Gepubliceerd op donderdag 21 januari 2016
IEF 15624
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Schadevergoeding van EUR 25.000 voor inbreuk portretrecht Van Gaal

Rechtbank Amsterdam 20 januari 2016, IEF 15624; ECLI:NL:RBAMS:2016:199 (Van Gaal tegen Interbest)
Uitspraak ingezonden door Fulco Blokhuis en Jurian van Groenendaal, Boekx Advocaten. Portretrecht. Eindvonnis. Zie eerder IEF 14883. In het tussenvonnis werd geoordeeld dat Interbest inbreuk maakt op het portretrecht van Van Gaal. Geen parodie en ook geen analoge toepassing van de parodie-exceptie. Van Gaal is in de gelegenheid gesteld om nader uiteen te zetten wat de hoogte is van de verzilverbare populariteit in gevallen als de onderhavige. Verschillende factoren worden tegen elkaar afgewogen aan de hand van verklaringen van (sportmarketing)deskundigen en concrete voorbeelden van andere sporters. De schade wordt bepaald op € 25.000,- in hoofdsom.

2.2.1. Voor de begroting van de vergoeding kan, gelet op hetgeen onder 2.2 is overwogen, geen aansluiting worden gezocht bij de door Van Gaal vermelde vergoeding betreffende zijn overeenkomst met […] (EUR 75.000,— voor een televisiecommercial). Voor deze vergoeding werden van Van Gaal blijkens de toelichting op deze vergoeding - actieve handelingen (meewerken aan de commercial) gevraagd en was niet sprake van een eenmalig gebruik van zijn portret. Evenmin kan zonder meer worden aangesloten bij de vergoedingen die […] heeft ontvangen (EUR 50.000,— voor een advertentie van [xxx] en EUR 15.000,— voor een televisiecommercial voor […]). Ook voor hem geldt dat van hem actieve handelingen werden gevraagd en dat - Van Gaal heeft dit in ieder geval niet gesteld - geen sprake was van een éénmalig gebruik van zijn portet.

2.2.2. Wel kan aansluiting worden gezocht bij de door Van Gaal genoemde vergoeding die […] (hierna: […]) heeft ontvangen. […] heeft (volgens de door Van Gaal in het geding gebracht schriftelijke verklaringen van […] managementbureau) een vergoeding ontvangen van EUR 50.000,—, omdat het portret van […[ zonder zijn toestemming in een advertentie is gebruikt. De advertentie was geplaatst in de kranten De Telegraaf, Metro, Spits en het Algemeen Dagblad. Dat, zoals zij naar voren heeft gebracht, de door ontvangen vergoeding mogelijk niet alleen verband hield met het gebruik van zijn portret, heeft Interbest onvoldoende onderbouwd gesteld. Relevant verschil tussen de onderhavige zaak met het gebruik van het portret van […] is, dat het gebruik van […] portret plaatsvond in vier kranten - waarvan twee landelijke dagbladen -, terwijl het portret van Van Gaal is geplaatst in één krant en één vakblad. Aangenomen mag worden dat minder lezers kennis hebben genomen van het portret van Van Gaal dan van het portret van […]. Naar het oordeel van de rechtbank is dit en relevante omstandigheid voor de door Van Gaal te bedingen vergoeding. Gelet op deze omstandigheid zou Van Gaal naar het oordeel van de rechtbank een vergoeding van EUR 25.000,— hebben kunnen bedingen. Voor zover Van Gaal stelt dat hij opdrachten is misgelopen als gevolg van het gebruik van zijn portret door Interbest, alsmede dat hij wordt getroffen door een “negatieve associatiewaarde” en dat deze aspecten bij de begroting van de vergoeding moeten worden betrokken, wordt deze stelling als niet concreet onderbouwd verworpen.

Op andere blogs:
Dirkzwager