Gepubliceerd op maandag 5 januari 2015
IEF 14519
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Nadere comparitie bevolen inzake proceskosten Ablynx/Unilever

Rechtbank Den Haag 31 december 2014, IEF 14519 (Ablynx N.V. tegen Unilever)
Proceskosten. Unilever is bij eerder vonnis [IEF 13316] in de gelegenheid gesteld om gemaakte proceskosten te onderbouwen. Op het bieden van deze gelegenheid wordt, ondanks verzoek van Ablynx, niet teruggekomen. Ablynx wordt vooralsnog veroordeeld in de proceskosten van de hoofdzaak en het tweede incident. Verdere beslissing over proceskosten wordt aangehouden totdat comparitie heeft plaatsgevonden.

2.2. Ablynx meent dat Unilever ten onrechte in de gelegenheid is gesteld haar kosten nader te specificeren omdat, indien de specificatie de wederpartij niet in staat stelt zich naar behoren te verweren, de gevorderde kosten moeten worden afgewezen en hoogstens aanspraak kan worden gemaakt op het liquidatietarief. Ablynx nodigt de rechtbank dan ook uit op dit punt op het tussenvonnis terug te komen.

2.3. De rechtbank ziet daartoe geen aanleiding. Uit de door Ablynx genoemde jurisprudentie volgt niet zonder meer dat geen gelegenheid mag worden geboden de specificatie aan te vullen. Dat is overgelaten aan het beleid van de rechter die daarbij mede de eisen van een goede procesorde in acht zal moeten nemen. Zoals in het tussenvonnis is overwogen, zal de rechtbank in het algemeen geen nadere specificatie toestaan maar heeft zij daarvoor op de in overweging 4.14 van het tussenvonnis aangegeven gronden in deze procedure specifieke redenen gezien.

2.6. De rechtbank acht het wenselijk een comparitie van partijen te gelasten om te onderzoeken of partijen op dit punt overeenstemming kunnen bereiken en, indien geen overeenstemming bereikt kan worden, om met partijen te overleggen op welke wijze kan worden vastgesteld of en in hoeverre het aantal bestede uren afwijkt van wat voor een procedure als de onderhavige als gebruikelijk moet worden aangemerkt. Partijen kunnen bij die gelegenheid tevens hun zienswijze naar voren brengen ten aanzien van de vraag of ook dit deel van de procedure nog wordt bestreken door 1019h Rv.