 16663

Bijdrage ingezonden door Dirk Visser, Visser Schaap Kreijger.

Dirk Visser - Kabeldoorgifte in ontvangstgebied vrij van auteursrecht!?

D.J.G. Visser, 'Kabeldoorgifte in ontvangstgebied vrij van auteursrecht!?' in Mr. 20 maart 2017. Is kabeldoorgifte binnen het ontvangstgebied van de oorspronkelijke uitzending vrij van auteursrecht? In een uitspraak van 16 maart 2017 lijkt het Hof van Justitie van de EU deze vraag bevestigend te beantwoorden. Als dit inderdaad het geval is, is er sprake van een nieuwe ‘gamechanger’. Er zou dan niet meer betaald te hoeven worden voor de kabeldoorgifte van landelijk te ontvangen programma’s van bijvoorbeeld NPO, RTL en SBS.

Er is volgens het Hof geen sprake van een auteursrechtelijk relevante ‘mededeling aan het publiek‘ in geval van “gelijktijdige, volledige en onveranderde doorgifte van omroepuitzendingen van de nationale omroeporganisatie, door middel van kabels die op het nationale grondgebied liggen […] voor zover deze doorgifte een louter technisch communicatiemiddel vormt en daarmee door de auteur van het werk rekening is gehouden bij de oorspronkelijke toestemming tot mededeling ervan”. Er is in dat geval volgens het Hof namelijk geen sprake van een ‘nieuw publiek’ en daarom niet van een auteursrechtelijke openbaarmaking waarvoor apart toestemming van de rechthebbenden nodig is.

Begin jaren tachtig van de vorige eeuw besliste de Hoge Raad dat bij kabeldoorgifte binnen het ontvangstgebied wél sprake was van openbaarmaking, omdat een ‘nieuw publiek’ niet vereist was en het er alleen om ging of er een ander ‘organisme’ (bijvoorbeeld de exploitant van een ‘centrale antenne inrichting’) bij betrokken was. Later werd de auteursrechtelijke status van kabeldoorgifte vastgelegd in een aparte EU-richtlijn.

De afgelopen jaren introduceerde het Hof van Justitie weer het criterium van het ‘nieuw publiek’-criterium, maar legde dat zo uit dat er meestal sprake was van zo’n nieuw publiek. Bij kabeldoorgifte of vertoning in hotels, cafés, kuuroorden en revalidatiecentra zou steeds sprake zijn van nieuw (niet ingecalculeerd) publiek.

Internetdoorgifte van een televisiesignaal binnen het ontvangstgebied van de oorspronkelijke uitzending was volgens het Hof sowieso auteursrechtelijk relevant, omdat het om een andere doorgiftetechniek ging. Al dan niet een ‘nieuw publiek’ bereiken zou daarbij irrelevant zijn.

Maar nu wordt plotseling geoordeeld dat de mensen in Oostenrijk die via de kabel naar de Oostenrijkse publiek omroep kijken gewoon al zijn ingecalculeerd bij de satelliet- of etheruitzending. En dat er daarom geen toestemming of betaling nodig is voor die doorgifte. Het is op zichzelf een begrijpelijke redenering, maar hij staat wel loodrecht op wat in de regelgeving en de rechtspraak gedurende de afgelopen twintig à dertig jaar wordt aangenomen. En de ‘andere techniek’ van de kabeldoorgifte doet kennelijk niet ter zake.

Het Hof EU besloot deze zaak zonder conclusie van de AG en het ging om een kleine kamer. Dus misschien is het een uitglijder. Zo niet, dan kan het een gamechanger zijn in het audiovisuele auteursrecht.

HvJ EU 16 maart 2017, ECLI:EU:C:2017:218, (AKM/Zürs.net)
HvJ EU 7 maart 2013, ECLI:EU:C:2013:147, (ITV/TVCatchup)
HR 30 oktober 1981, IE-Forum klassiekers auteursrecht (CAI Amstelveen I)
HR 25 mei 1984, IE-Forum klassiekers auteursrecht (CAI Amstelveen II)