Gepubliceerd op maandag 20 februari 2017
IEF 16601
Rechtbank Den Haag ||
1 feb 2017
Rechtbank Den Haag 1 feb 2017, IEF 16601; ECLI:NL:RBDHA:2017:912 (Novomatic c.s. tegen Betsoft c.s.), https://www.ie-forum.nl/artikelen/bevoegdheid-jegens-persoon-zonder-bekende-woon-of-verblijfplaats-via-artikel-97-lid-2-umvo

Bevoegdheid jegens persoon zonder bekende woon- of verblijfplaats via artikel 97 lid 2 UMVo

Rechtbank Den Haag 1 februari 2017, ECLI:NL:RBDHA:2017:912 (Novomatic c.s. tegen Betsoft c.s.) Bevoegdheid. Merkenrecht. Novomatic c.s. maken deel uit van het Novomatic concern en houden zich bezig met het ontwikkelen van kansspelen en het produceren, verkopen en exploiteren van speelautomaten; NGS is merkhouder van het Benelux woordmerk 'Random Runner'. Betsoft heeft de slotgames van Novomatic digitaal gemaakt, gelicentieerd en online gaan exploiteren. Artikel 97 lid 5 schaft alleen bevoegdheid voor een rechter van het Handlungsort; dat is 'de lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden'. De rechtbank verklaart zich onbevoegd kennis te nemen van de vorderingen jegens het in Cyprus gevestigde Betsoft voor zover betrekking hebbend op de gestelde inbreuken op de Uniemerken ‘Random Runner’ en ‘Simply Wild’. De rechtbank is jegens [B], die weigert kenbaar te maken waar hij woont of verblijft, bevoegd ex 97 lid 2 UMvo. Het mag worden gehouden dat hij niet woonachtig is in één van de Lidstaten, dus dan is de rechter van de Lidstaat van (één van) de eiser(s) bevoegd.

t.a.v. Betsoft:

4.11. Novomatic AG c.s. beroepen zich in het bijzonder op lid 5 van artikel 97, dat voor zover hier van belang bepaalt dat een inbreukprocedure ook kan worden ingesteld bij de rechter van ‘de lidstaat waar de inbreuk heeft plaatsgevonden of dreigt plaats te vinden’.
Zoals Betsoft en [B] terecht hebben opgemerkt, moet dit begrip autonoom worden uitgelegd en wel aldus dat deze bepaling, anders dan het geval is bij artikel 5 lid 3 EEX-Vo (oud) en artikel 7 onder 2 EEX II-Vo, alleen bevoegdheid verschaft voor de rechter van het Handlungsort, d.w.z. de lidstaat waar de gedaagde partij de vermeende inbreuk heeft gemaakt.7 In een geval als hier aan de orde, waarin wordt gesteld dat via internet inbreuk op een Uniemerk wordt gemaakt, heeft daarbij als Handlungsort van die inbreuk te gelden de plaats waar het technisch proces dat tot die inbreuk heeft geleid, is gestart. Dit is volgens het HvJ EU dan niet de plaats waar de server zich bevindt, maar de plaats waar de beslissing om het technische proces te starten is genomen, hetgeen in de regel de vestigingsplaats van de exploitant is.8 Gesteld noch gebleken is dat dit in Nederland is geweest, zodat de rechtbank haar bevoegdheid niet kan ontlenen aan artikel 97 lid 5 UMVo. Dat de merken zijn gebruikt in Nederland, zoals Novomatic AG c.s. stellen, is - gezien het voornoemde criterium - niet doorslaggevend.

t.a.v. [B]:
4.12. Ten aanzien van [B] is de rechtbank van oordeel dat zij in dit geval haar internationale bevoegdheid met betrekking tot de (beweerdelijke) merkinbreuken ook kan gronden op artikel 97 lid 2 UMVo. Omdat [B] blijkbaar weigert kenbaar te maken waar hij woont of verblijft, mag het ervoor worden gehouden dat hij niet woonachtig is in één van de Lidstaten. In dat geval is de rechter van de Lidstaat van (één van) de eiser(s) bevoegd. Daarmee komt de Nederlandse rechter rechtsmacht toe en is deze rechtbank als rechtbank voor het Gemeenschapsmerk ook relatief bevoegd.