Gepubliceerd op dinsdag 14 februari 2017
IEF 16586
Hoge Raad ||
10 feb 2017
Hoge Raad 10 feb 2017, IEF 16586; ECLI:NL:HR:2017:218 (Kruisvereniging Noord-Brabant tegen Kruiswerk voor u, gemeente Rucphen), https://www.ie-forum.nl/artikelen/beroep-op-ongeoorloofde-vergelijkende-reclame-zal-materieel-niet-verschillen-van-6-162-bw-in-kruiswe

Beroep op ongeoorloofde vergelijkende reclame zal materieel niet verschillen van 6:162 BW in Kruiswerkzaak

HR 10 februari 2017, IEF 16586; RB 2818; ECLI:NL:HR:2017:218 (Kruisvereniging Noord-Brabant tegen Kruiswerk voor u, gemeente Rucphen) 81 RO. Mediarecht. Onrechtmatig. Volgens het Hof mocht Kruiswerk leden oproepen tot opzeggen lidmaatschap overkoepelende vereniging [IEF 15399]. De Hoge Raad acht dat de in het middel aangevoerde klachten niet tot cassatie kunnen leiden en volgt de conclusie AG. Een extra beoordeling van de gewraakte uitlatingen van Kruiswerk binnen het toetsingskader van art. 6:194a BW door de verwijzingsrechter zal materieel niet verschillen van de reeds verrichte beoordeling in het door het hof gehanteerde toetsingskader van art. 6:162 BW.

 

Uit de conclusie:

2.62. Art. 6:194 lid 2 onder e BW bepaalt dat vergelijkende reclame niet de goede naam schaadt en zich niet kleinerend uitlaat over de merken, handelsnamen, andere onderscheidende kenmerken, de waren, de diensten, de activiteiten of de omstandigheden van een concurrent. Verkade laat zien dat de enkele omstandigheid dat de dienst van de concurrent in de vergelijking het onderspit delft, op zichzelf niet meebrengt dat de goede naam wordt geschaad of dat er gekleineerd wordt38.

2.63. Het hof heeft in rov. 3.8.14.1 voorshands geoordeeld dat de stelling van Kruiswerk dat Kruisvereniging een achterhaald pakket aanbiedt moet worden beschouwd als een waardeoordeel en in rov. 3.8.14.2 dat de bedoeling van deze uitlating kan worden afgeleid uit de feitelijke beweringen over de wijkzuster en over door de gemeente overgenomen zaken. Vervolgens heeft het hof vastgesteld dat deze feitelijke beweringen juist zijn en dat deze uitlating niet onnodig grievend is voor Kruisvereniging.

2.64. Noch de vaststelling van het hof dat deze uitlating van Kruiswerk een waardeoordeel betreft, noch de beoordeling van dit waardeoordeel in de sleutel van art. 6:162 BW is in cassatie bestreden. Nu in het kader van art. 6:162 BW kritische uitlatingen en openbaarmaking van negatieve ervaring als waarschuwing aan anderen toelaatbaar zijn wanneer de uitlating feitelijk juist is en niet onnodig grievend of denigrerend39, verschilt de beoordeling van dit waardeoordeel in het kader van art. 6:194a lid 2 sub e BW niet van de beoordeling die het hof reeds heeft verricht40.

2.65. Het bovenstaande brengt m.i. mee dat Kruisvereniging geen belang heeft bij vernietiging en verwijzing van het bestreden arrest. Een extra beoordeling van de gewraakte uitlatingen van Kruiswerk binnen het toetsingskader van art. 6:194a BW door de verwijzingsrechter zal materieel niet verschillen van de reeds verrichte beoordeling in het door het hof gehanteerde toetsingskader van art. 6:162 BW.