Gepubliceerd op vrijdag 12 juli 2013
IEF 12863
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Prejudiciële vragen in de zaak Canvastransfer

HR 12 juli 2013, nr. 12/02298; ECLI:NL:HR:2013:CA0265 (Art & Allposters tegen Stichting Pictoright)
Uitspraak ingezonden door Tobias Cohen Jehoram en Robbert Sjoerdsma, De Brauw Blackstone Westbroek N.V. en Peter Claassen en Roderick Chalmers Hoynck van Papendrecht, AKD. Job Hengeveld, Hengeveld advocaten en Thijs van Aerde, Houthoff Buruma.

Zie eerder Conclusie A-G IEF 12622, Hof 's-Hertogenbosch IEF 11804 en IEF 10737, Vzr. Roermond IEF 9106. Auteursrecht. Pictoright. Persoonlijkheidsrechten. Uitputtingsleer. 12b Aw. Nieuwe exploitatiemogelijkheid. Middels een chemisch procedé worden afbeeldingen van o.a. de kunstenaars Matisse, Picasso, Miro van een poster (waarvoor licentie) overgezet op een canvasdrager. Er worden de volgende prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 4 Auteursrechtrichtlijn:

1. Beheerst art. 4 Auteursrechtrichtlijn het antwoord op de vraag of het distributierecht van de auteursrechthebbende kan worden uitgeoefend ten aanzien van een reproductie van een auteursrechtelijk beschermd werk dat door of met toestemming van de rechthebbende in de EER is verkocht en geleverd, indien deze reproductie nadien een wijziging ten aanzien van de vorm heeft ondergaan en in die vorm opnieuw in het verkeer wordt gebracht?

2(a) Indien het antwoord op vraag 1 bevestigend luidt, is dan de omstandigheid dat sprake is van een wijziging als in vraag 1 bedoeld, van betekenis voor het antwoord op de vraag of uitputting als bedoeld in art. 4 lid 2 Auteursrechtrichtlijn wordt verhinderd of doorbroken?
(b) Indien het antwoord op vraag 2(a) bevestigend luidt, welke maatstaven dienen dan te worden aangelegd om van een wijziging ten aanzien van de vorm van de reproductie te spreken die uitputting als bedoeld in art. 4 lid 2 Auteursrechtrichtlijn verhindert of doorbreekt?
(c) Laten die maatstaven ruimte voor de in het nationale recht in Nederland ontwikkelde maatstaf, inhoudende dat van uitputting niet langer sprake is op de enkele grond dat de wederverkoper de reproducties een andere vorm heeft gegeven en ze in die vorm onder het publiek heeft verspreid (HR 19 januari 1979, NJ 1979/412, Poortvliet [red. IE-klassieker auteursrecht])?

Lees de uitspraak nr. 12/02298 , ECLI:NL:HR:2013:CA0265 (pdf)

Op andere blogs:
Cassatieblog (Prejudiciële vragen over uitputting van het distributierecht en geldigheid van de Poortvlietmaatstaf)